Uitspraak Nº C-09-514623-HA ZA 16 - 832. Rechtbank Den Haag, 2017-10-18

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:11807
Date18 Octubre 2017
Docket NumberC-09-514623-HA ZA 16 - 832
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer:

Vonnis van 18 oktober 2017

in de zaak met zaak-/rolnummer C/09/514623 / HA ZA 16 - 832 van:

de stichting

STICHTING PLATFORM AANDELENLEASE,

gevestigd te Nieuwegein,

eiseres,

advocaat: mr. J.B. Maliepaard te Bleiswijk,

tegen

de naamloze vennootschap
AEGON BANK N.V.,
gevestigd te Den Haag,

gedaagde,

advocaat: mr. B.W.G. van der Velden te Amsterdam,

Partijen zullen hierna PAL en Aegon genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 7 juli 2016, met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord, met producties;

  • -

    het tussenvonnis van 8 februari 2017, waarbij een comparitie is gelast;

  • -

    de akte uitlating producties, tevens akte overlegging producties van de zijde van PAL;

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 6 april 2017 en de daarin genoemde stukken;

  • -

    de pleitnota’s van PAL en Aegon die ter comparitie van 6 april 2017 zijn voorgedragen.

1.2.

Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2 De feiten Partijen en SprintPlan
2.1.

PAL is op 7 juni 2005 opgericht. Blijkens artikel 2 van haar statuten heeft zij ten doel:

a. “het optreden als gratis belangenbehartiger en hulpverlener van gedupeerde klanten die overeenkomsten met betrekking tot financiële producten waaronder maar niet uitsluitend, worden begrepen: aandelenlease producten, koopsommen, inkomensbeschermers, beleggingsverzekeringen en kredietproducten, hebben afgesloten met financiële instellingen en de daarbij behorende informatieverstrekking en advisering en bemiddeling over die producten, en als gevolg daarvan schade hebben geleden, dan wel daardoor anderszins in hun belangen zijn aangetast of dreigen te worden aangetast;

b. het (gratis) ondersteunen van individuele gedupeerden in hun situatie door onder andere hulp te bieden bij correspondentie en informatie te verstrekken over juridische procedures;

c. het optreden als (belangeloos) informatiecentrum met betrekking tot alle artikelen die in de media verschijnen over aandelenlease, alle uitspraken van rechtbanken en klachtencommissies, financiële producten en problemen daaromtrent;

d. het voeren van overleg met andere belangenorganisaties, het voeren van (collectieve) schikkingsonderhandelingen, het verbindend doen verklaren van eventuele getroffen collectieve regelingen in de zin van de Wet Collectieve Afwikkeling Massa-Schade(s) (WCAM) en zo nodig het stuiten van de verjaring en het verval van vorderingen en het instellen van rechtsvorderingen op grond van de artikelen 3:305 sub a en 6:240 Burgerlijk Wetboek”.

2.2.

Aegon heeft onder de naam Spaarbeleg tussen eind 1997 en eind 2002 het product SprintPlan aangeboden. SprintPlan is een product waarbij – samengevat – aan de deelnemer bij wijze van kredietverlening een bepaald bedrag beschikbaar werd gesteld, met welk bedrag participaties werden aangekocht in het Aegon Garantiefonds (hierna: het Garantiefonds). In het Garantiefonds werd belegd in effecten die recht gaven op uitbetaling van (i) de garantiewaarde en (ii) het rendement op opties op aandelenindices. Het krediet, waarover maandelijks rente moest worden betaald, diende aan het eind van de looptijd te worden terugbetaald. Met de garantiewaarde garandeerde Aegon tot op zekere hoogte dat de opbrengst van de verkoop van de beleggingen toereikend was om het krediet te kunnen aflossen.

Eerdere collectieve procedures SprintPlan

2.3.

De Stichting Gedupeerden Spaarconstructie (hierna: GeSp) en de Vereniging Consument & Geldzaken (hierna: VCG) hebben collectieve procedures gevoerd tegen Aegon over SprintPlan (hierna: de GeSp-procedure en de VCG-procedure). Onderwerp van geschil in beide procedures was, in essentie, de aansprakelijkheid van Aegon wegens schending van de op haar rustende zorgplicht tegenover de personen met wie zij een SprintPlan-overeenkomst heeft gesloten vanwege het achterwege laten van een voldoende waarschuwing voor aan de Sprintplanovereenkomsten verbonden risico's en het nalaten inlichtingen in te winnen met betrekking tot de financiële positie van de betrokken wederpartij.

2.4.

De Hoge Raad heeft in de door GeSP ingeleide procedure bij arrest van 5 juni 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BH2822) – tegelijkertijd met twee andere effectenlease-uitspraken, tegen Dexia en Levob (hierna: de effectenlease-uitspraken) – het cassatieberoep van Aegon tegen het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 15 november 2007 (ECLI:NL:GHAMS:2007:BB7971) verworpen. Volgens het gerechtshof Amsterdam was Aegon in twee opzichten tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht, namelijk door na te laten (in de eerste plaats) te waarschuwen voor het risico van een restschuld en (in de tweede plaats) voor het aangaan van de overeenkomst inlichtingen in te winnen over de inkomens- en vermogenspositie van de personen met wie zij een SprintPlanovereenkomst is aangegaan. Kort gezegd heeft de Hoge Raad geoordeeld dat op Aegon als professionele dienstverlener op het terrein van beleggingen in effecten en aanverwante financiële diensten jegens de personen met wie zij een SprintPlanovereenkomst zal aangaan een bijzondere zorgplicht rust die ertoe strekt particuliere wederpartijen te beschermen tegen de gevaren van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht. De reikwijdte van de bijzondere zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Met inachtneming van dit uitgangspunt en gelet op de ingewikkeldheid en (verwezenlijkte) financiële gevaren, “heeft het hof aan de omstandigheden dat zich bij deze overeenkomsten aan het einde van de looptijd (na verlaging) of bij tussentijdse beëindiging (ook na 2001) de mogelijkheid van een restschuld voordoet en de overeenkomst op de belegger periodieke betalingsverplichtingen legt, zonder dat de zekerheid bestaat dat de financiële positie van de deelnemer bij beëindiging van de overeenkomsten uiteindelijk zal zijn verbeterd of ten minste gelijk zal zijn aan zijn financiële positie bij het aangaan van de effectenlease-overeenkomst, de gevolgtrekking mogen en kunnen verbinden dat Aegon voor het aangaan van de overeenkomsten de deelnemers uitdrukkelijk en in niet mis te verstane bewoordingen diende te waarschuwen voor het bijzondere risico van deze restschuld en inlichtingen diende in te winnen over de inkomens- en vermogenspositie van de deelnemers. Hieraan doet niet af dat de aan de ‘Sprintplan’- overeenkomsten verbonden financiële risico's beperkter zouden zijn dan bij andere effectenlease-overeenkomsten en dat deze risico's kenbaar waren uit de door Aegon verschafte contractsdocumentatie, waar de op Aegon rustende bijzondere zorgplicht ertoe strekt de particuliere deelnemer te beschermen tegen de gevaren van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht.”

2.5.

Het gerechtshof Amsterdam heeft vervolgens in zijn arresten van 1 december 2009 (ECLI:NL:GHAMS:BK4978, ECLI:NL:GHAMS:BK4981, ECLI:NL:GHAMS:BK4982 en ECLI:NL:GHAMS:BK4983) de zogenoemde hofformule ontwikkeld. Kort gezegd houdt de hofformule in dat wordt beoordeeld of het aangaan van de overeenkomst financieel verantwoord was: indien sprake is van een onaanvaardbaar zware financiële last dient de aanbieder tweederde van de betaalde inleg terug te betalen. Bij een niet onaanvaardbaar zware financiële last is de schadevergoedingsverplichting van de aanbieder beperkt tot tweederde van de restschuld. In zijn arrest van 29 april 2011 (ECLI:NL:HR:BP4003) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het gerechtshof Amsterdam daarmee een juiste toepassing heeft gegeven aan de in de arresten van 5 juni 2009 bedoelde maatstaven.

2.6.

GeSp heeft in 2012 herziening van het arrest van 15 november 2007 gevorderd, omdat volgens GeSp (a) de geleende gelden niet daadwerkelijk volledig zijn gestort in het Aegon Garantiefonds en (b) voor zover de gelden wel (deels) zijn gestort, deze gelden niet daadwerkelijk volledig voor rekening en risico van de deelnemers zijn belegd. Het gerechtshof Amsterdam heeft de vorderingen tot herroeping bij arrest van 1 maart 2016 afgewezen (ECLI:NL:GHAMS:2016:702).

2.7.

De door VCG ingeleide collectieve procedure heeft geleid tot het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:157). De Hoge Raad heeft het beroep op grond van artikel 80a Rv niet-ontvankelijk verklaard. VCG had in cassatie onder meer middelen gericht tegen het oordeel van het gerechtshof Amsterdam bij eindarrest van 7 april 2015 (ECLI:NL:GHAMS:2015:1229) dat VCG haar stellingen, gelet op de onderbouwde betwisting door Aegon, onvoldoende had onderbouwd. Het hof had in die zaak in zijn tussenarrest van 7 mei 2013 (ECLI:NL:GHAMS:2014:581) Aegon een bewijsopdracht gegeven. Het hof achtte het noodzakelijk dat duidelijk is hoe SprintPlan door Aegon is ingevuld en uitgevoerd om een oordeel te kunnen geven over de stelling van VCG dat – kort gezegd – Aegon in strijd met de op haar rustende zorgplicht heeft gehandeld doordat zij afnemers overbodig krediet heeft verstrekt, daarop overbodige rente heeft laten betalen en de afnemers bij het aangaan van de SprintPlanovereenkomsten onvoldoende over dit alles heeft geïnformeerd. Nadat Aegon twee rapporten had overgelegd en nog een tussenarrest was gewezen, oordeelde het hof in het genoemde eindarrest van 7 april 2015 dat VCG heeft nagelaten haar stellingen, die kort gezegd zagen op de kostenstructuur en de beleggingsrisico’s van SprintPlan, (nader) concreet en cijfermatig toe te lichten aan de hand van de aard en omvang van de beleggingen zoals die blijken uit de door Aegon overgelegde stukken en de bedragen die Aegon stelt daarvoor te hebben betaald. Die stellingen van VCG faalden daarom. Het gerechtshof oordeelde voorts dat Aegon – kort gezegd – haar zorgplicht heeft geschonden door niet te waarschuwen voor het restrisico en door geen inlichtingen in te winnen over de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT