Uitspraak Nº C/18/179551 / HA ZA 17-233. Rechtbank Noord-Nederland, 2018-12-05

ECLIECLI:NL:RBNNE:2018:4961
Docket NumberC/18/179551 / HA ZA 17-233
Date05 Diciembre 2018
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Groningen

zaaknummer / rolnummer: C/18/179551 / HA ZA 17-233

Vonnis van 5 december 2018

in de zaak van

1 [eiser 1] [achternaam ] ,

wonende te Stadskanaal,

2. [eiser 2] [achternaam ],

wonende te Muntendam,

eisers in conventie, verweerders in reconventie,

advocaat mr. W.S. Santema, te Drachten,

tegen

[gedaagde] [tweede naam gedaagde] [achternaam ],

wonende te Veendam,

gedaagde in conventie, eiser in reconventie,

advocaat mr. M.P. Geerdink, te Assen.

Partijen zullen hierna [eiser 1] en [eiser 2] (gezamenlijk [eisers] ) en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 28 september 2017;

  • -

    de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie van 6 december 2017;

  • -

    de conclusie van repliek in conventie, tevens antwoord in reconventie van 31 januari 2018;

  • -

    de conclusie van dupliek in conventie, tevens repliek in reconventie van 14 maart 2018;

  • -

    de conclusie van dupliek in reconventie van 25 april 2018;

  • -

    de overgelegde producties zijdens [eisers] van 15 oktober 2018;

  • -

    de pleitnota van [gedaagde] van 18 oktober 2018;

  • -

    de pleitnota van [eisers] van 18 oktober 2018.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

De rechtbank zal bij de beoordeling van het geschil uitgaan van de volgende feiten die tussen partijen niet in geschil zijn.

2.2.

[eiser 1] , [eiser 2] en [gedaagde] zijn de kinderen van [naam vader] [achternaam ] senior (hierna: vader) en [moeder] (hierna: moeder). Vader en moeder waren in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd.

2.3.

Moeder is op [sterfdatum moeder] overleden. Moeder heeft bij testament van
[datum] onder meer als volgt over haar nalatenschap beschikt:

A. HERROEPING

Ik herroep alle vroeger door mij gemaakte uiterste wilsbeschikkingen (…)

(…)

1. ONTERVING

Ik sluit mijn zoon [gedaagde] [tweede naam gedaagde] [achternaam ] (…), alsmede zijn afstammelingen uit van
erfopvolging.

2. ERFSTELLING I

Ik benoem tot mijn erfgenamen, gezamenlijk en voor gelijke delen, mijn genoemde echtgenoot en mijn twee kinderen [eiser 1] [achternaam ] (…) en [eiser 2] [achternaam ] (…).

3. WETTELIJKE VERDELING

a. Op mijn nalatenschap is van toepassing de afdeling 4.3.1 Burgerlijk Wetboek (wettelijke
verdeling), zodat mijn echtgenoot alle goederen van de nalatenschap verkrijgt en de voldoening van de schulden van de nalatenschap voor zijn rekening komt. Ieder van mijn overige erfgenamen verkrijgt een geldvordering ten laste van mijn echtgenoot, overeenkomend met de waarde van zijn erfdeel. (…)

2.4.

[eiser 1] en [eiser 2] hebben vóór het overlijden van moeder ieder € 7.000,00 als gift ontvangen.

2.5.

Vader is op [sterfdatum vader] overleden. Vader heeft bij testament van [datum] onder meer als volgt over zijn nalatenschap beschikt:

A. HERROEPING

Ik herroep alle vroeger door mij gemaakte uiterste wilsbeschikkingen (…)

(…)

1. ONTERVING

Ik sluit mijn zoon [gedaagde] [tweede naam gedaagde] [achternaam ] (…), alsmede zijn afstammelingen uit van
erfopvolging.

2. ERFSTELLING I

Ik benoem tot mijn erfgenamen, gezamenlijk en voor gelijke delen, mijn genoemde echtgenote en mijn twee kinderen [eiser 1] [achternaam ] (…) en [eiser 2] [achternaam ] (…).

3. WETTELIJKE VERDELING

a. Op mijn nalatenschap is van toepassing de afdeling 4.3.1 Burgerlijk Wetboek (wettelijke
verdeling), zodat mijn echtgenote alle goederen van de nalatenschap verkrijgt en de voldoening van de schulden van de nalatenschap voor zijn rekening komt. Ieder van mijn overige erfgenamen verkrijgt een geldvordering ten laste van mijn echtgenote, overeenkomend met de waarde van zijn erfdeel. (…)

2.6.

[gedaagde] en vader hebben vanaf [datum] een akkerbouwbedrijf in maatschapsverband uitgeoefend. In de maatschapsovereenkomst (van [datum] ) zijn de bepalingen waaronder deze maatschap is aangegaan, vastgelegd. In deze maatschapsovereenkomst is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:

Artikel 3

In de maatschap wordt per 1 mei ingebracht door de maat sub 1 [toevoeging rechtbank: vader], het door hem uitgeoefende akkerbouwbedrijf, (…)

1. het gebruik en genot van het onroerend goed;

(…)

3. het gebruik en genot van pachtrechten;

(…)

Artikel 15

a. (…) Indien de maatschap eindigt door overlijden van een van de maten, (…) De andere maat heeft tevens recht op pacht of overname van de onroerende goederen waarvan door de andere maat het gebruik en genot in de maatschap waren ingebracht. (…)

Artikel 16

Indien de maat sub 1 [toevoeging rechtbank: vader] zijn bedrijfsexploitatie wenst te
beëindigen en daarom de maatschap opzegt, heeft de andere maat het recht om het aandeel in de onroerende goederen, of de onroerende goederen in zijn geheel, voorzover eigendom van de opzeggende maat, te pachten, zodanig dat het pachtcontract goedgekeurd kan worden door de Grondkamer, dan wel te kopen tegen nader te stellen waarden. (…)

Onder de hier bedoelde onroerende goederen worden tevens de daarmee verbonden rechten en vergunningen begrepen.

2.7.

In november 1998 hebben [gedaagde] en vader middels een addendum een wijziging in de maatschapsovereenkomst van 1991 aangebracht. In het addendum maatschapsovereenkomst 1998 staat, voor zover hier van belang:

bevestigen te zijn overeengekomen als volgt:

Vanaf [datum] is de inbreng in gebruik en genot door de maat sub 1 [toevoeging rechtbank: vader] van de bedrijfsgebouwen en landerijen vervangen door verpachting van genoemde zaken door de maat aan de maatschap middels een pachtkontrakt voor de duur van 12 jaren.

2.8.

In december 2004 hebben [gedaagde] en vader een nieuwe maatschapsovereenkomst en een pachtovereenkomst gesloten. In de pachtovereenkomst van december 2004 is, voor zover hier van belang, als volgt bepaald:

Considerans

Onderhavige overeenkomst is grotendeels een voortzetting van de door partijen opgemaakte en ondertekende pachtovereenkomst van april 1999. (…)

Deze overeenkomst is aangegaan:

a. voor een periode van 12 jaar ingaande per [datum] en eindigende op 30 april 2016

b. voor een pachtprijs van in totaal € 23.500,- per jaar (…)

2.9.

In de maatschapsovereenkomst van december 2004 is, voor zover hier van belang, als volgt bepaald:

Artikel 3 Inbreng

In de maatschap wordt ingebracht door maat sub 1 [toevoeging rechtbank: vader]

(…)

b. De vruchten en inkomsten van het recht van pacht van een aantal hectaren land, aan de maten zonder nadere omschrijving voldoende bekend.

(…)

Artikel 14 Winstberekening

(…)

3. Van (eventueel) in gebruik en genot ingebrachte goederen komen niet ten laste van de maatschap maar komen voor rekening van de inbrenger:

- de afschrijvingen;

- het groot onderhoud;

- de kosten van financiering.

(…)

Artikel 21 Voortzettingsbeding

1. Bij beëindiging van de maatschap heeft de maat aan wie het eindigen van de maatschap niet kan worden toegerekend, behoudens hetgeen is vermeld in het volgende lid, het recht de onderneming van de maatschap alleen of met anderen voort te zetten.

(…)

Artikel 22 Toescheidings- & overnamebeding

1. Als een maat gebruik maakt van zijn recht op voortzetting, dan zijn daarbij de bepalingen in de volgende leden van dit artikel van toepassing.

2. De voortzettende maat heeft recht op overname c.q. toescheiding van:

- de tot de maatschap behorende gemeenschappelijke goederen, inclusief de tot de maatschap behorende rechten en aanspraken.

- De goederen die door de uittredende maat aan de vennootschap zijn verpacht of
verhuurd, dan wel op andere wijze aan de maatschap ter beschikking zijn gesteld,
indien en voor zover deze door de onderneming worden gebruikt.

- De pacht- of huurrechten van de uittredende maat (…)

Artikel 24 Waardebepaling

1. (…)

2. De over te nemen, toe te scheiden of de te verblijven goederen zullen bij beëindiging van de maatschap in overige situaties worden gesteld op de waarde in het economische verkeer bij voortgezette bedrijfsuitoefening, naar hun feitelijke toestand en op het tijdstip van het einde van de maatschap.

2.10.

De maatschap is met ingang van mei 2010 ontbonden. Bij die gelegenheid heeft [gedaagde] van het in de maatschapsovereenkomst opgenomen recht om het bedrijf (zelfstandig) voort te zetten, gebruik gemaakt. Bij notariële akte "levering bedrijfsregistergoederen" van [datum] (hierna: de notariële akte) heeft vader zijn aandeel in het maatschapsvermogen, waaronder 45 aandelen in de coöperatie Coöperatieve Avebe U.A., 'het bietenquotum' (hierna: aandelen AVEBE) en toeslagrechten, alle daartoe behorende passiva en zijn persoonlijke activa, waaronder registergoederen, aan [gedaagde] overgedragen. Met betrekking tot de kooprijs/overnamesom is in de notariële akte, voor zover hier van belang, het navolgende bepaald:

1. De overnamesom

(…) is conform het bepaalde in de maatschapsovereenkomst, door partijen de overname som vastgesteld (…)

De door comparant 2 [toevoeging rechtbank: [gedaagde] ] aan comparant 1 [toevoeging rechtbank: vader] verschuldigde overnamesom bedraagt (…) € 1.490.387,00, zoals berekend en vastgesteld op de aan deze akte als bijlage 1 gehechte en door partijen ondertekende "Samenstelling van de overnameprijs (overnamebalans)".

Blijkens koopovereenkomst 2 bedraagt de koopprijs van de woning aan de [adres] te Veendam (…) € 215.000,00. Inclusief de koopprijs van de woning [adres] te Veendam bedraagt de totale overnamesom derhalve (…) € 1.705.387,00.

2. Omzetting in geldlening/Schenkingen

De koper heeft de overnamesom als volgt voldaan:

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT