Uitspraak Nº C/08/249880 / HA ZA 20-249. Rechtbank Overijssel, 2022-02-16

ECLIECLI:NL:RBOVE:2022:541
Date16 Febrero 2022
Docket NumberC/08/249880 / HA ZA 20-249
CourtRechtbank Overijssel (Neederland)

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

zaaknummer : C/08/249880 / HA ZA 20-249

Vonnis van 16 februari 2022

in de zaak van

mr. Peter WEENINK q.q.

in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Twente Institute for Wireless Mobile Communications BV,

kantoorhoudende te Enschede,

eisende partij,

hierna te noemen: de curator,

advocaat: mr. P. Weenink te Enschede,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

WMC HOLDING B.V.

statutair gevestigd en kantoorhoudende te Enschede,

gedaagde sub 1,

hierna te noemen: WMC Holding,

advocaat: mr. P.E.M. Schol te Enschede,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

LITHANGO B.V.,

statutair gevestigd te ’s-Heerenberg, kantoorhoudende te Amsterdam,

gedaagde sub 2,

hierna te noemen: Lithango,

advocaat: mr. M.H.M. Deppenbroek te Doetinchem,

3 [gedaagde sub 3] ,

wonende te [woonplaats] (Duitsland) ,

gedaagde sub 3,

hierna te noemen: [gedaagde sub 3] ,

advocaat mr. M.H.M. Deppenbroek te Doetinchem,

4 [gedaagde sub 4] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde sub 4,

hierna te noemen: [gedaagde sub 4] ,

advocaat mr. P.E.M. Schol te Enschede.

Gedaagden sub 1 en 4 worden hierna gezamenlijk ook wel genoemd: WMC Holding c.s. en gedaagden sub 2 en 3 worden hierna gezamenlijk ook wel genoemd: Lithango c.s..

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding d.d. 15 mei 2020 voor de rolzitting van 17 juni 2020, met de producties 1 tot en met 26, alsmede beslagstukken,

  • -

    de conclusie van antwoord van Lithango c.s. d.d. 21 oktober 2020,

  • -

    de conclusie van antwoord van WMC Holding c.s. d.d. 20 januari 2021 met de producties 1 tot en met 6,

  • -

    de conclusie van repliek van de curator d.d. 28 april 2021, met de producties 27 tot en met 60,

  • -

    de conclusie van dupliek van Lithango c.s. d.d. 21 juli 2021,

  • -

    de conclusie van dupliek van WMC Holding c.s. d.d. 21 juli 2021.

1.2.

Hierna hebben partijen vonnis gevraagd, welk vonnis (nader) is bepaald op heden.

2 De feiten

In deze zaak kan van de volgende feiten worden uitgegaan.

2.1.

Op 2 april 2014 is het faillissement uitgesproken van het bedrijf Twente Institute for Wireless Mobile Communications B.V. (hierna: TI-WMC). Tot curator is benoemd mr. P. Weenink (eiser).

2.2.

TI-WMC was een bedrijf dat op basis van subsidie onderzoek deed en ook consultancy opdrachten uitvoerde. De werkzaamheden lagen onder meer op het gebied van het ontwikkelen van (afgesloten) mobiele netwerken.

2.3.

TI-WMC is begin 2003 opgericht. Het was een doorstart van een onderdeel van het Telecombedrijf Ericsson. TI-WMC had verschillende aandeelhouders, waaronder de Stichting WMC. De Provincie Overijssel had aan deze Stichting WMC een meerjarige renteloze lening van € 500.000,00 verleend. Stichting WMC heeft dit bedrag doorgeleend aan TI-WMC.

2.4.

Op zeker moment is binnen TI-WMC een systeem ontwikkeld voor draadloze afgesloten communicatie dat de naam FIGO heeft gekregen. Naast een systeem is ook een product (hierna: het product Figo) ontwikkeld. Het product Figo is een zogenaamde “node”; een kastje met apparatuur waarmee het afgesloten draadloze netwerk kan worden gebruikt. Volgens het jaarverslag 2008 van TI-WMC heeft TI-WMC in 2007 naast kennisopbouw en consultancy een derde activiteit opgezet die gericht is op het commercialiseren van een product voor de openbare orde- en veiligheidsmarkt (het product Figo). TI-WMC wilde verder investeren in de productontwikkeling en het ontwikkelen van verkoopkanalen voor de Figo productlijn zodat het commercieel vermarkt zou kunnen worden. Tevens was het de bedoeling om naast het product Figo ook een dienst (ondersteuning) aan te bieden.

2.5.

De bestuursstructuur van TI-WMC was in deze periode als volgt. TI-WMC had verschillende aandeelhouders. Vanaf 1 augustus 2008 tot en met 6 april 2011 was enig zelfstandig bevoegd bestuurder van TI-WMC [gedaagde sub 4] . Daarnaast waren er twee andere natuurlijke personen in het Handelsregister als bestuurder ingeschreven, maar die waren niet bevoegd de vennootschap te vertegenwoordigen.

Sinds eind 2010 is [gedaagde sub 3] als interim manager (via zijn bedrijf Cerios Green BV) aan TI-WMC verbonden. Op 16 maart 2011 heeft [gedaagde sub 3] Lithango BV opgericht.

2.6.

Op 6 april 2011 heeft een reorganisatie plaatsgevonden. FIGO en het product Figo zijn vanuit TI-WMC overgeheveld naar een nieuwe BV: FIGO BV (formeel opgericht op 7 juni 2011). Enig bestuurder en aandeelhouder van FIGO B.V. werd WMC Holding (gedaagde sub 1, opgericht op 30 maart 2011). WMC Holding was tevens enig bestuurder en 99,999% aandeelhouder van TI-WMC (de overige 0,001 aandelen waren in handen van de Stichting WMC). Enig en zelfstandig bevoegd bestuurder van WMC Holding werd Lithango B.V. (gedaagde sub 2) en bestuurder van Lithango is [gedaagde sub 3] . [gedaagde sub 4] werd CTO (chief technology officer) van WMC Holding. [gedaagde sub 4] had in de periode van 1 mei 2011 tot en met 31 december 2012 een beperkte volmacht voor WMC Holding. Vanaf 1 juli 2012 had hij een volledige volmacht voor WMC Holding.

In een schema ziet dat er als volgt uit.

“Afbeelding schema verwijderd”

[gedaagde sub 4] is voorts bestuurder en enig aandeelhouder van Tabeël BV, die weer bestuurder is van Spapa B.V. Ook Lithango is aandeelhouder van Spapa B.V. Deze Spapa B.V. is op haar beurt aandeelhouder van WMC Holding.

[gedaagde sub 3] bleef ook als (interim) manager werkzaamheden verrichten voor TI-WMC.

In oktober 2014 is Lithango teruggetreden als bestuurder van WMC Holding en is [gedaagde sub 3] bestuurder geworden tot de zomer van 2015. Daarna is [gedaagde sub 4] (middellijk) bestuurder geworden.

2.7.

De curator heeft onderzoek gedaan naar de oorzaak van het op 2 april 2014 uitgesproken faillissement van TI-WMC.

Op 16 oktober 2015 heeft de curator daartoe een vragenlijst toegestuurd aan [gedaagde sub 3] .

Op 29 oktober 2015 heeft [gedaagde sub 3] de vragen beantwoord en zijn antwoorden voorzien van bijlagen.

De curator heeft onderzoek verricht, waarbij hij zich (naar zijn zeggen) boekhoudkundig heeft laten bijstaan door een deskundige. Het concept-onderzoeksrapport dateert van 12 september 2017. Op 21 september 2017 heeft de curator het concept-onderzoeksrapport toegestuurd aan [gedaagde sub 3] en aan [gedaagde sub 4] in het kader van hoor en wederhoor, en heeft hij hen gevraagd om de concept-bevindingen te beoordelen.

Namens [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 3] is bij mail van 6 oktober 2017 door de advocaat mr. Coenen gereageerd. Het rapport werd daarbij in volle omvang betwist.

Bij e-mail van 2 augustus 2018 heeft de curator aan mr. Coenen geschreven dat diens opmerkingen voor zover relevant, zijn verwerkt in het conceptrapport van 25 oktober 2017. De curator heeft voorts een beknopt overzicht gemaakt (en bij de mail gevoegd) dat als basis dient voor een te entameren procedure indien er niet alsnog tot een minnelijke regeling wordt gekomen. Bij e-mail van 2 oktober 2018 heeft de curator aan mr. Coenen geschreven dat een reactie is uitgebleven en dat hij zich thans vrij acht juridische maatregelen te treffen.

2.8.

Op 28 maart 2019 heeft de curator twee vrijwel gelijkluidende brieven verstuurd: één naar [gedaagde sub 4] en WMC Holding BV, en één naar [gedaagde sub 3] en Lithango BV.

De brieven hebben als onderwerp “bestuurdersaansprakelijkheid alsmede vorderingen inzake faillissement TI-WMC BV”.

De curator schrijft in deze brieven dat hij de voormalig bestuurders onbehoorlijk bestuur verwijt (artikel 2:9 BW) en dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld (artikel 2:248 BW). De curator noemt een aantal gronden die dat moeten onderbouwen. Hij houdt hen aansprakelijk voor de schade, zijnde het boedeltekort van ruim 1 miljoen euro, en sommeert hen een voorschot van € 500.000,00 te voldoen. WMC Holding BV wordt daarboven gesommeerd een bedrag van € 125.000,00 te voldoen.

Tot slot wordt in de brief gesteld dat een eventuele verjaring hierbij wordt gestuit.

2.9.

Op 1 mei 2020 heeft de curator conservatoir beslag laten leggen op onder meer roerende en onroerende zaken en bankrekeningen van gedaagden.

Op 15 mei 2020 zijn de gedaagden gedagvaard.

2.10.

De curator had in eerste instantie ook FIGO BV gedagvaard, maar de curator heeft met haar een regeling getroffen zodat de zaak tegen FIGO BV op de rol van 29 juli 2020 is doorgehaald.

3 Vordering

De curator vordert van de rechtbank om, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad (samengevat weergegeven):

Primair: met betrekking tot de vordering(en) op grond van artikel 2:248 BW:

I. voor recht te verklaren:

(i) dat gedaagden hun taak als (middellijk) bestuurder van TI-WMC kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld als bedoeld in artikel 2:248 BW, en

(ii) dat deze kennelijk onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest, en

(iii) dat gedaagden hoofdelijk voor het tekort in het faillissement van TI-WMC aansprakelijk zijn;

II. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan de faillissementsboedel van het bedrag van de schulden in het faillissement van TI-WMC;

III. gedaagden hoofdelijk te veroordelen een voorschot te betalen op het bedrag dat zij op grond van het onder II gevorderde dienen te betalen groot € 500,000,00,

Subsidiair: met betrekking tot de vordering(en) op grond van artikel 2:9 BW:

IV. voor recht te verklaren dat gedaagden 1 tot en met 3 als (midddelijk) bestuurder van TI-WMC hun taak onbehoordelijk hebben vervuld als bedoeld in artikel 2:9 BW als gevolg waarvan zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door TI-WMC daardoor geleden schade...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT