Uitspraak Nº C/13/658872 / KG ZA 18-1350. Rechtbank Amsterdam, 2019-01-30

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:626
Docket NumberC/13/658872 / KG ZA 18-1350
Date30 Enero 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningen rechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/658872 / KG ZA 18-1350 AB/MAH

Vonnis in kort geding van 30 januari 2019

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats ] ,

eiseres bij dagvaarding van 7 januari 2019
advocaat mr. E.M. de Bie te Amsterdam,

tegen

1 [gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats ] ,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats ] ,

3. [gedaagde sub 3],

wonende te [woonplaats ] ,

gedaagden,
in persoon verschenen.

Eiseres zal hierna ook verhuurster worden genoemd en gedaagden ook afzonderlijk [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] .

1 De procedure

Eiseres heeft ter zitting van 16 januari 2019 gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagden hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. De door [gedaagde sub 1] op 15 januari 2019 ingediende vordering in reconventie is niet in behandeling genomen, omdat zonder advocaat geen eis in reconventie kan worden ingesteld (artikel 7.1 Procesreglement kort gedingen rechtbanken handel/familie). Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

Aanwezig waren:

- aan de zijde van eiseres: [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] , met mr. Jansen; en

- aan de zijde van gedaagden: [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] .

2 De feiten
2.1.

[gedaagde sub 1] huurt sinds 1 maart 2011 de woning [adres] . In de huurovereenkomst van 8 maart 2011 is vermeld als
- verhuurder: makelaar [makelaar] (hierna: [makelaar] ) namens eigenaar [eigenaar] ,

- huurders: [gedaagde sub 1] en [naam 4] .
De overeenkomst is ondertekend door [makelaar] , [gedaagde sub 1] en [naam 4] .

2.2.

Op 30 oktober 2013 heeft [gedaagde sub 1] aan [makelaar] gemaild dat [naam 4] per direct niet meer op de [adres] woont en dat [gedaagde sub 1] dus per november 2013 de enige hoofdhuurder zal zijn. Daarnaast vraagt [gedaagde sub 1] in de mail om een oplossing voor rotte en lekkende kozijnen en andere mankementen aan de woning. Daarop heeft [makelaar] hem de volgende dag geantwoord: “We hebben uw mail doorgestuurd naar de huiseigenaar. Er wordt aan gewerkt.”.

2.3.

Na het overlijden van [eigenaar] op 7 februari 2015 is de eigendom van de woning overgegaan op eiseres, zijn echtgenote. Zij kreeg vier dagen later een herseninfarct; sindsdien houdt [naam 2] , de echtgenoot van haar dochter

[naam 3] , zich bezig met het onderhoud van het pand waarin de woning zich bevindt. De andere dochter, [naam 1] , doet sinds enig moment in 2015 de administratie van het pand.

2.4.

Op 13 augustus 2018 heeft de gemeente aan eiseres het voornemen gestuurd om een boete van € 6.000 op te leggen, omdat zij de woning in strijd met de regels aan drie huishoudens verhuurt. [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] staan ingeschreven op het adres van de woning. Dezelfde dag heeft de gemeente haar in een ‘informatiebrief’ geschreven dat zij gelegenheid krijgt om een vergunning aan te vragen om de woning van één zelfstandige naar drie onzelfstandige woningen om te zetten (omzettingsvergunning). De gemeente zal dan onderzoeken of legalisatie mogelijk is en als dat niet zo is een last onder dwangsom opleggen om de overtreding te doen beëindigen.

2.5.

Bij brieven van 26 september 2018 heeft [naam 1] namens eiseres...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT