Uitspraak Nº C/09/564916 / FA RK 18-9196. Rechtbank Den Haag, 2019-04-04
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2019:3286 |
Docket Number | C/09/564916 / FA RK 18-9196 |
Date | 04 Abril 2019 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 18-9196
Zaaknummer: C/09/564916
Datum beschikking: 4 april 2019
de moeder,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. A.F. Mandos te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. J.A. Hoste te Den Haag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
-
-
het verzoekschrift;
-
-
het verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek.
Op 7 maart 2019 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vrouw, bijgestaan door haar advocaat, en de man, bijgestaan door zijn advocaat en (gedurende de tweede helft van de zitting) een tolk.
De rechtbank heeft het de moeder toegestaan om ter zitting – ondanks het bezwaar van de vader – nadere stukken te overleggen. De rechtbank is van oordeel dat de stukken eenvoudig te doorgronden zijn en dat de vader hierdoor niet in zijn belang is geschaad.
-
-
Partijen hebben een affectieve relatie gehad.
-
-
Zij zijn de ouders van het volgende thans nog minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2017 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige] ).
-
-
Blijkens de aantekening in het gezagsregister van 6 december 2017 zijn de ouders gezamenlijk met het ouderlijk gezag over [minderjarige] belast.
-
-
[minderjarige] verblijft bij de moeder.
De moeder heeft haar verzoek ter zitting gewijzigd. Zij verzoekt nu haar vervangende toestemming te verlenen om met [minderjarige] te verhuizen naar Aruba, onder de volgende voorwaarden:
-
-
dat zij fysieke omgang zal faciliteren tussen de vader en [minderjarige] op het moment waarop zij niet op Aruba verblijft met [minderjarige] , en dit valt in de vrije tijd van de vader, zodat in die vrije tijd de vader verantwoordelijk zal zijn voor de zorg van [minderjarige] ;
-
-
dat zij via moderne media dagelijks contact faciliteert tussen de vader en [minderjarige] voor zover mogelijk en praktisch toelaatbaar, en waarbij het aan de vader is daar gebruik van te maken;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
De vader heeft zelfstandig verzocht:
primair:
-
-
te bepalen dat de zorg voor [minderjarige] door partijen bij helfte wordt gedeeld conform het als productie 1 overgelegde schema dan wel een zorgregeling te bepalen die de rechtbank juist acht;
-
-
te bepalen dat de vakanties en feestdagen in onderling overleg bij helfte worden gedeeld;
-
-
vervangende toestemming te verlenen aan de vader om met [minderjarige] op vakantie naar Aruba te gaan in de maand december 2019 voor de duur van maximaal vier weken;
- een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming te gelasten;
meer subsidiair:- indien het verzoek van de moeder wordt toegewezen, de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Vervangende toestemming verhuizing naar Aruba
Artikel 1:253a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat in geval van gezamenlijke gezagsuitoefening geschillen tussen de ouders op verzoek van beide of één van hen aan de rechtbank kunnen worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
De moeder verzoekt de rechtbank haar vervangende toestemming te verlenen om...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT