Uitspraak Nº C/16/424229 / FA RK 16-6295. Rechtbank Midden-Nederland, 2016-11-28

ECLIECLI:NL:RBMNE:2016:6314
Date28 Noviembre 2016
Docket NumberC/16/424229 / FA RK 16-6295
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht

locatie Utrecht

zaaknummer / rekestnummer: C/16/424229 / FA RK 16-6295

voorlopige voorzieningen

Beschikking van 28 november 2016

in de zaak van

[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster, hierna te noemen: de vrouw

advocaat mr. C.L.M. Smeets te Amsterdam

en

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] (Italië),

verweerder, hierna te noemen: de man,

advocaat mr. E.D.A. Geleijns te 's-Gravenhage.

1 Verloop van de procedure
1.1.

De vrouw heeft ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift ingediend dat strekt tot het geven van voorlopige voorzieningen.

1.2.

De man heeft een verweerschrift, tevens verzoekschrift ingediend.

1.3.

Vervolgens is bij de rechtbank het volgende stuk binnengekomen:

- een F9-formulier van 10 november 2016 van de zijde van de vrouw met producties.

1.4.

De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 14 november 2016.

Verschenen zijn:

  • -

    de vrouw, bijgestaan door mr. C.L.M. Smeets en mr. M. Baeten;

  • -

    de man, bijgestaan door mr. E.D.A. Geleijns.

2 Beoordeling van het verzochte
2.1.

De vrouw verzoekt voor de duur van het geding:

  • -

    te bepalen dat de kinderen worden toevertrouwd aan de vrouw;

  • -

    een zorgregeling vast te stellen, inhoudende dat de kinderen eenmaal per veertien dagen in de even weken van vrijdagochtend 7.30 uur tot zondagavond 18.00 uur bij de man verblijven en dat de kinderen 60% van hun vakantiedagen bij de man doorbrengen en de overige tijd bij de vrouw;

  • -

    te bepalen dat de man een bijdrage in de kosten van de kinderen dient te betalen van € 1.330,- per kind per maand, bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift;

  • -

    te bepalen dat de man een bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw dient te betalen van € 12.721,- bruto per maand, bij vooruitbetaling te voldoen;

  • -

    te bepalen dat eventuele kosten van tenuitvoerlegging van de beslissing met betrekking tot de door de man te betalen bijdragen voor zijn rekening komen, voor zover deze door hem veroorzaakt worden.

2.2.

De man vraagt de verzoeken van de vrouw met betrekking tot de toevertrouwing van de kinderen en de vaststelling van de zorgregeling toe te wijzen. De man voert verweer tegen de overige verzoeken van de vrouw. De man verzoekt eveneens een zorgregeling vast te stellen, inhoudende dat de kinderen eenmaal per veertien dagen in de even weken van vrijdagochtend 7.30 uur tot zondagavond 18.00 uur bij de man verblijven, alsmede dat de kinderen 60% van hun vakantiedagen bij de man doorbrengen en de overige tijd bij de vrouw.

Toevertrouwen kinderen

2.3.

Nu partijen het eens zijn en het verzoek van de vrouw tot toevertrouwing van de kinderen op de wet is gegrond, zal de rechtbank dit verzoek toewijzen.

Zorgregeling

2.4.

Nu partijen het eens zijn en de (gelijkluidende) verzoeken van partijen op de wet zijn gegrond, zal de rechtbank deze verzoeken toewijzen.

Bijdrage kosten kinderen

2.5.

Partijen zijn het niet eens over de hoogte van de kosten van de kinderen, de draagkracht van de man, de draagkracht van de vrouw en de zorgkorting. De rechtbank zal genoemde onderdelen bespreken.

Kosten kinderen

2.6.

De vrouw stelt dat partijen voor hun feitelijke uiteengaan eind december 2014 een netto besteedbaar gezinsinkomen hadden van naar schatting minimaal € 25.000,- per maand. Volgens de vrouw hebben partijen eind 2014 en begin 2015 uitvoerig overlegd over de kosten van de kinderen. Daarbij hebben partijen besloten de Tabel eigen aandeel kosten kinderen behorend bij het Tremarapport (hierna: de Tabel) niet toe te passen, omdat zij dit niet passend achtten gelet op hun uitgavenpatroon en de kosten die zij voor de kinderen maakten. De vrouw stelt dat partijen daarom de werkelijke kosten van de kinderen hebben becijferd sinds de kinderen weer in Nederland wonen en dat zij zijn overeengekomen dat de kosten van de kinderen in totaal € 5.922,- per maand bedragen. De kosten van vakanties maken van dit bedrag geen deel uit, aldus de vrouw. De vrouw legt een overzicht over van de kosten van de kinderen.

2.7.

De man stelt dat de kosten van de kinderen in totaal € 1.820,- per maand bedragen, zoals volgt uit de Tabel, uitgaande van een netto besteedbaar gezinsinkomen hoger dan € 6.000,- per maand. Volgens de man zijn partijen de kosten van de kinderen overeengekomen met grove miskenning van de wettelijke maatstaven. De man stelt dat hij niet op de hoogte was van de wettelijke maatstaven en dat hij daar dan ook niet bewust van heeft willen afwijken. Volgens de man is er een wanverhouding tussen de overeengekomen hoogte van de kosten van de kinderen en de hoogte van de kosten van de kinderen waartoe de rechter zou hebben beslist. Bovendien zijn in het door de vrouw overgelegde kostenoverzicht kosten opgenomen ter hoogte van in totaal € 4.369,- per maand die kosten van de ouders betreffen en geen kosten van de kinderen, aldus de man. Daarnaast dient geen rekening te worden gehouden met oppaskosten in de avond, nu die geen verband houden met het genereren van inkomen.

2.8.

De rechtbank stelt voorop dat ingevolge artikel 1:401 lid 5 BW een overeenkomst betreffende levensonderhoud kan worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven. Hiermee wordt bedoeld dat, uitgaande van dezelfde gegevens, er geen duidelijke wanverhouding mag bestaan tussen de onderhoudsbijdrage waartoe de rechter zou hebben beslist en die welke partijen zijn overeengekomen. Indien partijen bewust van de wettelijke maatstaven zijn afgeweken is op grond van artikel 1:159 lid 3 BW wijziging slechts mogelijk, indien de verzoeker stelt en de rechter aannemelijk oordeelt dat na het tot stand komen van de overeenkomst een wijziging van omstandigheden is ingetreden die meebrengt dat de wederpartij, in het licht van alle dan bestaande omstandigheden, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten.

2.9.

De rechtbank overweegt als volgt. Vaststaat dat partijen zijn overeengekomen dat de kosten van de kinderen € 5.922,- per maand bedragen. In geschil is of partijen deze hoogte van de kosten van de kinderen zijn overeengekomen met grove miskenning van de wettelijke maatstaven en of partijen bewust of onbewust van de wettelijke maatstaven zijn afgeweken.

De man stelt dat er wanverhouding is tussen de overeengekomen hoogte van de kosten van de kinderen en hoogte van de kosten van de kinderen waartoe de rechter zou hebben beslist. Hij stelt echter niet wat de hoogte is van de kosten van de kinderen waartoe de rechter zou hebben beslist. Voor zover de man heeft bedoeld te stellen dat de rechter de hoogte van kosten van de kinderen maximaal zou hebben bepaald op het bedrag dat volgt uit de Tabel, is de rechtbank van oordeel dat dit onvoldoende is om aan te nemen dat sprake is van een grove miskenning van de wettelijke maatstaven.

Ten eerste betreffen de aanbevelingen van de Expertgroep Alimentatienormen slechts richtlijnen en zijn deze aanbevelingen geen recht in de zin van artikel 79 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Daarnaast volgt uit de uitspraak van de Hoge Raad van 4 december 2015 (ECLI:NL:HR:2015:3479) dat de kosten van kinderen hoger kunnen zijn dan de kosten bij het hoogst mogelijke tabelbedrag. Bij (substantieel) hogere inkomens dan de bovengrens van de Tabel is maatwerk vereist voor het vaststellen van het eigen aandeel van ouders in de kosten van hun kinderen. Een simpele verwijzing naar de Tabel volstaat niet bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT