Uitspraak Nº C/10/566286 / HA RK 19-73. Rechtbank Rotterdam, 2019-06-24

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:4992
Docket NumberC/10/566286 / HA RK 19-73
Date24 Junio 2019

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rekestnummer: C/10/566286 / HA RK 19-73

Beschikking van 24 juni 2019

in de zaak van

JULIO ALBERTO POCH,

wonende te Zuidschermer,

verzoeker,

advocaten mrs. G.G.J.A. Knoops, C.J. Knoops-Hamburger en P. van der Vegt te Amsterdam,

tegen

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

meer in het bijzonder:

1. HET MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID, 2. HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN,

beide gevestigd te Den Haag,

verweerder,

advocaten mrs. C.M. Bitter en G.C. Nieuwland te Den Haag.

Partijen zullen hierna Poch en de Staat worden genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het op 6 december 2018 bij de rechtbank Den Haag ingekomen verzoekschrift tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ex artikel 186 Rv, met bijlagen 1 tot en met 14;

  • -

    de brief van 10 januari 2019 van mr. Knoops, met bijlage 15;

  • -

    de beschikking van 16 januari 2019 van de rechtbank Den Haag, waarbij de rechtbank Den Haag de zaak ter verdere behandeling heeft verwezen naar de rechtbank Rotterdam;

  • -

    het verweerschrift;

  • -

    een tweetal brieven van 23 april 2019 van mr. Knoops, met bijlagen 16 tot en met 30 respectievelijk bijlage 31;

  • -

    de mondelinge behandeling ter zitting van 27 mei 2019 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities/pleitnota van mr. Knoops en mr. Bitter.

2 De feiten
2.1.

Poch is geboren in Argentinië en emigreerde in 1988 naar Nederland waar hij in dienst is getreden bij Transavia Airlines (hierna: Transavia). Sinds 1995 heeft Poch naast de Argentijnse nationaliteit ook de Nederlandse nationaliteit.

2.2.

Na een militaire staatsgreep op 24 maart 1976 onder leiding van generaal Jorge Videla heerste in de periode van 1976 – 1983 in Argentinië een militaire dictatuur, waarvan Jorge Videla tot 29 maart 1981 de eerste president was (hierna: het Videla-regime).

2.3.

Het Nederlands Openbaar Ministerie is in 2006 een oriënterend (opsporings)onderzoek jegens Poch gestart met betrekking tot zijn vermeende betrokkenheid bij gedwongen verdwijningen van personen in de periode van 1976 – 1983 in Argentinië. In het kader van dat onderzoek heeft de Nederlandse officier van justitie op 14 juli 2008 een internationaal verzoek om rechtshulp aan Argentinië gedaan.

2.4.

In 2008 was in Argentinië een grootschalig strafrechtelijk onderzoek gaande naar misdrijven ten tijde van het Videla-regime, in het bijzonder misdrijven in verband met de marine school ESMA. Het proces dat volgde naar aanleiding van dit strafrechtelijk onderzoek werd ESMA-proces genoemd.

2.5.

Naar aanleiding van het Nederlandse rechtshulpverzoek (zie onder 2.3) zijn de Argentijnse autoriteiten zelf een onderzoek gestart naar Poch en heeft Argentinië op haar beurt een rechtshulpverzoek aan Nederland gedaan.

2.6.

Eind 2008/begin 2009 heeft Argentinië Nederland verzocht om de uitlevering van Poch.

2.7.

De Staat heeft de Spaanse en Argentijnse autoriteiten geïnformeerd dat Poch op 22 september 2009 als piloot van Transavia een vlucht zou uitvoeren naar Spanje.

2.8.

Op 22 september 2009 is Poch op de luchthaven van Valencia aangehouden. Op diezelfde dag heeft in de woning van Poch een doorzoeking plaatsgevonden.

2.9.

Na zijn aanhouding in Spanje heeft Poch bij de rechtbank Den Haag een kort geding tegen de Staat gevoerd waarin hij onder meer vorderde dat de Staat de strafvervolging zou overnemen. De voorzieningenrechter (in de persoon van mr. R.J. Paris) heeft de vordering van Poch bij vonnis van 18 december 2009 afgewezen.

2.10.

Op 6 mei 2010 is Poch door de Spaanse autoriteiten uitgeleverd aan Argentinië waar hij in het kader van het ESMA-proces (zie onder 2.4) strafrechtelijk is vervolgd. Sindsdien was Poch – behoudens in de periode december 2010 - juni 2011 – in voorlopige hechtenis gesteld.

2.11.

Op 29 november 2017 is Poch in Argentinië vrijgesproken van de hem in het kader van het ESMA-proces tenlastegelegde feiten.

2.12.

Bij brief van onder meer 9 januari 2018 heeft Poch de Staat aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden materiele en immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen van de Staat.

2.13.

Bij brief van 17 mei 2018 heeft het Openbaar Ministerie aan Poch bericht dat de Nederlandse strafzaak tegen hem wordt geseponeerd.

2.14.

Op 24 november 2018 heeft VPRO-onderzoeksprogramma Argos een uitzending (hierna: de Argos-uitzending) gewijd aan “de zaak Poch”.

3 De standpunten van partijen
3.1.

Poch verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, een voorlopig getuigenverhoor te bevelen met veroordeling van de Staat in de proceskosten. Poch legt

– verkort en zakelijk weergegeven – het volgende aan zijn verzoek ten grondslag.

3.1.1.

Poch verwijt de Staat dat hij bewust heeft bewerkstelligd dat Poch in Argentinië zou worden berecht, ondanks het feit dat het in Nederland aanwezige bewijs zeer zwak was, dat de Staat wist c.q. kon weten dat er in Argentinië geheel geen bewijs tegen Poch lag en dat Poch niet op de wijze zoals dit plaatsvond aan Argentinië mocht worden uitgeleverd. Daarbij heeft de Staat nagelaten zelf deugdelijk onderzoek te verrichten en heeft hij ongeclausuleerd en ten nadele van Poch de latere vervolging in Argentinië meermalen trachten te beïnvloeden. Poch onderbouwt een en ander – onder meer – aan de hand van een viertal punten. Ten eerste is door de Staat een ondeugdelijk en gebrekkig onderzoek aan de Argentijnse autoriteiten aangeleverd, zonder hetwelk geen vervolging in Argentinië zou zijn ingesteld. Ten tweede heeft de Staat een niet-toegestane uitlevering aan Argentinië van een Nederlands staatsburger omzeild, door te bewerkstelligen dat Poch vanuit Spanje kon worden uitgeleverd. Ten derde heeft de Staat tijdens het kort geding in 2009 de voorzieningenrechter onjuist voorgelicht, door voor te spiegelen dat het belangrijkste bewijs zich in Argentinië zou bevinden en door een onjuiste voorstelling van zaken te geven omtrent de verwachte termijn van berechting en voorlopige hechtenis aldaar. Ten vierde heeft de Staat ook na de arrestatie en uitlevering van Poch aan Argentinië meermalen (in)direct invloed uitgeoefend op de vervolging ten nadele van Poch.

3.1.2.

De in 3.1.1 uiteengezette handelswijze van de Staat jegens Poch kan de Staat als onrechtmatig handelen jegens Poch in het kader van de het strafrechtelijk onderzoek dat naar Poch is verricht en de samenwerking me de Argentijnse autoriteiten in verband daarmee worden toegerekend. Dit handelen heeft geleid tot de uitlevering van Poch (door Spanje) aan Argentinië, zijn vervolging aldaar en het daarmee verband houdende voorarrest. De schade die Poch daardoor heeft geleden wenst hij op de Staat te verhalen. Poch is dan ook voornemens om een procedure aanhangig te maken tegen de Staat ter vergoeding van de door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van onrechtmatig overheidsoptreden in de zin van artikel 6:162 BW.

3.1.3.

Voorafgaand aan het (eventueel) aanhangig maken van die procedure wenst Poch ter onderbouwing van enkele aspecten van zijn (schade-)vordering en ter bepaling van zijn procespositie enkele getuigen te horen die kunnen verklaren omtrent met name de politieke rol en interventie van de Staat bij de totstandkoming van zijn vervolging, in het bijzonder om nader aan te tonen dat hier politiek-onzuivere motieven aan het meewerken door de Staat aan de vervolging van Poch in Argentinië ten grondslag lagen en dat dit ten koste is gegaan van de rechten van Poch op een eerlijke berechting. Tevens zullen de getuigenverhoren dienen om aan te tonen dat er van de zijde van de Staat sprake is geweest van détournement de pouvoir doordat overheidsbevoegdheden zijn misbruikt om een vervolging in Argentinië te creëren en vervolgens te bevorderen, terwijl de Staat wist dat hiervoor geen basis bestond. Voorts wenst Poch te bewijzen in hoeverre door de toenmalige minister van Justitie wegens politieke (althans niet-juridisch zuivere) motieven is gehandeld met het doel om de strafvervolging van Poch te doen entameren en vervolgens de berechting van Poch in Argentinië te initiëren zodat Poch geen berechting in Nederland kreeg, ten gevolge waarvan hij acht jaar lang in Argentinië in voorarrest heeft doorgebracht. Een en ander is van belang omdat het een inzicht geeft in de wijze waarop de onrechtmatigheid van de gedragingen van de Staat tot stand is gekomen. Poch wenst daartoe de volgende getuigen te horen:

  • -

    prof. mr. dr. E.M.H. Hirsch Ballin, voormalig minister van Justitie;

  • -

    drs. M.J.M. Verhagen, voormalig minister van Buitenlandse Zaken;

  • -

    M. Meijer, voormalig algemeen directeur van Transavia;

  • -

    mr. A.R.E. Schram, thans Hoofdofficier van Justitie arrondissementsparket Noord-Nederland;

  • -

    dr. L.O. Despouy, voormalig president van de Argentijnse Auditoria General de la Nación;

  • -

    prof. dr. T.C. van Boven, emeritus hoogleraar internationaal recht aan de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT