Uitspraak Nº C-17-135972 - HA ZA 14-305. Rechtbank Noord-Nederland, 2015-06-10

ECLIECLI:NL:RBNNE:2015:2881
Date10 Junio 2015
Docket NumberC-17-135972 - HA ZA 14-305
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaaknummer / rolnummer: C/17/135972 / HA ZA 14-305

Vonnis van 10 juni 2015

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats],

eiser,

advocaat mr. W.R. Kamminga te Oosterwolde,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats],

gedaagde,

advocaat mr. K.J. Meijer te Sint Annaparochie.

Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 15 oktober 2014

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 6 januari 2015

  • -

    de akte van de man

  • -

    de antwoordakte van de vrouw.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Partijen zijn op 10 oktober 1997 met elkaar getrouwd. Zij zijn voorafgaand aan de huwelijksvoltrekking op 17 september 1997 huwelijksvoorwaarden overeengekomen.

2.2.

Bij beschikking van 16 november 2011 is door de rechtbank Leeuwarden de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Deze beschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

2.3.

Partijen hebben op 28 juli 2011 een echtscheidingsconvenant ondertekend. Het convenant maakt deel uit van de beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 16 november 2011. In het convenant zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:

1. Uit de bijgevoegde berekening (aangehecht aan deze overeenkomst als bijlage 1) blijkt dat de vrouw recht heeft op een bedrag van (afgerond) Euro 13.000 zegge dertienduizend euro.

2. Tot het daarnaast te verrekenen vermogen behoort:

a. Gezamenlijke contanten en bank- en postgirosaldi;

b. De kleren, lijfgoederen en lijfsieraden, in het bezit en gebruik bij ieder der partijen;

c. Inboedelzaken aan partijen voldoende bekend;

d. Levensverzekering bij ASR, voor het overige tussen partijen voldoende bekend zodat hiervan geen nadere omschrijving wordt verlangd.

3. Aan ieder der partijen zullen worden toebedeeld zonder enige verrekening van de waarde:

De bij ieder hunner in bezit en gebruik zijnde kleren, lijfgoederen en sieraden, sub 2b bedoeld.

4. De inboedelgoederen als genoemd in sub 2c zullen worden toegedeeld aan de man en de contanten en bank- en postgirosaldi als genoemd in sub 2a zullen in onderling overleg tussen partijen worden verdeeld.

5. het hiervoor genoemde onder punt 1, mitsdien een totaal bedrag van euro 13.000 zegge dertienduizend euro, zal in inboedelgoederen en inrichtingskosten aan de vrouw door de man worden uitgekeerd in de zin dat de man deze kosten volledig voor zijn rekening zal nemen.

3 Het geschil en de beoordeling
3.1.

De man vordert - na vermindering van eis - betaling door de vrouw van het bedrag van € 17.023,94 op grond van onverschuldigde betaling. Hij onderbouwt deze vordering met de stelling dat hij in plaats van het bedrag van € 13.000,-- dat hij op grond van het convenant aan inboedelgoederen en inrichtingskosten ten behoeve van de vrouw...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT