Uitspraak Nº C/19/121113 / HA ZA 17-244. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-09-11

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:3830
Date11 Septiembre 2019
Docket NumberC/19/121113 / HA ZA 17-244
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Assen

zaaknummer / rolnummer: C/19/121113 / HA ZA 17-244

Vonnis van 11 september 2019

in de zaak van

[eiseres]

wonende te [woonplaats] ,

eiseres,

advocaat mr. C.E. Jeekel te Zwolle,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde]

gevestigd te [woonplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 14 maart 2018,

  • -

    het proces-verbaal van comparitie gehouden op 10 juli 2018,

  • -

    de conclusie van repliek,

  • -

    de conclusie van dupliek,

  • -

    de akte overlegging producties aan de zijde van [gedaagde] ,

  • -

    de antwoordakte.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Op 20 december 2006 is [eiseres] op het spreekuur geweest van chirurg dr. [X.] (hierna dr. [X.] ), verbonden aan het [ziekenhuis A.] te [plaats A.] . In verband met ontevredenheid over een buikwandoperatie in 2004 vroeg zij een second opinion aan bij dr. [X.] .

2.2.

Op 27 februari 2007 is [eiseres] door dr. [X.] geopereerd, waarbij de maagband is verwijderd en een zogeheten 'sleeve maagresectie' is verricht.

2.3.

Na de operatie is er een gecompliceerd en afwijkend postoperatief verloop met persisterende pijnklachten. In september 2008 wordt een naadlekkage gediagnosticeerd met een abces bij de milt.

2.4.

In het "Rapport commissie kwaliteit bariatrische chirurgie [ziekenhuis A.] [plaats A.] " van 16 september 2009 wordt door een onderzoekscommissie geconcludeerd dat er zowel in het pre- als in het postoperatieve beleid ernstige tekortkomingen gevonden worden bij de complexere operaties (o.a. sleeveresecties van de maag), die grotendeels zijn terug te voeren op het functioneren van dr. [X.] .

2.5.

Na diverse behandelingen, wordt [eiseres] in 2010 in het [ziekenhuis B.] te [plaats B.] opgenomen. Daar is zij opnieuw geopereerd waarbij een nieuwe gastro-enterostomie is aangelegd, de milt is verwijderd, het abces gesaneerd en de littekenbreuk is hersteld door middel van een kunststof mat.

2.6.

[eiseres] kampt met forse vermoeidheidsklachten en buikpijnklachten. Als gevolg van de geplaatste kunststof mat is de linker middenrif omhoog gaan staan en daarmee de long weggedrukt, waardoor er nog maar 72% longinhoud is. Daarnaast heeft [eiseres] psychische klachten.

2.7.

[eiseres] heeft voor juridische bijstand contact gezocht met [gedaagde] . [gedaagde] verleent (juridische) bijstand aan slachtoffers van letselschadezaken, verkeers- of bedrijfsongevallen. [gedaagde] heeft juridische bijstand verleend aan meerdere (ex)patiënten van dr. [X.] . De heer [L.] (hierna: [L.] ) van [gedaagde] heeft [eiseres] bijgestaan. [L.] is jurist, maar geen advocaat. Het eerste telefonische contact tussen [L.] en [eiseres] heeft plaatsgevonden op 27 april 2009.

2.8.

Op 9 november 2009 is op verzoek van [L.] op basis van het medisch dossier van [eiseres] een medisch advies opgesteld door de arts [A.] (hierna: [A.] ). In dit advies staat onder meer dat de pre-operatieve poliklinische notities zeer summier zijn, dat daaruit niet duidelijk wordt welk "informed consent" is gegeven, het operatieverslag van 27 februari 2007 ontbreekt en uit de poliklinische controles niet duidelijk wordt hoe het verdere beloop is ten aanzien van het abces. [A.] concludeert dat het kernpunt is dat er sprake is van een naadlekkage met als gevolg een abces bij de milt. Of deze naadlekkage al in maart 2007 ontdekt had kunnen worden, kan [A.] niet beoordelen. Zij wijst er op dat bij deze rapporteur het aantal naadlekkages na een sleeve maagresectie veel hoger is dan in de literatuur en dit als medisch onzorgvuldig handelen kan worden gezien. Het gecompliceerde beloop nadien is als gevolg hiervan te zien.

2.9.

Bij brief van 12 november 2009 heeft [L.] het [ziekenhuis A.] aansprakelijk gesteld.

2.10.

Bij brief van 12 november 2009 heeft [gedaagde] aan [eiseres] een schaderegelingsovereenkomst "no cure no pay" toegestuurd. Daarin staat onder meer het volgende:

" [De Groep] . verricht haar werkzaamheden op de basis van "no cure no pay", hetgeen inhoudt dat indien geen resultaat wordt behaald, aan u geen kosten in rekening zullen worden gebracht. Alle te maken kosten, voor bijvoorbeeld medisch-specialistische expertises, arbeidsdeskundige rapporten, juridische adviezen etc. worden door [De Groep] voorgefinancierd. (….) Het honorarium en de kosten zullen zoveel mogelijk periodiek gedeclareerd worden bij de wederpartij. (…)"

2.11.

Bij brief van 8 oktober 2010 heeft de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van het [ziekenhuis A.] , MediRisk, aansprakelijkheid afgewezen. MediRisk heeft zich op het standpunt gesteld dat er wel degelijk een indicatie was voor de ingreep op 27 februari 2007 en dat er sprake is geweest van een voldoende "informed consent". Er was sprake van een BMI van 45 en een stagnerend gewicht. [eiseres] had veel problemen met een littekenbreuk. MediRisk gaat er vanuit dat [eiseres] bij eventueel meer voorlichting niet van de ingreep had afgezien. [eiseres] had niet veel keus en de operatie was zeer gewenst. MediRisk merkt op dat in het door [L.] ingewonnen medisch advies van [A.] niet is onderbouwd dat de naadlekkage na de operatie op 27 februari 2007 aan onzorgvuldigheid te wijten zou zijn. Verder blinkt de dossiervorming niet uit, maar dat heeft volgens MediRisk geen schade veroorzaakt.

2.12.

Bij brief van 12 november 2010 heeft [L.] , MediRisk bericht dat van de 30 zaken die zij in behandeling heeft genomen er nog 17 claims zijn waarin is gesteld dat dr. [X.] en/of het [ziekenhuis A.] verwijtbaar heeft gehandeld. [L.] geeft in de brief aan dat hij een reële mogelijkheid ziet dat de rechter het bewijsrisico zal verschuiven. Hij wijst er op dat het merendeel (11) van de nog lopende zaken naadlekkage betreft die vrij kort na de operatie is ontstaan, hetgeen een onjuiste operatietechniek respectievelijk een onjuiste behandeling impliceert en hij wijst er op dat in vrijwel alle zaken de vraag speelt of er wel "informed consent" is bereikt. [L.] stelt voor om tot een minnelijke regeling te komen en merkt op dat in de meeste zaken het belang is beperkt tot rond de € 10.000,00.

2.13.

Bij brief van 7 februari 2011 heeft MediRisk aangegeven in deze kwestie geen ruimte te zien voor een minnelijke regeling. Bij brief van 10 februari 2011 doet [L.] wederom het voorstel om tot een minnelijke regeling te komen, waarbij hij een bedrag van maximaal € 10.000,00 heeft genoemd. Bij brief van gelijke datum bericht hij [eiseres] het volgende:

"(…)

Het zal niet eenvoudig zijn om middels medisch onderzoek en/of een procedure gelijk te krijgen. Het zal in ieder geval veel tijd, moeite en veel geld gaan kosten. De uiteindelijke kans op succes blijft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT