Uitspraak Nº C/09/501116 / HA ZA 15-1354. Rechtbank Den Haag, 2016-07-20

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:9853
Date20 Julio 2016
Docket NumberC/09/501116 / HA ZA 15-1354
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/501116 / HA ZA 15-1354

Vonnis van 20 juli 2016

in de zaak van

1 [eiser] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

2. [eiseres],

wonende te [woonplaats 2] ,

eisers,

advocaat mr. J.W. Weehuizen te ’s-Hertogenbosch,

tegen

de naamloze vennootschap

NATIONALE-NEDERLANDEN BANK N.V.,

gevestigd te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. J.M. Atema te Amsterdam.

Eisers zullen hierna afzonderlijk [eiser] en [eiseres] en gezamenlijk [eiser c.s.] (in mannelijk enkelvoud) worden genoemd. Gedaagde zal NN Bank worden genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 30 november 2015, met producties;

  • -

    de conclusie van antwoord, met producties;

  • -

    het tussenvonnis van 10 februari 2016, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

  • -

    de brief van de zijde van [eiser c.s.] van 16 maart 2016 met daarin een reactie op het in alinea 4.21. van de conclusie van antwoord gevorderde ontvankelijkheidsverweer en de toepasselijkheid van artikel 69 Rv;

  • -

    het rolbericht van 16 maart 2016 van NN Bank, waarin NN Bank zich ten aanzien van de toepasselijkheid van artikel 69 Rv refereert;

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 1 juni 2016 en de daarin genoemde stukken.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

NN Bank is een financiële instelling. In die hoedanigheid heeft NN Bank, in overeenstemming met haar wettelijke verplichting, ter bescherming van de integriteit en veiligheid van de financiële sector, een intern Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (hierna: Incidentenregister) aangelegd, waarin gedragingen van (rechts)personen worden vastgelegd die hebben geleid of kunnen leiden tot benadeling van financiële instellingen. Aan het Incidentenregister is een Extern Verwijzingsregister (hierna: EVR) gekoppeld, dat uitsluitend verwijzingsgegevens bevat, zoals bijvoorbeeld een naam en een geboortedatum of een KvK-nummer. Het EVR kan door andere financiële instellingen worden geraadpleegd om te toetsen of een (rechts)persoon in het EVR van een financiële instelling voorkomt.

2.2.

Op het Incidentenregister is het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2013 (hierna: het Protocol) van toepassing, dat luidt, voor zover van belang:

2 Begripsbepalingen

In dit Protocol wordt verstaan onder:

(…)

Incident een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of medewerkers van een Financiële Instelling, de Financiële Instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, zoals het falsificeren van nota’s, identiteitsfraude, skimming, verduistering in dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding.

(…)

3 Algemeen
3.1

Incidentenregister en Extern Verwijzingsregister

3.1.1

Iedere Deelnemer heeft een Incidentenregister, waarin door de betreffende Deelnemer gegevens van (rechts)personen worden vastgelegd ten behoeve van het in artikel 4.1.1 Protocol genoemde doel, naar aanleiding van of betrekking hebbend op een (mogelijk) Incident. (…)

(…)

4 Incidentenregister
4.1

Doel Incidentenregister

4.1.1

Met het oog op het kunnen deelnemen aan het Waarschuwingssysteem is iedere Deelnemer gehouden de volgende doelstelling voor het vastleggen van gegevens in het Incidentenregister te hanteren:

“Het geheel aan verwerkingen ten aanzien van het Incidentenregister heeft tot doel het ondersteunen van activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector, daaronder mede begrepen (het geheel van) activiteiten die gericht zijn:

 op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van gedragingen die kunnen leiden tot benadeling van de branche waar de financiële instelling deel van uitmaakt, van de economische eenheid (groep) waartoe de financiële instelling behoort, van de financiële instelling zelf, alsmede van haar cliënten en medewerkers;

 op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van oneigenlijk gebruik van producten, diensten en voorzieningen en/of (pogingen) tot strafbare of laakbare gedragingen en/of overtreding van (wettelijke) voorschriften, gericht tegen de branche waar de financiële instelling deel van uitmaakt, de economische eenheid (groep) waartoe de financiële instelling behoort, de financiële instelling zelf, alsmede haar cliënten en medewerkers;

 op het gebruik van en de deelname aan waarschuwingssystemen.”

(…)

5 Extern Verwijzingsregister

(…)

5.2

Vastlegging van gegevens in het Extern Verwijzingsregister

5.2.1

De Deelnemer dient de Verwijzingsgegevens van (rechts)personen die aan de hierna onder a en b vermelde criteria voldoen en na toepassing van het onder c genoemde proportionaliteitsbeginsel op te nemen in het Extern Verwijzingsregister.

a) De gedraging(en) van de (rechts)persoon vormden, vormen of kunnen een bedreiging vormen voor (I) de (financiële) belangen van cliënten en/of medewerkers van een Financiële instelling, alsmede de (Organisatie van de) Financiële instelling(en) zelf of (II) de continuïteit en/of de integriteit van de financiële sector.

b) In voldoende mate staat vast dat de betreffende (rechts)persoon betrokken is bij de onder a bedoelde gedraging(en). Deze vaststelling betekent dat van strafbare feiten in principe aangifte of klachten wordt gedaan bij een opsporingsambtenaar.

c) Het proportionaliteitsbeginsel wordt in acht genomen. Dit houdt in dat Veiligheidszaken vaststelt, dat het belang van opname in het Externe Verwijzingsregister prevaleert boven de mogelijk nadelige gevolgen voor de Betrokkene als gevolg van opname van zijn Persoonsgegevens in het Extern Verwijzingsregister.’

Voorts staat in het Protocol dat de gegevens worden verwijderd uit het Incidentenregister en/of het EVR indien niet langer aan de in respectievelijk artikel 3.1.1. en artikel 5.2.1. genoemde voorwaarden wordt voldaan. In elk geval moet verwijdering uiterlijk 8 jaar na opname van de gegevens in het Incidentenregister en het EVR plaatsvinden.

2.3.

[eiser] en [eiseres] hebben een affectieve relatie. In 2014 hebben zij besloten om samen een woning te kopen. In dat kader heeft [eiser c.s.] bij NN Bank geïnformeerd naar de mogelijkheid om een hypothecaire lening te verkrijgen. Bij de behandeling van deze aanvraag werd [eiser c.s.] van de zijde van NN Bank begeleid door de heer [A] , werkzaam bij NN Bank als hypotheekadviseur (hierna: [A] ).

2.4.

In juni 2014 heeft NN Bank een eerste verzoek van [eiser c.s.] om een hypotheek afgewezen, omdat het toenmalige door [eiser c.s.] opgegeven gezamenlijke inkomen van [eiser c.s.] onvoldoende was om in aanmerking te komen voor een hypothecaire lening. Vervolgens heeft [eiser c.s.] in augustus 2014 opnieuw een lening bij NN Bank aangevraagd met het oog op de aankoop van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT