Uitspraak Nº C/15/321993 / HA ZA 21-590. Rechtbank Noord-Holland, 2022-08-24

ECLIECLI:NL:RBNHO:2022:7689
Docket NumberC/15/321993 / HA ZA 21-590
Date24 Agosto 2022
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rolnummer: C/15/321993 / HA ZA 21-590

Vonnis van 24 augustus 2022

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [plaats 1] ,

eiser,

advocaat mr. W.M. Bond-Stroek te Volendam,

tegen

de coöperatie

COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. L. Hageman te Utrecht.

Partijen zullen hierna [eiser] en Rabobank genoemd worden.

1 De zaak in het kort
1.1.

Deze zaak heeft betrekking op een door Rabobank aan [eiser] verstrekte hypothecaire financiering ten behoeve van de aanschaf van een monumentale woonboerderij. Volgens [eiser] is Rabobank tekort geschoten in de nakoming van de tussen haar en [eiser] gesloten overeenkomsten van hypothecair krediet en heeft Rabobank haar zorgplicht geschonden, omdat sprake is geweest van overkreditering. Daarnaast heeft Rabobank volgens [eiser] onrechtmatig gehandeld, omdat zij [eiser] tot een schikking heeft gedwongen en omdat zij vertrouwelijke informatie aan derden heeft verstrekt in het kader van een mogelijke executieverkoop. Rabobank is volgens [eiser] daardoor aansprakelijk voor de door [eiser] geleden schade.

De rechtbank wijst de vorderingen van [eiser] af, omdat niet gebleken is van overkreditering en omdat hij zijn stellingen dat sprake is geweest van een gedwongen schikking en van het verstrekken van vertrouwelijke informatie onvoldoende heeft onderbouwd.

2 De procedure
2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 16 maart 2022

  • -

    de mondelinge behandeling van 9 juni 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden. Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

3 De feiten
3.1.

In 2007 heeft [eiser] (en zijn toenmalige echtgenote, C.T.M. [betrokkene 1] ), zich tot Rabobank gewend voor het verkrijgen van financiering voor de aanschaf van een woning aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats 2] . De totale financieringswens kwam uit op een totaalbedrag van € 1.435.000.

3.2.

[eiser] was ten tijde van de financieringsaanvraag directeur en aandeelhouder van [bedrijf 1] B.V. (hierna: Holding). Holding hield 100% van de aandelen in [bedrijf 2] (hierna: DCS). DCS hield op haar beurt een deelneming van 50% als beherend vennoot in Technische Schoonmaakservice Nederland C.V. (hierna: TSN). [eiser] was in loondienst bij zowel DCS als bij Hygienic Solutions B.V. Van Hygienic Solutions B.V. was [eiser] eveneens voor 50% aandeelhouder. [eiser] hield zich met name bezig met de handel in en het onderhoud van watercoolers.

[betrokkene 1] was ten tijde van de financieringsaanvraag werkzaam in loondienst bij TSN.

3.3.

Rabobank heeft [eiser] op 4 september 2007 een offerte voor een totale financiering van € 1.435.000, waaronder een hypotheeklastenberekening en de toepasselijke algemene en bijzondere voorwaarden, toegestuurd. De offerte luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

Aangeboden financiering(en):

Aflossingsvrije Hypotheek EUR 895.000,--

Hypothecair financier EUR 55.000,--

OpMaat Hypotheek EUR 150.000,--

Overbruggingslening EUR 235.000,--.

Keuze Plus Hypotheek EUR 100.000,--

_____________

Totale financiering EUR 1.435.000,--

(…)

Overige bepalingen

• De financiering is gebaseerd op het volledig arbeidsinkomen van u beiden, de verwachte huurinkomsten vanuit TSN CV alsmede een netto dividenduitkering van minimaal € 48.000,- per jaar vanuit DCS BV. Indien het resultaat van de onderneming(en) een dergelijke netto dividenduitkering niet meer mogelijk maakt, dient u zich te realiseren dat het benodigd inkomen onvoldoende kan zijn voor de nieuwe financiering. Indien u uw verplichtingen jegens de bank niet meer kunt nakomen, kan dit tot gevolg hebben dat de woning verkocht zal moeten worden.

• De huidige aanbieding is gebaseerd op uw gesprekken met de heer [betrokkene 2] van Molenaar & Zwarthoed Adviseurs. Gezien de omvang en complexiteit van de financiering, willen wij vóór verstrekking van de financiering met u kennismaken en uw financiële positie met u doornemen.

(…)

• De financiering is hoger dan de huidige waarde van de woning. Hierdoor loopt u het risico dat bij verkoop van de woning er een schuld resteert. De adviseur heeft u gewezen op dit risico en op de risico’s en gevolgen van een restschuld. U heeft jegens de bank verklaard deze risico’s en gevolgen te begrijpen en te aanvaarden.

3.4.

[eiser] en zijn toenmalige echtgenote hebben op 16 september 2007 de offerte, waaronder de hypotheeklastenberekening en de toepasselijke voorwaarden, voor akkoord ondertekend.

3.5.

Rabobank heeft op 28 november 2007 een “Aanvraag Financiering Particulieren” opgesteld. In deze aanvraag staat onder meer vermeld dat [eiser] (i) een bruto inkomen van € 103.625,- per jaar genoot, vermeerderd met € 50.000,00 per jaar aan dividenduitkeringen uit de onderneming, (ii) een financieringswens had van € 1.435.000,-, (iii) de rente voor 10 jaar vast wilde zetten tegen een rentetarief van 5,3% en (iv) dat hiermee aan de geldende inkomsten/lasten norm werd voldaan.

3.6.

Voorts blijkt uit voormelde “Aanvraag Financiering Particulieren” dat de toegestane woon- en financieringslast in 2007 volgens de Rabobanknorm 37% was, hetgeen is gebaseerd op het inkomen van [eiser] en zijn toenmalige echtgenote dat neerkwam op € 38.341,25 op jaarbasis. Hier werd EUR 50.000,- per jaar aan dividenduitkeringen uit de onderneming van [eiser] bij opgeteld. Daarbij is uitgegaan van de door [eiser] aangeleverde jaarrekeningen van 2004, 2005 en 2006, de tussentijdse jaarcijfers tot en met september 2007 en de aangiften Inkomstenbelasting van 2005 en 2006 van [eiser] .

3.7.

Pagina 15 en 16 van de “Aanvraag Financiering Particulieren” luiden voorts, voor zover hier van belang:

Beide inkomens zijn afhankelijk van de resultaten van TSN CV.

TSN CV richt zich op het plaatsen, onderhouden en schoonmaken van de zogenaamde watercoolers. Er zijn meerdere opdrachtgevers, waarvan [betrokkene 3] een hele grote is. [betrokkene 3] is dan ook niet voor niets de “stille vennoot”.

(…)

De omzet van TSN CV is stijgende en zij heeft dit de afgelopen jaren ook laten zien.(…)

De ontwikkelingen in TSN CV zijn veelbelovend.(…)

3.8.

Bij voormelde “Aanvraag Financiering Particulieren” is als bijlage een door [eiser] afgegeven en door Rabobank opgestelde inkomensverklaring gevoegd. In deze verklaring is een berekening opgenomen voor de maximaal uit te keren winst op basis van de jaarcijfers van 2004, 2005 en 2006. Uit deze berekening volgt dat [eiser] maximaal EUR 52.000,- aan winst kon uitkeren op basis van de gegenereerde resultaten van de jaren daarvoor. Daarnaast is in de inkomensverklaring tevens een berekening opgenomen aan de hand van de verbeterde resultaten die te zien zijn in de tussentijdse cijfers van het jaar 2007. Uit deze berekening volgt dat de overwinst op € 60.000,- uit zou komen. Met inachtneming van een veiligheidsmarge is in de inkomensverklaring uiteindelijk uitgegaan van een bedrag van € 50.000,- aan uitkeerbare winst aan [eiser] .

Voorts blijkt uit de inkomensverklaring dat in het bruto inkomen van [eiser] een bruto huuropbrengst van € 20.000,- is inbegrepen.

De inkomensverklaring luidt verder, voor zover hier van belang:

(…) Het inkomen van de heer [eiser] bestaat dus in eerste instantie uit salaris afkomstig van DCS BV. Verder is er de mogelijkheid om het resultaat van [bedrijf 1] als dividend naar privé uit te keren. De heer [eiser] is 100% aandeelhouder, en kan hiertoe zelfstandig beslissen.

Tot slot zal in de toekomst bedrijfsruimte door TCS worden gehuurd van de familie [eiser] , hiervoor is TCS een huurbedrag verschuldigd, welke als inkomen van de familie [eiser] kan worden aangemerkt.

Om dividend uit te keren is het belangrijk om de vermogens- en inkomenspositie van de 3 bedrijven in beeld te brengen:

TSN CV:

Een uitstekend bedrijf met al jarenlang een constant en goed resultaat. De vermogenspositie van het bedrijf is in 2006 gedaald t.ov. 2005, maar met ruim 46% (178k op 381k) nog steeds uitstekend. De terugval was overigens geen gevolg van slechte resultaten, maar van incidentele hoge onttrekking. De omzet groeit langzaam, van 1 mio in 2004 tot 1.2 mio in 2006. Kostprijs is zeer laag, het betreft voornamelijk dienstverlening. Het resultaat is uitstekend: 226k in 2004, 219k in 2005 en 262k in 2006. Tussentijdse cijfers 2007 laten een verdere stijging van omzet, maar vooral resultaat zien. Het bedrijf kan zonder probleem het salaris van Mevrouw [eiser] opbrengen en tevens het winstdeel van de heer [eiser] uitkeren zonder de vermogenspositie in gevaar te brengen. Wel waken voor scheefgroei Ev verdeling beherende en commanditaire vennoot. Door rentevergoeding op een hoog EV van de commanditaire vennoot kan het winstdeel van de beherende vennoot onder druk komen te staan.

DCS BV:

De Goodwill is volledig afgeschreven, het Ev is uitstekend met 59% (127k op 215k). Hier tegenover staat echter wel een forse vordering op [bedrijf 1], welke voornamelijk is ontstaan door een mislukt avontuur van “Tol Glass”. Dividend uitkering welke niet wordt opgenomen zou het EV minimaliseren, en de RC grotendeels laten verdwijnen. Hierdoor wordt het EV laag, maar gezien de activiteit en balansstructuur van deze BV zou dit op zich geen onoverkomelijk probleem zijn.

Resultaat is afhankelijk van TSN, de rentabiliteit van TSN is hierboven toegelicht en geen probleem.

[bedrijf 1]:

Het eigen vermogen binnen deze BV is eveneens uitstekend, maar ook hier is een forse Rc verhouding opgebouwd als gevolg van het debacle met Tol Glass. Hier zou een eveneens een verrekening kunnen plaatsvinden, waardoor het EV minimaal...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT