Uitspraak Nº C/13/674709 / HA ZA 19-1163. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-29
ECLI | ECLI:NL:RBAMS:2020:2415 |
Docket Number | C/13/674709 / HA ZA 19-1163 |
Date | 29 Abril 2020 |
Court | Rechtbank Amsterdam (Neederland) |
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/674709 / HA ZA 19-1163
Vonnis in verzet van 29 april 2020
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. B. Coskun te Amsterdam,
tegen
wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPEED QUEEN AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OMAIRA EILAND ZUID B.V.,
gevestigd te Amsterdam ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
eisers in het verzet,
advocaat mr. M. Groenewoud te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagden] (in mannelijk meervoud) genoemd worden. Gedaagden worden afzonderlijk [gedaagde sub 1] , Speed Queen Amsterdam en Omaira Eiland Zuid genoemd.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
-
de verzetdagvaarding van 7 oktober 2019, met producties,
-
-
het tussenvonnis van 19 februari 2020, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
-
-
het proces-verbaal van comparitie van 13 maart 2020 en de daarin vermelde stukken.
Ten slotte is vonnis bepaald.
[gedaagde sub 1] is sinds 12 oktober 2017 (middellijk) bestuurder van Speed Queen Amsterdam en sinds 31 oktober 2017 (middellijk) bestuurder van Omaira Eiland Zuid.
[eiser] en [gedaagden] hebben op 23/24 januari 2018 een overeenkomst van geldlening gesloten. [eiser] heeft € 30.000,00 uitgeleend aan [gedaagde sub 1] ten behoeve van Speed Queen Amsterdam en Omaira Eiland Zuid. Speed Queen Amsterdam en Omaira Eiland Zuid hebben zich borg gesteld.
[gedaagde sub 1] moest de lening op de eerste werkdag na 1 september 2018 per bank aan [eiser] hebben terugbetaald. In de overeenkomst is ook afgesproken dat [gedaagde sub 1] 10% van de winst van Speed Queen Amsterdam en Omaira Eiland Zuid aan [eiser] zal betalen, vanaf 1 maart tot 1 september 2018, dan wel gedurende zes maanden vanaf de datum dat deze winkels operationeel zijn.
Op 18 december 2018 heeft [gedaagde sub 1] per bank € 5.000,00 aan [eiser] betaald.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 21 mei 2019, samengevat, hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] gevorderd tot betaling van € 25.000,00, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast heeft hij gevorderd dat [gedaagden] de boekhouding van Speed Queen Amsterdam en Omaira Eiland Zuid overleggen, op straffe van een dwangsom. Tevens heeft [eiser] een provisionele vordering ingesteld als bedoeld in artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
[gedaagden] zijn bij vonnis van 10 juli 2019 door de rechtbank Amsterdam bij verstek hoofdelijk veroordeeld:
-
-
tot betaling van € 26.643,29, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a Burgerlijk Wetboek (BW) over € 25.000,00 vanaf 5 juni 2019;
-
-
tot betaling van € 1.025,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
-
-
om binnen vier dagen na betekening van het vonnis de boekhouding van Speed Queen Amsterdam en Omaira Eiland Zuid aan [eiser] over te leggen, waaruit de winstvergoeding van [eiser] waarheidsgetrouw dient te blijken;
-
-
tot betaling van de proceskosten van [eiser] tot een bedrag van € 776,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de veertiende dag na betekening van het vonnis.
Daarnaast heeft de rechtbank [gedaagden] veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat [gedaagden] niet zullen voldoen aan de veroordeling tot overlegging van de boekhouding, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Op 15 juli 2019 heeft de deurwaarder het verstekvonnis in opdracht van [eiser] betekend door het in een gesloten envelop achter te laten op het woonadres van [gedaagde sub 1] , op het adres van Speed Queen Amsterdam en op het adres van Omaira Eiland Zuid. Op 12 augustus 2019 heeft de deurwaarder aanspraak gemaakt op de maximale dwangsom van € 100.000,00. Ook dit is...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT