Uitspraak Nº C/10/487988 / HA ZA 15-1106 / C/10/487990 / HA ZA 15-1107 / C/10/ 487999/ HAZA 15-1110 / C/10/488001/ HA ZA 15-1112. Rechtbank Rotterdam, 2019-12-18

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:10375
Docket NumberC/10/487988 / HA ZA 15-1106 / C/10/487990 / HA ZA 15-1107 / C/10/ 487999/ HAZA 15-1110 / C/10/488001/ HA ZA 15-1112
Date18 Diciembre 2019

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/487988 / HA ZA 15-1106

C/10/487990 / HA ZA 15-1107

C/10/487999 / HA ZA 15-1110

C/10/488001 / HA ZA 15-1112

Vonnis van 18 december 2019

in de zaken van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. R.L. Latten te Rotterdam,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

ATRAILIA VENTURES LIMITED,

gevestigd te Mahé, Republiek der Seychellen,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. D.Th.J. van der Klei te Den Haag,

EN

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. R.L. Latten te Rotterdam,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

AKEORE VENTURES LIMITED,

gevestigd te Mahé, Republiek der Seychellen,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. D.Th.J. van der Klei te Den Haag,

EN

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. R.L. Latten te Rotterdam,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

PRO-EXPORTS VENTURES LIMITED,

gevestigd te Mahé, Republiek der Seychellen,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. D.Th.J. van der Klei te Den Haag,

EN

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOGENDA REPAIR B.V.,

gevestigd te Zuidland,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. R.L. Latten te Rotterdam,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

DINASKQUE VENTURES LIMITED,

gevestigd te Mahé, Republiek der Seychellen,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. D.Th.J. van der Klei te Den Haag.

Partijen zullen hierna afzonderlijk Bogenda, Atrailia, Akeore, Pro-Exports en Dinaskque genoemd worden. De gedaagden zullen tezamen de SSC’s genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

In elk van bovengenoemde vier zaken, die op de rol met elkaar gevoegd zijn, blijkt het verloop van de procedure uit de volgende processtukken:

  • -

    het tussenvonnis van 20 juni 2018 (hierna: het tussenvonnis) alsmede de daaraan ten grondslag liggende (proces)stukken, die zijn genoemd onder 1.1 van het tussenvonnis;

  • -

    de op de rol van 1 augustus 2018 door de SCC’s genomen conclusie na comparitie tevens wijziging van eis;

  • -

    de op de rol van 24 oktober 2018 door Bogenda genomen antwoordconclusie na comparitie tevens akte wijziging eis;

  • -

    de op de rol van 19 december 2018 door de SCC’s genomen akte n.a.v. de gewijzigde eis.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De vaststaande feiten
2.1.

Atrailia is eigenaresse van de sleepboot [naam sleepboot 1] , Akeore van de sleepboot [naam sleepboot 2] , Pro-Exports van de sleepboot [naam sleepboot 3] en Dinaskque van de sleepboot [naam sleepboot 4] .

2.2.

Bogenda exploiteert een scheepswerf te Ridderkerk die zich bezighoudt met het onderhoud aan en de reparatie van schepen en scheepsonderdelen.

2.3.

Op 3 oktober 2014 is namens de Corporate Service Provider van Atrailia een zogenoemd ‘Certificate of Incumbency’ uitgegeven. Uit een dergelijk stuk blijkt onder meer wie er zijn benoemd tot bestuurders en commissarissen van een vennootschap. In dit geval wordt ook de ‘Ultimate Beneficial Owner’ (hierna: UBO) genoemd. De UBO is de uiteindelijke belanghebbende van een vennootschap. Blijkens het ‘Certificate of Incumbency’ is de heer [naam 1] (hierna: de heer [naam 1] ) de UBO van Atrailia.

2.4.

Op 27 oktober 2014 werden de vier sleepboten naar de haven van Bogenda versleept.

2.5.

Nadat al eerder een eerste reparatieovereenkomst was gesloten, is op 10 december 2014 tussen Bogenda en Atrailia een tweede overeenkomst gesloten. Dit betrof een zogenaamde ‘engine top overhaul’ van de motoren van de [naam sleepboot 1] . Voor deze overeenkomst (hierna ook: de ‘engine top overhaul’-overeenkomst) werd een vaste aanneemsom/vergoeding afgesproken ten bedrage van € 82.638,32. Aan deze overeenkomst ligt een door beide partijen ondertekende orderbevestiging (‘ORDER CONFIRMATION’) d.d. 10 december 2014 ten grondslag (luidende: “We hereby confirm your order for top overhaul of the Caterpillar engines including all additional work according to Class for [naam sleepboot 1] ”).

2.6.

Eind 2014 en begin 2015 heeft Bogenda werkzaamheden uitgevoerd aan de sleepboot [naam sleepboot 1] .

2.7.

Bogenda heeft voor haar werkzaamheden aan de [naam sleepboot 1] enkele betalingen ontvangen van Atrailia.

2.8.

Verdere betaling voor deze werkzaamheden is uitgebleven ondanks de aanmaningen daartoe.

2.9.

Ruim twee maanden nadat Bogenda de werkzaamheden aan de [naam sleepboot 1] had opgeschort, op 8 juni 2015, ontving zij nog een laatste betaling ter hoogte van € 50.000,--.

2.10.

Bogenda heeft hierna de ‘engine top overhaul’-overeenkomst ontbonden en op grond van deze ontbinding haar schade ter hoogte van het resterende bedrag onder de ‘engine top overhaul’-overeenkomst gevorderd.

2.11.

Enkele dagen na het verzenden van de sommatiebrief, op 15 september 2015, heeft Bogenda conservatoir beslag laten leggen op de [naam sleepboot 1] .

2.12.

De feiten ten aanzien van de overige sleepboten (de [naam sleepboot 2] , de [naam sleepboot 3] en de [naam sleepboot 4] ) zijn (in belangrijke mate) dezelfde als de hiervoor in 2.2-2.11 genoemde feiten ten aanzien van de [naam sleepboot 1] .

3 De eiswijziging in conventie in alle vier zaken en de beoordeling daarvan
3.1.

In alle vier zaken heeft Bogenda in haar op de rol van 24 oktober 2018 genomen antwoordconclusie na comparitie tevens akte wijziging eis haar vorderingen gewijzigd (vermeerderd). Hoe de vorderingen van Bogenda in deze zaken thans luiden is precies verwoord in deze vier conclusies. Samengevat houden deze eiswijzigingen (eisvermeerderingen) enerzijds wijzigingen in van de gevorderde geldsommen en anderzijds één geheel nieuw vordering, die luidt “[veroordeling van de SCC’s tot betaling van] schadevergoeding nader op te maken bij staat, bestaande uit winstderving op de (niet-uitgevoerde) regiewerkzaamheden”, welke vordering Bogenda in haar toelichting op deze vordering aanmerkt als een vordering tot verklaring voor recht. Weliswaar hebben de SCC’s in alle vier zaken in hun op de rol van 19 december 2018 genomen aktes n.a.v. de gewijzigde eis uitvoerig verweer gevoerd tegen deze gewijzigde (vermeerderde) vorderingen van Bogenda, maar daarin valt niet te lezen dat zij tegen deze eiswijzigingen (eisvermeerderingen) op zichzelf bezwaar maken op de voet van artikel 130 Rv (strijdigheid met de eisen van een goede procesorde).

3.2.

Aangezien deze eiswijzigingen (eisvermeerderingen) naar het oordeel van de rechtbank geen strijdigheid opleveren met de eisen van een goede procesorde, zal de rechtbank dan ook op deze gewijzigde (vermeerderde) eis recht doen.

4 De eiswijziging in reconventie in alle vier zaken en de beoordeling daarvan
4.1.

Met hun eiswijziging hebben de SCC’s het gevorderde onder a in reconventie in alle vier zaken als door de rechtbank vermeld in het tussenvonnis aldus gewijzigd dat deze vordering onder a in reconventie thans luidt:

a. Bogenda veroordeelt tot het opheffen van de door haar gelegde beslagen, met name de beslagen op de vier schepen, en tot het zich onthouden van verdere beslagleggingen voor de vorderingen in conventie alsmede Bogenda veroordeelt tot het afgeven, niet later dan binnen twee dagen na betekening van de uitspraak, aan de SCC’s van de vier schepen [naam sleepboot 1] , [naam sleepboot 3] , [naam sleepboot 4] en [naam sleepboot 2] inclusief alle onderdelen die van deze schepen afkomstig zijn en/of bij deze schepen horen, voor zover zij niet aan boord van de schepen zijn ten tijde van afgifte, zoals motoren.

4.2.

Bogenda heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging (eisvermeerdering). Aangezien deze eiswijziging (eisvermeerdering) naar het oordeel van de rechtbank geen strijdigheid oplevert met de eisen van een goede procesorde, zal de rechtbank dan ook op deze gewijzigde (vermeerderde) eis recht doen.

5 De verdere beoordeling zowel in conventie als in reconventie in alle vier zaken
5.1.

In het tussenvonnis zijn deze zaken naar de rol verwezen voor het nemen van een conclusie na comparitie door de SCC’s en is bepaald dat Bogenda vier weken later op de rolzitting een antwoordconclusie na comparitie dient te nemen.

5.2.

Hier is sprake van zaken met een internationaal karakter, (bijvoorbeeld) omdat de gedaagden woonplaats hebben buiten Nederland, zodat de rechtbank gehouden is ambtshalve te onderzoeken of zij bevoegd is (zie art. 9 aanhef en onder a Rv).

Noch in conventie noch in reconventie is (tijdig) een bevoegdheidsverweer gevoerd, zodat deze rechtbank zowel in conventie als in reconventie op grond van een stilzwijgende forumkeuze bevoegd is.

5.3.

De SCC’s zijn van mening dat de dagvaardingen in alle zaken nietig zijn. Hiertoe voeren zij – samengevat – het volgende aan. De dagvaardingen zijn uitgebracht aan advocaat mr. Verhagen, ondanks dat Bogenda wist dat mr. Verhagen de SCC’s niet vertegenwoordigde omdat de heer [naam 1] , met wie mr. Verhagen in contact was getreden, niet over een volmacht van de SCC’s beschikte en zodoende niet bevoegd was namens de SCC’s met mr. Verhagen contact te leggen.

5.4.

Bogenda betwist dat de dagvaardingen nietig zijn.

5.5.

De SCC’s zijn verschenen, zodat mogelijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT