Uitspraak Nº C/16/409379 / HA ZA 16-112. Rechtbank Midden-Nederland, 2017-03-22
ECLI | ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 |
Date | 22 Marzo 2017 |
Docket Number | C/16/409379 / HA ZA 16-112 |
Court | Rechtbank Midden-Nederland (Neederland) |
vonnis
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLANDCiviel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/409379 / HA ZA 16-112
Vonnis van 22 maart 2017
in de zaak van
[eiser] ,
in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige
[minderjarige] ,
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
advocaat mr. D. van Doorn en mr. W.A. van Veen,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE UTRECHT,
zetelend te Utrecht,
gedaagde partij,
advocaat mr. A.T. Bolt.
Partijen zullen hierna [minderjarige] en de gemeente genoemd worden.
Deze zaak is gestart als een procedure van zowel de heer [eiser] (hierna: [eiser] ) als [minderjarige] tegen de gemeente. In een tussenvonnis van 24 augustus 2016 is [eiser] , de vader van [minderjarige] , niet-ontvankelijk verklaard in zijn schadevergoedingsvordering tegen de gemeente en is de zaak van [minderjarige] aangehouden.
Nadat partijen zich hadden uitgelaten over het vervolg van de procedure, is bij tussenvonnis van 19 oktober 2016 een comparitie van partijen gelast. Voorafgaand aan de comparitie is namens [minderjarige] een akte met producties toegezonden bij brief van 11 januari 2017.
De comparitie van partijen is gehouden op 26 januari 2017 en daarvan is een proces-verbaal opgemaakt. Partijen hebben zich vervolgens uitgelaten over aanhouding van de zaak of het wijzen van vonnis.
Ten slotte is vonnis bepaald.
[eiser] is de vader van [minderjarige] . [eiser] heeft gewerkt voor de gemeente.
In 2009, tijdens zijn dienstverband met de gemeente, is vastgesteld dat hij de ziekte van Lyme had. [eiser] heeft zich in de zomer van 2009 ziek gemeld en heeft zijn werk niet meer kunnen doen. Na een periode van arbeidsongeschiktheid is hij in 2014 ontslagen. Zijn gezondheidstoestand is nog steeds slecht.
[eiser] heeft eind 2013 de gemeente aansprakelijk gesteld voor de schade die hij lijdt door zijn ziekte en arbeidsongeschiktheid.
[minderjarige] heeft in de periode na de ziekenhuisopname van [eiser] in 2009 en na zijn ontslag in 2014 klachten ontwikkeld. Zij is een tijdlang niet naar school geweest en is in de eerste klas van de middelbare school blijven zitten.
[minderjarige] vordert – na de bij akte van 19 september 2016 uitgebrachte
eiswijziging – dat bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de gemeente wordt veroordeeld:
I. tot betaling aan haar van een bedrag van € 16.000,00 als voorschot op de totale
schadevergoeding;
II. tot betaling aan haar van alle door haar geleden en nog te lijden schade, zowel materieel als immaterieel, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de schadeveroorzakende gebeurtenis c.q. de vervaldata, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
III. in de proceskosten.
[minderjarige]...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT