Uitspraak Nº C/10/545261 / FA RK 18-1395 en C/10/552961 / FA RK 18-4828. Rechtbank Rotterdam, 2019-04-19

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:3424
Docket NumberC/10/545261 / FA RK 18-1395 en C/10/552961 / FA RK 18-4828
Date19 Abril 2019
Rechtbank Rotterdam

Team familie

zaaknummers / rekestnummers: C/10/545261 / FA RK 18-1395 en C/10/552961 / FA RK 18-4828

Beschikking van 19 april 2019 betreffende de echtscheiding

in de zaak van:

[naam man] , de man,

wonende te [woonplaats man] , [adres man] ,

advocaat mr. C.C. van Bodegom te 's-Gravenhage,

t e g e n

[naam vrouw] , de vrouw,

ingeschreven te [woonplaats vrouw] , [adres vrouw] ,

advocaat mr. E.M.F. Prickartz te Schiedam.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het verzoekschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 20 februari 2018;

  • -

    het F9-formulier van de man, ingekomen op 20 maart 2018;

  • -

    het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek, ingekomen op 13 juni 2018;

  • -

    het verweerschrift op het zelfstandig verzoek met bijlagen, ingekomen op 15 augustus 2018;

  • -

    het rapport van de bijzondere curator, ingekomen op 17 oktober 2018;

  • -

    het aanvullende verzoek van de zijde van de vrouw, ingekomen op 28 december 2018;

  • -

    de brief met bijlagen van de zijde van de vrouw van 28 december 2018;

  • -

    de brief met bijlagen van de zijde van de vrouw van 11 januari 2019;

  • -

    de brief met bijlagen van de zijde van de vrouw van 15 januari 2019;

  • -

    de brief met bijlagen van de zijde van de man van 15 januari 2019.

1.2.

De behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 25 januari 2019.

Bij die gelegenheid zijn verschenen:

  • -

    de man met zijn advocaat;

  • -

    de vrouw met haar advocaat;

  • -

    de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), ter zitting vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] en

  • -

    de bijzondere curator [naam curator] .

1.3.

Tijdens de behandeling is door de advocaat van de vrouw een pleitnotitie in drie delen overgelegd.

1.4.

Na de mondelinge behandeling is op verzoek van de rechtbank door de man nog de salarisspecificatie over januari 2019 toegestuurd. Verder was partijen verzocht de rechtbank te berichten indien zij overeenstemming hadden bereikt over één of meerdere onderwerpen. Uit de brieven van 4 en 8 februari 2019 volgt dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt. Op de toelichting die hierover nog wordt gegeven in de brief van 4 februari 2019 van de advocaat van de vrouw, wordt geen acht geslagen. De rechtbank had enkel verzocht een salarisspecificatie toe te sturen en een eventuele overeenstemming weer te geven.

1.5.

De minderjarigen [naam minderjarige 1] en [naam minderjarige 2] zijn, gelet op hun leeftijd, in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken. Zij hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

2 De beoordeling
2.1.

Partijen zijn met elkaar gehuwd te Neder-Betuwe op 26 februari 2004.

2.2.

De minderjarige kinderen van partijen zijn:

[naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2004 te [geboorteplaats minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2006 te [geboorteplaats minderjarige 2] ,

[naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum minderjarige 3] 2009 te [geboorteplaats minderjarige 3] .

2.3.

De man heeft de Nederlandse nationaliteit. De vrouw is burger van de Bondsrepubliek Duitsland.

2.4.

Scheiding

2.4.1.

De man verzoekt de echtscheiding tussen partijen uit te spreken. Hij stelt dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.

2.4.2.

De vrouw betwist de gestelde duurzame ontwrichting niet. Zij verzoekt bij zelfstandig verzoek ook de echtscheiding tussen partijen uit te spreken.

2.4.3.

Nu ten tijde van de indiening van het verzoekschrift de gewone verblijfplaats van de man zich in Nederland bevond en deze daar sinds ten minste een jaar onmiddellijk voorafgaand aan die indiening verblijfplaats had, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding.

2.4.4.

Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.

2.4.5.

Op grond van artikel 815, lid twee van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), voor zover hier van belang, dient een (inleidend) verzoekschrift tot echtscheiding een ouderschapsplan te bevatten ten aanzien van de minderjarige kinderen van partijen over wie zij al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen. Omdat het ouderschapsplan in de wet is geformuleerd als een processuele eis bij een verzoek tot echtscheiding heeft de rechtbank de bevoegdheid een echtgenoot in het verzoek tot echtscheiding niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815, lid zes Rv).

2.4.6.

Door partijen is geen ouderschapsplan overeenkomstig artikel 815, lid twee Rv overgelegd. Omdat partijen voldoende hebben gemotiveerd dat het voor hen op dit moment redelijkerwijs niet mogelijk is een door beide partijen akkoord bevonden ouderschapsplan over te leggen, zal de rechtbank beide partijen ontvangen in het verzoek tot echtscheiding.

2.4.7.

Het verzoek tot echtscheiding wordt, als niet weersproken en op de wet gegrond, toegewezen.

2.5.

Verblijfplaats

2.5.1.

De man verzoekt te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij hem zal zijn.

2.5.2.

De vrouw voert gemotiveerd verweer. Bij zelfstandig verzoek vraagt zij te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij haar zal zijn.

2.5.3.

Nu de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar het recht van Nederland te beslissen op het verzoek tot vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen.

2.5.4.

Bij beschikking van 2 juli 2018 is aan de man toestemming verleend om met de minderjarigen naar de gemeente Amersfoort te verhuizen en de minderjarigen aldaar in te schrijven op scholen en bij sportverenigingen. De man heeft op 24 augustus 2018 met de minderjarigen zijn intrek genomen in zijn woning in Amersfoort. De man heeft onweersproken gesteld dat de minderjarigen daar naar school gaan en lid zijn van een hockeyvereniging. Uit het verslag van de bijzondere curator blijkt dat de minderjarigen het lastig vonden om uit hun oude leefomgeving te vertrekken en naar Amersfoort te verhuizen. Dat zij nu langzaam aan het wennen zijn daar en een eigen (sociaal) leven opbouwen, zoals de man stelt, is in hun belang. Zeker aangezien de minderjarigen zelf aangeven behoefte te hebben aan structuur en duidelijkheid. Dat wordt hen door de man in Amersfoort geboden. Het is in het belang van de minderjarigen dat zij, vooral in de situatie die is ontstaan als gevolg van de echtscheiding, een vaste thuisbasis hebben. Hoewel de vrouw gedurende de laatste tien jaren van het huwelijk geen betaalde arbeid verrichtte en zij dus feitelijk het meest beschikbaar was voor de (verzorging en opvoeding van de) minderjarigen, kan dat er niet toe leiden dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw zullen hebben. De vrouw kan de gewenste structuur en duidelijkheid immers niet bieden. Zij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. De vrouw verklaart ter zitting afwisselend bij een vriendin, in hotels en in vakantieparken te verblijven. Er is, zo stelt zij, ook geen zicht op een woning. Daarbij is het zo dat de man onweersproken heeft gesteld gedurende twee dagen per week thuis te werken en flexibele werktijden te hebben zodat hij de zorg voor de minderjarigen kan combineren met zijn werkzaamheden. Gelet hierop wordt het verzoek van de man om te bepalen dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats bij hem hebben, toegewezen. Het verzoek van de vrouw wordt afgewezen.

2.6.

Zorgregeling

2.6.1.

De man verzoekt een regeling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: zorgregeling) vast te stellen tussen de vrouw en de minderjarigen die de rechtbank juist acht.

2.6.2.

De vrouw voert gemotiveerd verweer. Bij zelfstandig verzoek vraagt zij een zorgregeling te bepalen voor het geval de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de man wordt bepaald.

2.6.3.

Nu de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar het recht van Nederland te beslissen op het verzoek tot vaststelling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken.

2.6.4.

Omdat de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de man wordt bepaald, zal een zorgregeling tussen de vrouw en de minderjarigen worden vastgesteld. Daarbij staat voorop dat de minderjarigen behoefte hebben aan contact met de vrouw. Zij willen dat de vrouw beschikbaar is voor hen. Het is ook in het belang van de minderjarigen om met beide ouders structureel contact te hebben. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders hiervoor te zorgen. De ouders dienen het contact met de andere ouder te stimuleren. Door de onrustige en instabiele situatie die is ontstaan na het feitelijke uiteengaan van partijen, door de echtscheidingsprocedure en door de verhuizing, zijn de minderjarigen geraakt. Uit het rapport van de bijzondere curator blijkt dat zij last hebben van de situatie. Dit komt bij ieder van de minderjarigen weer anders tot uiting. De rechtbank sluit zich aan bij het advies van de bijzondere curator om voor de drie minderjarigen individuele hulp in te schakelen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat voor [naam minderjarige 2] hulp is ingeschakeld. Voor de andere minderjarigen, met name voor [naam minderjarige 3] , dient echter ook op korte termijn hulpverlening te worden geregeld. Omdat zij zelf denkt aan hulp in groepsverband, kunnen partijen haar opgeven voor een project als KIES. De rechtbank vindt het, gelet op de hele situatie en de houding van partijen, nodig om hiervoor nog eens nadrukkelijk een beroep op partijen te doen. Het is de verantwoordelijkheid van beide ouders om dit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT