Uitspraak Nº C/09/582603 / HA RK 19-632. Rechtbank Den Haag, 2020-04-02

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:3139
Docket NumberC/09/582603 / HA RK 19-632
Date02 Abril 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

Zittingsplaats Den Haag

zaaknummer / rekestnummer: C/09/582603 / HA RK 19-632

Beschikking van 2 april 2020

in de zaak van

[verzoeker] , te [plaats] ,

verzoeker,

advocaat mr. S. Oosting te Groningen,

tegen

ACHMEA BANK N.V., te Tilburg,

verweerster,

advocaten mr. M.E.G. Murris en mr. P.M.A. Staal te Utrecht.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het op 1 november 2019 ontvangen verzoekschrift, met producties 1 tot en met 26,

  • -

    het verweerschrift, met productie 1,

  • -

    de mondelinge behandeling van 20 februari 2020 en de voor de zitting ontvangen aanvullende productie 2 van Achmea.

2 De feiten
2.1.

Achmea is een financiële dienstverlener. Achmea biedt onder meer hypothecair krediet aan.

2.2.

Op 7 mei 2013 is door tussenpersoon [B.V. X] (‘ [B.V. X] ’) namens [verzoeker] bij Achmea een aanvraag gedaan voor een hypothecaire geldlening ten behoeve van de aankoop van een woning. Achmea heeft op 8 mei 2013 een offerte uitgebracht. Ten behoeve van de hypotheekofferte zijn vervolgens aan Achmea diverse stukken toegestuurd, waaronder:

  • -

    een afschrift van een overlijdensrisicoverzekering met [verzoeker] als verzekeringnemer;

  • -

    een werkgeversverklaring van [A] (‘ [A] ’);

  • -

    een salarisspecificatie over april 2013 van [A] ;

  • -

    een op 23 januari 2013 ondertekende arbeidsovereenkomst tussen [A] en [verzoeker] ;

  • -

    een door ‘ [verzoeker] ’ ondertekende opgave van verbouwingswerkzaamheden voor een verbouwing van de gekochte woning;

  • -

    een kopie van het paspoort van [verzoeker] met een handgeschreven en ondertekende verklaring van [X] (dhr. [X] ) ‘origineel gezien en voor akkoord d.d. 13-03-2013’;

  • -

    een taxatierapport van de gekochte woning, opgesteld door dhr. [B] van [Makelaardij ] B.V. in opdracht van ‘ [verzoeker] ’;

2.3.

Ook zijn, op verzoek van Achmea, afschriften toegestuurd van de ABN-AMRO bankrekening met bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] op naam van [verzoeker] , over

de periode 1 januari 2013 tot en met 31 mei 2013. Op de toegestuurde rekeningafschriften zijn loonbetalingen door [A] te zien.

2.4.

Bij controle door Achmea bij ABN AMRO is gebleken dat de op de afschriften weergegeven inkomsten van [A] bij de daadwerkelijke transacties op de bankrekening ontbreken.

2.5.

Evenmin is gebleken dat tussen [verzoeker] en [A] een arbeidsovereenkomst heeft bestaan.

2.6.

Op 11 juni 2013 heeft Achmea de gegevens van [verzoeker] geregistreerd in de interne Gebeurtenissenadministratie, het Incidentenregister (met verwijzing in het Extern Verwijzingsregister (‘EVR’) en het SFH-register van Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (‘SFH’). Reden voor de registratie is ‘het overleggen van valse afschriften’ bij de hypotheekaanvraag. Achmea heeft [verzoeker] bij brief van 11 juni 2013 over de opname in het Incidentenregister geïnformeerd. Ook heeft Achmea bij de politie aangifte gedaan van fraude door [verzoeker] .

2.7.

Op 11 juli 2013 heeft de (toenmalige) advocaat van [verzoeker] verzocht de gegevens van [verzoeker] uit de registers te verwijderen, omdat [verzoeker] betwist dat hij iets van doen heeft met de op zijn naam ingediende hypotheekaanvraag.

2.8.

Op 30 januari 2014 is [verzoeker] als verdachte door de politie verhoord. Daarbij heeft [verzoeker] ontkend bij de hypotheekaanvraag betrokken te zijn.

2.9.

Bij brief van 28 september 2015 heeft de politie aan (de toenmalige gemachtigde van) [verzoeker] bericht dat de zaak waarin hij als verdachte is aangemerkt, is opgelegd en niet is doorgestuurd naar het arrondissementsparket.

2.10.

Bij brief van 2 maart 2016 heeft het Openbaar Ministerie (Arrondissementsparket Noord-Nederland, hierna: ‘OM’) het volgende aan (de toenmalige advocaat van) [verzoeker] bericht:

‘In antwoord op uw brief van 1 februari bericht ik u dat in de zaak tegen uw cliënt, dhr. [verzoeker] , een uitgebreid onderzoek van de politie heeft plaatsgevonden. Uit dat onderzoek is niet kunnen blijken dat uw cliënt het feit heeft gepleegd waarvan aangifte is gedaan.

Door de politie is – in overleg met het Openbaar Ministerie – besloten om geen proces-verbaal tegen uw cliënt op te maken.

Helaas is verzuimd om uw cliënt van deze beslissing in kennis te stellen. Ik bied u hiervoor dan ook mijn welgemeende excuses aan.’

2.11.

Op 18 oktober 2016 heeft Achmea aan (de toenmalige gemachtigde van) [verzoeker] bericht dat Achmea niet op de hoogte was van het sepot en dat Achmea de gegevens van [verzoeker] uit het EVR en het SFH zal verwijderen, omdat het handhaven van de registratie volgens Achmea ‘vanuit proportionaliteit niet rechtvaardig meer is’.

2.12.

Bij brief van 4 november 2016 heeft het OM de sepotbeslissing aan [verzoeker] toegestuurd. In de beslissing staat, voor zover relevant:

‘Sinds dd. 30-07-2013 wordt u verdacht van een strafbaar feit, valsheid in geschrifte, gepleegd op 08-05-2013.

U bent in het onderzoek, dat naar aanleiding van deze zaak is ingesteld, als verdachte gehoord. De politie heeft vervolgens de zaak voorgelegd aan het Openbaar Ministerie.

Na bestudering van de zaak heb ik de volgende beslissing genomen:

De zaak tegen u wordt geseponeerd; u zult dus niet verder voor dit feit worden vervolgd,

Sepotgrond: onvoldoende bewijs(02)

Toelichting: (…) Uw zaak is door de politie opgelegd op 4 februari 2014 en omstreeks die datum is [fraudespecialist] (fraudespecialist bij Achmea, rechtbank) hierover geïnformeerd door de verbalisant die met het onderzoek bezig is geweest. Helaas is verzuimd u ook daarover in te lichten. Ik heb mijn verontschuldigingen daarover inmiddels aan u aangeboden. Nu de zaak is geseponeerd kan ik u helaas niet alle stukken gaan verstrekken. Ik kan u nog wel mededelen dat uit het onderzoek niet is gebleken wie namens u de hypotheek heeft aangevraagd.’

2.13.

Op 3 januari 2017 heeft bij Achmea een administratieve ‘omhanging’ plaatsgevonden. Daardoor is de eerder verwijderde registratie van [verzoeker] in het EVR en het SFH weer actief geworden. [verzoeker] is hiermee in december 2017 bekend geworden en heeft vervolgens Achmea daarvan op de hoogte gebracht. Op 8 januari 2018 heeft Achmea aan [verzoeker] excuses gemaakt voor de ontstane fout en gemeld dat de EVR en SFH-registratie per direct door Achmea zijn verwijderd.

2.14.

Bij brief van 5 augustus 2019 heeft mr. Oosting namens [verzoeker] verzocht om ook de gegevens van [verzoeker] uit de interne registers te verwijderen. Ook heeft [verzoeker] Achmea aansprakelijk gesteld op grond van onrechtmatige registratie in de externe registers.

2.15.

Op 11 september 2019 heeft Rabobank geconstateerd dat bij [verzoeker] (nog steeds) een SFH-registratie was opgenomen. Nadat hierover contact is geweest tussen Rabobank en Achmea, heeft Achmea de SFH-registratie op 16 september 2019 alsnog verwijderd.

2.16.

Per e-mail van 19 september 2019 heeft Achmea gereageerd op de brief van mr. Oosting van 5 augustus 2019. Achmea heeft zich op het standpunt gesteld dat de registratie in de interne registers (Incidentenregister en Gebeurtenissenadministratie) gehandhaafd dient te blijven. Achmea schrijft daarover onder meer:

‘(…) Het vermoeden blijft overeind blijft dat uw cliënt door het opgeven van een vals inkomen heeft geprobeerd een hypotheek te verkrijgen. (…) Nadat ons bekend is geworden dat de zaak door het OM was geseponeerd, is Achmea op 18 oktober 2016 overgegaan tot verwijdering uit de externe registers. De bovengenoemde geconstateerde feiten gaven Achmea echter voldoende aanleiding om de interne registratie in stand te houden. (…)’

2.17.

Na ontvangst van het verzoekschrift van [verzoeker] in deze procedure is Achmea, na herbeoordeling, alsnog overgegaan tot verwijdering van de gegevens van [verzoeker] uit het Incidentenregister per 8 januari 2020.

3 Het verzoek
3.1.

[verzoeker] verzoekt, samengevat en na vermeerdering/wijziging van de verzoeken op de mondelinge behandeling, dat de rechtbank...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT