Uitspraak Nº C/15/330285 / HA ZA 22-446. Rechtbank Noord-Holland, 2022-10-19

ECLIECLI:NL:RBNHO:2022:9060
Docket NumberC/15/330285 / HA ZA 22-446
Date19 Octubre 2022
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rolnummer: C/15/330285 / HA ZA 22-446

Vonnis in incident van 19 oktober 2022

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

GOED B.V.,

gevestigd te Schiphol-Rijk,

eiseres in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

advocaat mr. P. Weijmans te Loenen Gld,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

AANDACHT ARBO B.V,

gevestigd te Beverwijk,

gedaagde in de hoofdzaak,

eiseres in het incident,

advocaat mr. A.M. van Cappelle te Rotterdam.

Partijen zullen hierna Goed en Aandacht Arbo genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met producties 1 t/m 39

  • -

    de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met productie 1

  • -

    de conclusie van antwoord op de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2 De vordering in de hoofdzaak
2.1.

Op grond van een tussen partijen gesloten overeenkomst heeft Aandacht Arbo zich verplicht om Goed te begeleiden bij de verzuimbegeleiding van haar medewerkers. Goed stelt dat Aandacht Arbo bij de nakoming van haar verplichtingen toerekenbaar is tekortgeschoten, omdat zij niet de zorg en inspanningen heeft verricht die van haar als redelijk bekwaam en redelijk handelend arbodienst mochten worden verwacht. Als gevolg van de toerekenbare tekortkoming heeft Goed schade geleden, bestaande uit loonkosten en de door het UWV opgelegde loonsanctie en bijkomende kosten van in ieder geval € 44.320,72.

3 De beoordeling in het incident
3.1.

Aandacht Arbo vordert dat haar wordt toegestaan Bedrijfsartsen-flex B.V., Bedrijfsartsengroep B.V. (hierna gezamenlijk: BAF/BAG) en de heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene]) in vrijwaring op te roepen.

3.2.

Voor toewijzing van een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring is vereist dat eiser in het incident, de gewaarborgde, zich met redenen omkleed beroept op een rechtsverhouding met een derde, de waarborg, die meebrengt dat de waarborg verplicht is om de nadelige gevolgen van een eventuele veroordelende beslissing tegen de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen. Het bestaan van die rechtsverhouding behoeft in het vrijwaringsincident niet vast te staan.

3.3.

Aandacht Arbo legt aan haar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT