Uitspraak Nº C-09-549789-KG ZA 18-262. Rechtbank Den Haag, 2018-04-26

ECLIECLI:NL:RBDHA:2018:5403
Docket NumberC-09-549789-KG ZA 18-262
Date26 Abril 2018
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter

zaak- / rolnummer: C/09/549789 / KG ZA 18/262

Vonnis in kort geding van 26 april 2018

in de zaak van

[eiser],

thans verblijvende in de penitentiaire inrichting te [locatie],

eiser,

advocaat mr. J. Kleiman te Amsterdam,

tegen:

de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat der Nederlanden,

zetelende te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. A.Th.M. ten Broeke te Den Haag.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties;

- de door gedaagde overgelegde producties;

- de op 12 april 2018 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd.

1.2.

Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.

2.1.

Aan eiser is bij vonnis van 3 januari 2013 een gevangenisstraf van zeven jaar opgelegd, welke straf in hoger beroep is bevestigd en onherroepelijk is. Eiser zit deze straf thans uit. De fictieve einddatum na toekenning van voorwaardelijke invrijheidsstelling is 3 oktober 2018.

2.2.

Eiser heeft sinds zijn insluiting op 15 mei 2014 in zeven penitentiaire inrichtingen verbleven. In de diverse selectiebeslissingen staan de redenen van de selecties vermeld, waaronder, verkort weergegeven:

  • -

    in de selectiebeslissing van 28 april 2016, dat is besloten om eiser over te plaatsen in verband met zijn eigen veiligheid binnen de Penitentiaire Inrichting (hierna: PI) te [plaats 1]. Daarbij wordt opgemerkt dat hij hier conform zijn eigen voorkeur wordt geplaatst. In het bijgevoegde risicoprofiel wordt, verkort weergegeven, melding gemaakt van bedreigingen richting eiser door gedetineerden van andere afdelingen, waarbij het personeel signalen heeft dat er uit verschillende gedetineerdengroepen dreiging richting eiser bestaat. Aangezien eiser vanwege liquidatiegevaar als GVM verhoogd is aangemerkt, wordt het risico in de inrichting te groot geacht om hem daar in de gemeenschap te handhaven. Voor de duur van het overplaatsingsverzoek wordt eiser buiten de gemeenschap gehouden;

  • -

    in de selectiebeslissing van 8 september 2017, dat de overplaatsing plaatsvindt op verzoek van de directeur van de PI. Achtergrond van het verzoek is de onrust die is ontstaan rond eiser waarbij het gerucht gaat dat medegedetineerden eiser iets aan willen doen vanwege de prijs die er op zijn hoofd zou staan. Vanwege die dreiging is eiser ook afgezonderd op zijn eigen cel. De inrichting stelt geen concrete aanwijzingen te hebben, maar wel onrust te ervaren rond eiser en de cel waar hij verblijft. Er loopt nog een onderzoek naar uitspraken die hij zelf heeft gedaan. De directeur geeft aan dat de veiligheid van eiser niet gegarandeerd kan worden;

  • -

    in de selectiebeslissing van 18 januari 2018, dat het onrustig is rond de persoon van eiser en dat medegedetineerden dreigen hem iets aan te gaan doen of last ervaren van eiser. Eiser wordt gezien als een “snitch” op de unit. Eiser klaagt bijna dagelijks over zaken en er zijn voelbaar spanningen op de afdeling.

2.3.

Eiser is op 14 januari 2015 op de zogenaamde GVM-lijst geplaatst (lijst gedetineerden met een vlucht-/maatschappelijk risico). Hij heeft hier tot heden onafgebroken op gestaan, met uitzondering van de periode tussen 13 juli 2016 en 14 september 2016. De beoordeling van deze plaatsing vindt plaats in het Operationeel Overleg. In verslagen daarvan, alsmede in een brief van 11 april 2018 van het Operationeel Overleg aan de advocaat van eiser, staat over de uitkomst van deze overleggen onder meer vermeld:

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT