Uitspraak Nº C/10/532451 / HA ZA 17-757. Rechtbank Rotterdam, 2019-03-13

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:1945
Docket NumberC/10/532451 / HA ZA 17-757
Date13 Marzo 2019

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/532451 / HA ZA 17-757

Vonnis van 13 maart 2019

in de zaak van

de vennootschap naar buitenlands recht

TALE LUXEMBOURG S.A.R.L.,

gevestigd te Luxemburg, Luxemburg,

eiseres,

advocaat mr. M.W.J. Jongmans te ’s-Hertogenbosch,

tegen

de vennootschap naar buitenlands recht

BUBBLE N.V.,

gevestigd te Gent, België,

gedaagde,

advocaat mr. V. van Druenen te Amsterdam.

Partijen zullen hierna Tale en Bubble genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Tale heeft Bubble bij exploot van 5 juli 2017 gedagvaard voor deze rechtbank en gevorderde zoals in dat exploot beschreven onder overlegging van zeven producties.

1.2.

Bubble heeft een conclusie van antwoord genomen en daarbij veertien producties overgelegd.

1.3.

De rechtbank heeft een comparitie van partijen bepaald en aan partijen een agenda voor die comparitie toegezonden.

1.4.

Op de comparitie heeft Tale tevoren toegezonden aktes houdende vermindering van eis en houdende samenvatting standpunten genomen en daarbij haar producties 8 tot en met 12 overgelegd.

Partijen hebben ter comparitie hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities die zij hebben overgelegd.

Van de comparitie is proces-verbaal opgemaakt.

1.5.

Ter comparitie hebben partijen vonnis gevraagd.

2 De vorderingen en het verweer
2.1.

Na eisvermindering en eiswijziging bij akte, vordert Tale dat de rechtbank Bubble bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal veroordelen:

  1. tot betaling van € 1.504.802 als contractuele schade, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente daarover als bedoeld in artikel 6:119a BW, subsidiair die bedoeld in artikel 6:119 BW, te berekenen vanaf 1 juni 2016, subsidiair een door de rechtbank te bepalen datum, althans vanaf de datum, van dagvaarding, tot aan de dag der algehele betaling;

  2. tot betaling van € 3.600 ter zake van buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW te berekenen vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele betaling;

  3. tot vergoeding van de proceskosten met inbegrip van de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis en - voor het geval deze niet binnen de gestelde termijn zijn voldaan - te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:199 BW over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.

2.2.

Daartoe stelt Tale – samengevat weergegeven – het volgende.

2.2.1.

Tale grondt haar vorderingen (uitsluitend) op toerekenbare tekortkomingen door Bubble van haar verbintenissen onder de op 1/18 maart 2016 gedateerde Exclusivity Agreement tussen partijen (hierna: Exclusivity Agreement).

2.2.2.

In artikel 1 van de Exclusivity Agreement is Bubble de onmiddellijk opeisbare verbintenis aangegaan om op haar vervoermiddelen en de bedrijfskleding van haar koeriers de afgesproken reclame-uitingen ten behoeve van Tale te maken. Die verbintenis had Bubble in ieder geval vanaf 1 juni 2016 moeten nakomen. Bubble is die verbintenis niet nagekomen en heeft medegedeeld dat ook niet te zullen doen. Uitgaande van beëindiging van de Exclusivity Agreement per 28 juni 2017, heeft Tale daardoor gedurende twaalf maanden (extra) merkwaarde en naamsbekendheid misgelopen. Gelet op de ten minste 150 vervoermiddelen van Bubble en de prijs van € 675 per maand die Bubble aan derden rekent om op haar vervoermiddelen (bakfiets of stint) reclame te maken, beloopt de schade van Tale (150 maal 12 maal € 675, derhalve) € 1.215.000. Bubble is aansprakelijk voor die schade en verplicht die schade te vergoeden.

2.2.3.

In artikel 2 van de Exclusivity Agreement is Bubble de onmiddellijk opeisbare verbintenis aangegaan om exclusief aan Tale opdracht te verstrekken voor de uitvoering van alle bezorgopdrachten op de plaatsen waar Bubble zelf niet actief is.

Die verbintenis had Bubble vanaf 18 maart 2016 moeten nakomen. Bubble is die verbintenis niet nagekomen en heeft medegedeeld dat ook niet te zullen doen. Daardoor is Tale € 619 per dag aan winst misgelopen die zij met de uitvoering van die opdrachten zou maken. Uitgaande van beëindiging van de Exclusivity Agreement per 28 juni 2017, heeft Tale (€ 619 maal 469 dagen, derhalve) € 289.842 aan winst misgelopen.

2.2.4.

Daarom dient Bubble € 1.504.842 aan schadevergoeding aan Tale te betalen, te vermeerderen met rente.

2.2.5.

Tale vordert vergoeding van buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 3.600 wegens de tijd die haar medewerkers hebben moeten besteden aan de vaststelling van aansprakelijkheid van Bubble en van de ten gevolge daarvan door Tale geleden schade.

2.3.

De conclusie van Bubble strekt tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van Tale in “de volledige kosten van het geding aan de zijde van” Bubble.

2.3.1.

Bubble betwist dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenissen onder de Exclusivity Agreement.

Partijen hadden de bedoeling om een strategische samenwerking aan te gaan. De Exclusivity Agreement is in het kader van overleg over zodanige samenwerking tot stand gekomen. De Exclusivity Agreement regelt maar een klein gedeelte van de beoogde samenwerking. Daarbij zouden partijen elkaar inschakelen, zou Tale het interlokale en internationale vervoer verrichten en Bubble de lokale ophaal- en distributiediensten (“first-and-last-mile”). Verder zou Tale investeren in Bubble. Echter, zodanige samenwerking is er niet van gekomen. Tale heeft niet de beoogde opdrachten aan Bubble gegeven en evenmin haar tarieven ten opzichte van Bubble aangepast, zoals in het kader van de samenwerking was voorzien. Zodoende kon Tale evenmin van Bubble onvoorwaardelijke nakoming van de Exclusivity Agreement verwachten. In dat licht dienen de afspraken en toezeggingen in de Exclusivity Agreement te worden gezien en uitgelegd.

2.3.2.

Bubble betwist dat zij in verzuim is komen te verkeren ten aanzien van haar verbintenissen onder de Exclusivity Agreement. Voorts voert Bubble aan dat zij gerechtvaardigd de nakoming van haar verbintenissen heeft opgeschort, omdat Tale haar verbintenissen niet nakwam.

2.3.3.

Omdat Tale niet heeft voldaan aan haar stelplicht en haar substantiëringsplicht, heeft Bubble bij het opstellen van haar verweer in veel gevallen moeten gissen wat Tale bedoelde, hetgeen voor Bubble hogere kosten van verweer heeft meegebracht. Daarom dient Tale de volledige kosten van het voeren van verweer aan Bubble te vergoeden, in ieder geval dient de rechtbank bij de kostenveroordeling met deze omstandigheid rekening te houden.

3 De beoordeling internationaal geval; bevoegdheid; toepasselijk recht
3.1.

Deze zaak betreft een internationaal geval, aangezien Tale in Luxemburg en Bubble in België is gevestigd en partijen voor de rechter in Nederland procederen. Daarom dient de rechtbank eerst haar (internationale) bevoegdheid en het toepasselijk recht te bepalen.

3.2.

Ter comparitie hebben partijen eenstemmig het volgende verklaard:

  • -

    i) rechtsmacht en bevoegdheid van deze rechtbank zijn gegrond op het forumkeuzebeding in artikel 5.2 van de Exclusivity Agreement;

  • -

    ii) de rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door Nederlands recht.

Ten gronde

3.3.

De hoofdvordering van Tale vormt een vordering tot schadevergoeding wegens gestelde toerekenbare tekortkoming in de nakoming onder de Exclusivity Agreement. De bij dagvaarding ingestelde vorderingen tot nakoming en de andere gronden voor aansprakelijkheid heeft Tale later teruggenomen.

Tale baseert haar vorderingen (uitsluitend) op gestelde tekortkomingen in de contractuele verbintenissen van Bubble onder artikel 1 en 2 van de Exclusivity Agreement.

3.4.

Bubble betwist zodanige verbintenissen te hebben en in verzuim te verkeren ten aanzien van de nakoming van die verbintenissen. Verder voert Bubble aan gerechtvaardigd de nakoming van haar verbintenissen te hebben opgeschort.

3.5.

Omdat Tale stelt dat Bubble in artikel 1 en 2 van de Exclusivity Agreement zelfstandige verbintenissen op zich heeft genomen tot het maken van (een nader overeengekomen vorm van) reclame voor Tale op alle vervoermiddelen en op de bedrijfskleding van de medewerkers van Bubble, respectievelijk tot het geven van opdrachten voor het ophalen en bezorgen van zaken, en omdat Bubble betwist zodanige zelfstandige verbintenissen te hebben c.q. dat zij die niet behoorlijk is nagekomen, dient de rechtbank de (betreffende bepalingen van de) Exclusivity Agreement uit te leggen.

Komen zodanige verbintenissen van Bubble vast te staan, dan dient de rechtbank vervolgens te onderzoeken of Bubble in verzuim is geraakt in de nakoming van die verbintenissen. Voor aansprakelijkheid tot schadevergoeding wegens niet-nakoming van verbintenissen, zoals door Tale gevorderd, is immers vereist dat de schuldenaar (hier: Bubble) in verzuim verkeert (artikel 6:74 BW). In bevestigend geval dient de rechtbank vast te stellen welke schade aan zodanige wanprestatie van Bubble valt toe te rekenen.

3.6.

De Exclusivity Agreement luidt als volgt – voor zover voor de verdere beoordeling van belang :

“AGREED TERMS

1. Advertisement

1.1

Bubble hereby grants exclusivity to Tale of advertising with regard to or related to logistic (services) on all means of transport, all in the broadest sense, besides advertisement for Bubble Post.

1.2

The exclusivity to advertise entails the use and expression of the brand 'Parcel International’ in such form and with such content as provided by Tale and in accordance with the drawings attached as Appendix 1.

1.3

The exclusivity is granted for an indefinite period of time as from the date of its signing.

1.4

Bubble shall charge Tale EUR...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT