Uitspraak Nº C/10/500120 / HA ZA 16-404. Rechtbank Rotterdam, 2019-11-13

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:8979
Docket NumberC/10/500120 / HA ZA 16-404
Date13 Noviembre 2019

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/500120 / HA ZA 16-404

Vonnis van 13 november 2019

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TRANSACTA MIERLO B.V.,

gevestigd te Gastel,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[naam eiseres] ,

gevestigd te [vestigingsplaats eiseres] ,

eiseressen,

advocaat mr. P.J.M. Brouwers te Maastricht,

tegen

de rechtspersoon naar het recht van het Verenigd Koninkrijk

AMLIN INSURANCE SE,

gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk

gedaagde,

advocaat mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam.

Eiseres onder 1 wordt hierna Transacta Mierlo en eiseres onder 2 wordt hierna [naam eiseres] genoemd. Tezamen zullen zij Transacta c.s. worden genoemd. Gedaagde wordt hierna Amlin genoemd.

1 De procedure
1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het vonnis in het vrijwaringsincident van 24 augustus 2016 en de daaraan ten grondslag

liggende stukken;

- het tussenvonnis van 1 november 2017 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;

- de bij akte van 26 februari 2018 door Transacta c.s. overgelegde producties 49 tot en met 68;

- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 13 (lees:) maart 2018, waarbij [naam getuige 1] als getuige is gehoord;

- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 maart 2018, waarbij [naam getuige 2] ,

[naam getuige 3] en [naam getuige 4] als getuigen zijn gehoord;

- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 26 juni 2018, waarbij [naam getuige 5] en

[naam getuige 6] als getuigen zijn gehoord;

  • -

    de conclusie na enquête van de zijde van Transacta c.s., met producties;

  • -

    de antwoordconclusie na enquête van de zijde van Amlin, met producties;

  • -

    de akte in reactie op antwoordconclusie na enquête van de zijde van Transacta c.s.

1.2

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De verdere beoordeling
2.1

De rechtbank neemt hier over wat in het tussenvonnis van 1 november 2017 is overwogen en beslist. In dit vonnis is Transacta Mierlo toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling van Amlin dat de koopsommen van de comfortships van Transacta Mierlo zijn gemajoreerd. Daarnaast is [naam eiseres] opgedragen te bewijzen dat voor het comfortship van [naam eiseres] een bedrag van € 400.000,-- is betaald.

2.2

Transacta c.s. hebben bij akte van 26 februari 2018 de producties 49 tot en met 68 overgelegd. Daarnaast hebben zij de hiervoor genoemde getuigen doen horen.

Bij conclusie na enquête hebben zij de producties 69 tot en met 71 overgelegd.

2.3

De getuige [naam getuige 1] , van beroep ondernemer, indirect bestuurder en medeaandeelhouder van [naam bedrijf 1] , heeft het volgende verklaard:

“Mijn compagnon is [naam getuige 6] , met hem zit ik in projectontwikkeling waaronder [naam project] . Daarvan ben ik 50% aandeelhouder. Transacta en [naam eiseres] ken ik als medefinanciers.

Het zijn de vennootschappen van de schoonfamilie van [naam getuige 6] . Met [naam getuige 6] zit ik in [naam bedrijf 1] .

Dat is een beheermaatschappij. Het zogenaamde "comfort ship project" zit in [naam bedrijf 2] .

Ik functioneer al 30 jaar in de recreatie/projectontwikkeling. Het idee van de comfort ships is ontstaan in 2007/2008. Er kwam een druk op het vermarkten van vakantiehuizen, ik raakte aan de praat met de vorige eigenaar van de jachthaven en dacht dat er mogelijkheden waren om een maritiem vakantiepark te ontwikkelen. We wilden van de jachthaven een maritiem vakantiepark maken waarin gezinnen een vakantie konden doorbrengen op een schip. Het ging niet zozeer om de watersport, maar meer om het leven op het schip. Ik ben op onderzoek gegaan wat voor schepen er mogelijk waren en kwam in de Verenigde Staten terecht en maakte de keuze voor een Amerikaans schip, een comfort ship. De bedoeling was om in de jachthaven 200 ligplaatsen te creëren voor comfort ships. In eerste instantie hebben we geïnvesteerd in het hoofdgebouw met allerhande voorzieningen en hebben wij 28 ligplaatsen gerealiseerd. Dit zijn geen gewone ligplaatsen zoals die in een jachthaven zijn, maar plekken waar de grote schepen aangemeerd konden worden met ruimte voor een bijboot. Voorts was uitgebreide infrastructuur noodzakelijk voor onder andere krachtstroom, riolering en drinkwater. [naam bedrijf 1] heeft zeven boten gekocht bij de fabriek.

Er waren vijf modelboten en er zijn er twee verkocht aan particulieren. Na die koop bleek er geen toekomst meer met de Amerikaanse leverancier. Vanaf medio 2008/2009 zijn de zeven boten in de haven gelegd.

Ik leg u iets uit over de opbouw van de verkoopprijs van de comfort ships. Er is een prijs "af fabriek", daar komen bij de kosten voor transport, witgoed, geluidsinstallatie, kortom alle extra kosten die met de boot te maken hebben. Dat noem ik de kostprijs. Er zijn vier à vijf verschillende modellen.

De kostprijs ligt tussen de € 285.000,- en € 315.000,- dat is een bandbreedte van ongeveer € 30.000,-, afhankelijk van het model schip. Dan zijn er nog bijkomende kosten. Dat is € 100.000,- per boot.

Die € 100.000,- is berekend naar aanleiding van de investeringen die nodig zijn voor 250 boten. Daar zitten de kosten in verdisconteerd van hetgeen nodig is de ligplaats te realiseren: makelaarsprovisie, gemeentelijke afdrachten, steigerkosten, infrastructuur, aankoop haven, aankoop centrumgebouw en marketing- en verkoopkosten. Kortom allerlei investeringen ten gunste van de ligplaats.

Medio 2011 hebben wij vijf boten verkocht aan Transacta. Wij hadden inmiddels veel geld geïnvesteerd. We hadden een bepaald winstoogmerk en medio 2008 begon net de crisis. Het was niet gemakkelijk. Er was ook nog een bedrag van € 168.000,- (dat is bovenop de eerder genoemde kosten) betaald ten behoeve van verschillende opties op de vijf boten. Al met al hadden we 2,1 à 2,15 miljoen aan investeringen gedaan in die vijf boten. Dat is exclusief de investeringen in het hoofdgebouw en de infrastructuur van de ligplaatsen. We hadden een kredietfaciliteit bij de Rabobank van ongeveer

€ 1.350.000,-. De Rabobank wilde dat wij dat zouden aflossen. We raakten met Transacta in gesprek. Transacta had een belang bij de fiscale herinvesteringsregeling en wilde dat in 2011 benutten.

We hebben daar een gesprek over gevoerd in het najaar van 2011. Bij dat gesprek waren

[naam getuige 5] , [naam getuige 6] en ikzelf aanwezig. Ik kwam met het idee. Ik hoorde van de herinvestering en heb een deal voorgesteld. Er is over en weer gebeld/gesproken en advies aan accountants gevraagd. Transacta en [naam eiseres] hadden geïnvesteerd in [naam bedrijf 1] en zagen dat het moeilijk was. Zij zaten met het mes aan tafel. De verkoopprijs aan particulieren voor de vijf schepen was totaal € 2.350.000,- de kostprijs was € 2.150.000,-. Dit laatste bedrag heb ik voorgesteld maar dat was niet bespreekbaar. Ik had middelen nodig om de bank af te lossen. We hebben vier of vijf keer bij elkaar gezeten in een periode van een paar maanden. Uiteindelijk zijn we een bedrag van

€ 1.975.000,- overeengekomen op 29 december 2011. Transacta wilde echter niet alles in een keer betalen. Toen hebben we afgesproken dat eerst de boekwaarde van de vijf schepen zou worden voldaan. Ik heb daar een mail over gestuurd aan [naam getuige 3] . Die mailde mij enkele dagen voor

29 december 2011 dat de boekwaarde 1,6 miljoen was. € 375.000,- zou binnen vijf jaar betaald worden. Deze nabetaling is ook op 29 december 2011 overeengekomen.

Naar aanleiding van de brief van mr. Brouwers over dit getuigenverhoor ben ik in mijn herinneringen gaan graven. Ik had al verlies te pakken, maar toch heb ik het voorstel van

1,6 miljoen plus € 375.000,- in vijf jaar geaccepteerd. Er is een handgeschreven overeenkomst gemaakt ter plekke in Wessem in aanwezigheid van [naam getuige 2] , [naam getuige 5] en [naam getuige 6] . Er was veel druk om een koopovereenkomst te krijgen in verband met de HIR. Op 30 december 2011 was namelijk de enige dag dat het belastingkantoor nog open was. Ik heb een handgeschreven overeenkomst gemaakt waarin de koopprijs van € 1.975.000,- stond. Dat er 1,6 miljoen meteen betaald zou worden en dat er € 375.000,- binnen vijf jaar zou worden betaald. Voorts stond er opgenomen dat ik mij zou inspannen om de vijf boten weer door te verkopen. De winst zou dan voor Transacta zijn. Deze overeenkomst is ter plekke ondertekend. Ik maakte alle contracten, dat is nu eenmaal mijn taak. Ik heb huurovereenkomsten voor de vijf boten gemaakt en de facturen.

Ik realiseerde mij toen dat als ik die € 375.000,- zou opnemen in de overeenkomsten dat ik dan btw ook daarover zou moeten betalen. Dat zinde mij niet en ik heb [naam getuige 3] benaderd. [naam getuige 3] heeft de overeenkomst gemaakt samen met mij ten behoeve van de Belastingdienst. Ik heb die overeenkomst ondertekend en op de avond van 29 december 2011 samen met de huurovereenkomsten en de facturen in het bakje van [naam getuige 6] gelegd. Ik ben er overigens niet helemaal zeker van of ik toen ook de factuur in het bakje van [naam getuige 6] heb gelegd en of ik ze op die dag gemaakt heb. [naam getuige 6] heeft de overeenkomst ingediend bij het belastingkantoor op 30 december 2011 in Roermond.

De handgeschreven overeenkomst heb ik niet meer. Een jaar later in 2012 is boot 6, een Nederlandse modelboot verkocht aan [naam eiseres] . [naam eiseres] vroeg namelijk zekerheid voor leningen die zij had uitstaan. We hebben toen afgesproken dat de koopprijs € 400.000,- is, dat

€ 325.000,- zou worden verrekend en dat er een nabetaling zou volgen van € 75.000,-. Dat is min of meer dezelfde constructie als bij de schepen aan Transacta. Ik heb van iedere boot een ordner gemaakt. Zo ook voor boot 6. Ik heb twee overeenkomsten gemaakt. Een overeenkomst waarin de

€ 325.000,- staat en eentje...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT