Uitspraak Nº C/15/245321 / FA RK 16-3935. Rechtbank Noord-Holland, 2017-02-08

ECLIECLI:NL:RBNHO:2017:1078
Docket NumberC/15/245321 / FA RK 16-3935
Date08 Febrero 2017
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd

locatie Haarlem

alimentatie/tegenspraak

zaak-/rekestnr.: C/15/245321 / FA RK 16-3935

beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 8 februari 2017

in de zaak van:

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. F.D. van Damme, kantoorhoudende te Beverwijk,

tegen

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. M.A.Th. Klaver, kantoorhoudende te Hoorn NH.

1 Procedure
1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift, met producties, van de man, ingekomen op 27 juni 2016;

- het verweerschrift, met producties, van de vrouw, ingekomen op 26 juli 2016;

- het F-formulier, met productie, van de advocaat van de vrouw van 23 december 2016;

- het F-formulier, met producties, van de advocaat van de man van 23 december 2016;

- het F-formulier, met producties, van de advocaat van de man van 26 december 2016.

1.2

De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 6 januari 2017 in aanwezigheid van partijen, de man bijgestaan door mr. F.D. van Damme en de vrouw bijgestaan door mr. M.A.Th. Klaver.

De advocaat van de vrouw heeft ter zitting pleitaantekeningen overgelegd.

2 Feiten en omstandigheden
2.1

Partijen zijn op [huwelijksdatum] met elkaar gehuwd, welk huwelijk op [datum] is ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Alkmaar van 10 juni 2010.

2.2

Bij de hiervoor genoemde beschikking is – voor zover hier van belang – bepaald dat

de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw (hierna ook: partnerbijdrage) van € 1.153 per maand moet voldoen.

2.3

Ingevolge de wettelijke indexering bedraagt de partnerbijdrage met ingang van 1 januari 2017 € 1.260,77 per maand.

3 Verzoek
3.1

De man heeft verzocht voornoemde beschikking te wijzigen in die zin dat de

de partnerbijdrage wordt bepaald op nihil met ingang van de datum van het verzoekschrift (23 juni 2016). Hij stelt hiertoe dat de hierboven genoemde beschikking door wijziging van omstandigheden heeft opgehouden te voldoen aan de wettelijke maatstaven.

3.2

Voorts heeft de man verzocht de vrouw te veroordelen tot terugbetaling aan de man van hetgeen hij vanaf 23 juni 2016 teveel, althans onverschuldigd, ten titel van partneralimentatie aan de vrouw heeft betaald.

4 Verweer

De vrouw heeft daartegen gemotiveerd verweer gevoerd.

5 Beoordeling
5.1

Op grond van artikel 1:401, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud bij latere rechterlijke uitspraak worden gewijzigd, wanneer deze nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt te voldoen aan de wettelijke maatstaven. Beoordeeld moet worden of sprake is van een wijziging van de omstandigheden zoals die door de rechter ten tijde van de eerdere beslissing zijn vastgesteld.

5.2

De rechtbank stelt vast dat de man sinds hij in het huwelijk is getreden met zijn huidige echtgenote ( [huwelijksdatum] ) onderhoudsplichtig is jegens zijn stiefdochter [naam] . Voorts staat vast dat de man per 30 april 2016 ontslagen is en sindsdien een WW-uitkering ontvangt. Dit zijn naar het oordeel van de rechtbank wijzigingen van omstandigheden in de zin van voornoemd artikel die een herbeoordeling van de onderhoudsverplichting van de man jegens de vrouw rechtvaardigen.

5.3

De rechtbank rondt in haar beoordeling bedragen telkens op hele euro’s af.

behoefte vrouw

5.4

Bij beschikking van 10 juni 2010 heeft de rechtbank de behoefte van de vrouw vastgesteld op € 2.616 netto per maand. Na indexering bedraagt haar behoefte in 2017
€ 2.861 netto per maand.

5.5

De stellingen van de man dat de vrouw niet meer behoeftig is althans geen behoefte heeft aan een partnerbijdrage, volgt de rechtbank niet. Redengevend hiertoe is het volgende. De lotsverbondenheid, die ontstaan is door het huwelijk en daarna nog doorwerkt, is één van de voornaamste gronden voor de alimentatieplicht. Het gewicht van de lotsverbondenheid neemt doorgaans toe naarmate het huwelijk langer heeft geduurd. Gelet op de vergaande gevolgen van de beslissing dient de rechter bij het oordeel dat van doorbreking van de lotsverbondenheid sprake is terughoudendheid te betrachten.

Vaststaat dat partijen 33 jaar gehuwd zijn geweest en dat sprake was van een traditioneel rollenpatroon waarbij de man werkte en de vrouw voor de kinderen zorgde. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van doorbreking van de lotsverbondenheid.

Vaststaat dat de vrouw sinds 1 april 2010 26 uur per week bij [bedrijf] werkt als afdelingssecretaresse. Volgens de vrouw is uitbreiding van haar huidige contract niet mogelijk wegens de nodige bezuinigingen en zijn haar kansen op de arbeidsmarkt, gezien haar leeftijd (61 jaar), zeer beperkt en hebben sollicitaties voor alsnog niets opgeleverd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vrouw voldoende gemotiveerd waarom het voor haar niet mogelijk is meer te (gaan) werken dat zij thans doet.

Tegen deze achtergrond, alle feiten en omstandigheden in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de vrouw...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT