Uitspraak Nº C-09-559607-HA ZA 18-965. Rechtbank Den Haag, 2020-09-30

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:10052
Docket NumberC-09-559607-HA ZA 18-965
Date30 Septiembre 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/09/559607 / HA ZA 18-965

Vonnis van 30 september 2020

in de zaak van

[eiser] ,

te [plaats] ,

eiser,

advocaat mr. A.G. de Jong te Den Haag,

tegen

DE STAAT DER NEDERLANDEN (MIN VAN VWS),

zetelend te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. G.C. Nieuwland te Den Haag.

Partijen worden hierna [eiser] en de Staat genoemd.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 10 augustus 2018,

  • -

    de rolbeslissing van 19 september 2018, waarbij [eiser] in de gelegenheid is gesteld ontbrekende gegevens in te dienen,

  • -

    de akte van 3 oktober 2018 aan de zijde van [eiser] ,

  • -

    de conclusie van antwoord, met producties

  • -

    het tussenvonnis van 30 januari 2019, waarbij een comparitie van partijen werd bevolen,

  • -

    de schriftelijke toelichting aan de zijde van [eiser] , met producties,

  • -

    de schriftelijke toelichting aan de zijde van de Staat.

1.2.

De comparitie van partijen die bepaald was op 19 mei 2020 kon vanwege de landelijke maatregelen in verband met het coronavirus niet doorgaan. Partijen hebben vervolgens eenstemmig gekozen voor de schriftelijke procedure, die deze rechtbank gedurende de beperkende maatregelen in verband met het coronavirus tijdelijk mede hanteert. Daarbij is door partijen eenstemmig afgezien van hun recht op een mondelinge behandeling.

1.3.

Vervolgens is een datum bepaald voor het wijzen van vonnis.

2 De feiten
2.1.

[eiser] heeft bedrijfsmatig zogenoemde mCPP-pillen geproduceerd en verkocht. mCPP staat voor meta-Chloro-Phenyl-Piperazine. Hij heeft daartoe ongeveer 100 kilo mCPP ingevoerd vanuit India en de daarmee geproduceerde pillen verkocht als legale XTC-pillen.

2.2.

[eiser] is strafrechtelijk vervolgd. Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (hierna: het hof) van 6 oktober 20091 (hierna: het arrest) is [eiser] , voor zover relevant, veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar wegens opzettelijke overtreding van artikel 2 lid 3 van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (nu Geneesmiddelenwet). Kort gezegd gaat het om het onbevoegd (namelijk zonder vergunning) produceren en verkopen van een geneesmiddel. Het hof heeft na inwinning van deskundigenadvies geconcludeerd dat mCPP een enkelvoudige substantie is, die bij de mens kan worden gebruikt, of aan de mens kan worden toegediend, om fysiologische functies te wijzigen door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te bewerkstelligen. Op grond van het zogenoemde ‘toedieningscriterium’ valt mCPP volgens het hof daarmee onder de definitie van het begrip geneesmiddel als bedoeld in Richtlijn 2001/83/EG (hierna: de Richtlijn), gewijzigd in Richtlijn 2004/27/EG en is het tevens een geneesmiddel in de zin van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening.

2.3.

[eiser] is in cassatie gegaan van dit arrest. Bij arrest van 14 juni 2011 heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.2

2.4.

Het Openbaar Ministerie is vervolgens een procedure gestart om [eiser] het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de productie en levering van de mCPP-pillen te ontnemen. Bij arrest van 22 november 2013 heeft het hof [eiser] in deze procedure veroordeeld tot betaling van € 22.588,87 aan de Staat ter ontneming van dit voordeel.3 [eiser] is in cassatieberoep gekomen van dit arrest. Op 23 oktober 2014 heeft hij dit cassatieberoep weer ingetrokken.

2.5.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) heeft in een prejudiciële procedure op verzoek van het Duitse Bundesgerichtshof in een arrest van 10 juli 2014 in de gevoegde zaken C‑358/13 en C‑181/14 [… 1].4 geoordeeld dat substanties waarvan de effecten beperkt zijn tot louter een wijziging van de fysiologische functies, zonder dat zij direct of indirect een gunstige invloed kunnen hebben op de menselijke gezondheid, niet onder het begrip geneesmiddel zoals gedefinieerd in de Richtlijn vallen.

2.6.

Op basis van dit arrest van het HvJEU worden synthetische cannabinoïden en andere zogeheten New Psycho-active Substances, zoals mCPP, niet meer als een geneesmiddel in de zin van de Geneesmiddelenwet beschouwd. Producenten van

NPS worden niet meer vervolgd voor overtreding van de Geneesmiddelenwet.

2.7.

[eiser] heeft op 30 juni 2017 naar aanleiding van het arrest van het HvJEU van 10 juli 2014 op grond van artikel 457 lid 1c, Wetboek van Strafvordering (Sv), een verzoek tot herziening van het arrest ingediend. Voor herziening is de aanwezigheid van een novum vereist. Daarbij moet het gaan om een nieuw gegeven dat bij het onderzoek ter terechtzitting de rechter niet bekend was, en dat een ernstig vermoeden doet ontstaan dat indien dit wel het geval zou zijn geweest, dit tot vrijspraak had geleid.

2.8.

Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad mr. Spronken heeft bij conclusie van 13 februari 20185 geconcludeerd tot schorsing van de behandeling van het herzieningsverzoek door de Hoge Raad, hetzij totdat HvJEU de prejudiciële vraag zou hebben beantwoord die het Oostenrijkse Oberste Gerichtshof in de zaak C-234/17 XC e.a. had gesteld, hetzij totdat door de Hoge Raad zelf te stellen vragen aan het HvJEU met de strekking in hoeverre het Unierecht verplicht tot herziening van een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling als deze in het licht van een later arrest van het HvJEU in strijd met het Unierecht blijkt te zijn, zouden zijn beantwoord. Daarbij heeft de Advocaat-Generaal ook opgemerkt dat het volgens haar evident is, zoals ook in de herzieningsaanvraag wordt betoogd, dat het hof bij de behandeling van de zaak tegen [eiser] in 2009 niet tot een veroordeling van [eiser] was gekomen indien het op de hoogte zou zijn geweest van de uitleg van het begrip geneesmiddel zoals het HvJEU in 2014 heeft gegeven.

2.9.

[eiser] heeft de Staat bij brief van 6 juli 2018 aansprakelijk gesteld omdat het hof hem volgens [eiser] onterecht heeft veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. De Staat heeft bij brief van 1 augustus 2018...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT