Uitspraak Nº HD 200.118.090_01 en HD 200.118.201_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2013-11-05

ECLIECLI:NL:GHSHE:2013:5203
Date05 Noviembre 2013
Docket NumberHD 200.118.090_01 en HD 200.118.201_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummers HD 200.118.090/01 en HD 200.118.201/01

arrest van 5 november 2013

in zaak HD 200.118.090/01 van:

Glencore AG,

gevestigd te [vestigingsplaats] (Zwitserland),

appellante,

advocaat: mr. D.A.M.H.W. Strik te Amsterdam,

tegen

1 Nationale Borgmaatschappij N.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

2. N.V. Zeeland Seaports,

gevestigd te [vestigingsplaats],

geïntimeerden,

advocaat: mr. P.F. Hopman te Amsterdam,

3. Mr. B. van Leeuwen, q.q. en Mr. P.E. Butterman, q.q.,

in hun hoedanigheid van curatoren van Zeeland Aluminium Company N.V.,
kantoorhoudende te respectievelijk Goes en Breda,

geïntimeerden,

niet verschenen,

op het bij exploot van dagvaarding van 2 oktober 2012 ingeleide hoger beroep van het door de voorzieningenrechter van de rechtbank Middelburg gewezen vonnis van 10 september 2012 tussen appellante – Glencore – als gedaagde sub 1, geïntimeerden 1 en 2 - NB c.s. - als eiseressen en geïntimeerden 3 en 4 – curatoren. – als gedaagden sub 2,

en in zaak HD 200.118.201/01 van:

Glencore AG,

gevestigd te [vestigingsplaats] (Zwitserland),

appellante,

advocaat: mr. D.A.M.H.W. Strik te Amsterdam,

tegen

1 UTB Holding B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. M.A.J. Kemps te Eindhoven,

2. N.V. Zeeland Seaports,

gevestigd te [vestigingsplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. P.F. Hopman te Amsterdam,

3. Mr. B. van Leeuwen, q.q. en Mr. P.E. Butterman, q.q., in hun hoedanigheid van curatoren van Zeeland Aluminium Company N.V.,
kantoorhoudende te respectievelijk Goes en Breda,

geïntimeerden,

niet verschenen,

op het bij exploot van dagvaarding van 2 oktober 2012 ingeleide hoger beroep van het door de voorzieningenrechter van de rechtbank Middelburg gewezen vonnis van 11 september 2012 tussen appellante – Glencore – als eiseres en geïntimeerden – aangeduid resp. als UTB, ZSP en curatoren – als gedaagden.

1. Het geding in eerste aanleg in zaak HD 200.118.090 (zaaknr. 85322/KG ZA 12-187) en in zaak HD 200.118.201 (zaaknr. 84432/KG ZA 12-129)

Voor beide gedingen in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2 Het geding in hoger beroep

in zaak HD 200.118.090:

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep;

- de memorie van grieven met producties van Glencore;

- de memorie van antwoord met producties van NB c.s.;

- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;

- de door Glencore bij brief van 23 september 2013 toegezonden producties 14, 15 en 16;

- de door NB c.s. als per fax van 20 september 2013 toegezonden beschouwde producties (zijnde de producties 10 tot en met 16 aan de zijde van UTB in de zaak HD 200.118.201 en 16 tot en met 18 aan de zijde van Glencore in de zaak HD 200.118.201);

- de door Glencore bij H-formulier van 4 oktober 2013 te laat toegezonden producties 17 tot en met 19, waartegen NB c.s. geen bezwaar heeft gemaakt.

in zaak HD 200.118.201:

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep;

- de memorie van grieven met producties van Glencore;

- de memorie van antwoord van UTB;

- de memorie van antwoord met producties van ZSP;

- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;

- de bij H-formulier van 20 september 2013 door UTB toegezonden producties 10 tot en met 16, waaronder een DVD die bij gelijke datum door UTB is gedeponeerd;

- de door Glencore bij brief van 23 september 2013 toegezonden producties 16, 17 en 18;

- de door Glencore bij H-formulier van 4 oktober 2013 te laat toegezonden producties 19, 20 en 21, waartegen UTB en ZSP geen bezwaar hebben gemaakt.

De in eerstgenoemde zaak door NB c.s. bij brief van 4 oktober 2013 toegezonden akte met productie 23 en de in laatstgenoemde zaak door UTB bij brief van 4 oktober 2013 toegezonden productie 17 zijn na bezwaar van Glencore als te laat in het geding gebracht geweigerd. De in laatstgenoemde zaak door Glencore bij H-formulier van 4 oktober 2013 toegezonden DVD is na bezwaar van UTB en ZSP geweigerd.

Partijen hebben in beide zaken arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De gronden van het hoger beroep in beide zaken

Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de beide memories van grieven.

4 De beoordeling

Het hof zal in het navolgende de beide zaken zoveel mogelijk gezamenlijk behandelen. Het hof zal daarbij niet op de afzonderlijke grieven ingaan, tenzij nodig.

in beide zaken:

de feiten

4.1.

Het gaat in de beide zaken, voor zover thans van belang, om het volgende.

4.1.1.

Op 13 december 2011 om 16.00 uur is bij vonnis van de rechtbank Middelburg de naamloze vennootschap Zeeland Aluminium Company N.V. (hierna: Zalco) in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mrs. Van Leeuwen en Butterman als curatoren.

Zalco hield zich bezig met de productie van aluminium en exploiteerde daartoe in de haven van [vestigingsplaats] een aluminiumsmelterij (hierna: elektrolysefabriek), een aluminiumgieterij en een anodefabriek. De grond waarop de elektrolysefabriek staat is eigendom van N.V. Zeeland Seaports (hierna: ZSP).

4.1.2.

Zalco heeft bij onderhandse pandakte van 21 november 2011, geregistreerd op 23 november 2011, een stil pandrecht ten gunste van Glencore gevestigd op de voorraad aluminium als hierna in r.o. 4.1.3. omschreven Het pandrecht strekt tot zekerheid van al wat Glencore te vorderen heeft van Basemet B.V. en/of Panther Trading AG. Laatstgenoemde vennootschappen maken deel uit van de groep waar Zalco deel van uitmaakt.

4.1.3.

In artikel 1.1 (definitions) van de pandakte d.d. 21 november 2011 is omschreven waarop het pandrecht van Glencore is gevestigd:

Moveable Assets ” means all alumina [aluinaarde, hof ] stock and aluminium metal stock at the stockyard, casthouse and aluminium smelting facility that is owned and operated by the Pledgor and located at the Pledgor’s facilities (..), including, (a) finished aluminium metal (including, without limitation, aluminium billets, slabs, ingots, T-bars or sows), (b) liquid aluminium metal (including, without limitation, such items located in the potroom pots), (c) “work-in-progress” aluminium metal, aluminium billets and ingots, (d) rejected aluminium billets and ingots, and (e) aluminium metal to be re-melted (whether purchased or produced at the facility).

4.1.4.

Ten tijde van de faillietverklaring van Zalco bevond zich aluminium in vloeibare toestand in de ovens van de elektrolysefabriek (hierna ook: smeltovens). Door de curatoren is het productieproces bij Zalco enige dagen na het faillissement stilgelegd. Tot dat stilleggen werd bij Zalco nog aluminium geproduceerd. Het vloeibare aluminium dat zich op het moment van stillegging in de ovens bevond, is als gevolg van die stillegging gestold.

4.1.5.

Op 23 december 2011 hebben curatoren met Glencore een overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst is onder meer het navolgende opgenomen:

“(…) Liquidators are recognizing and will not challenge/nullify the right of pledge securing the claims Glencore has on the secured obligations by Basemet/Panther as described in the non-possessory deed of pledge of moveable assets of 15 November 2011.

Liquidators are not recognizing Glencore’s pledge on finished goods made after bankruptcy date and Glencore agrees to this.

Glencore and liquidators are in agreement that work in progress (aluminium in the pots and ovens) will be removed by Glencore as Pledgee and proceeds will be kept in escrow until a possible dispute between mortgagees Zeeland Seaports and/or N.V. Nationale Borg Maatschappij. On liquidators’ side, this agreement is subject to confirmation by mortgagees.(…)”

4.1.6.

Op 26 april 2012 hebben curatoren Glencore op de voet van artikel 58 Fw een termijn gesteld voor het executeren van haar (door hen erkende) pandrecht tot 15 juni 2012. Glencore heeft de rechter-commissaris verzocht de door de curatoren gestelde termijn te verlengen tot 15 juni 2014.

4.1.7.

Glencore, ZSP, NB en UTB hebben tevergeefs onderhandeld over de aan UTB te betalen prijs voor het door UTB bij de sloop van de elektrolysefabriek uit de ovens halen en separeren van het gestolde aluminium.

4.1.8.

Op 11 juni 2012 hebben curatoren, ZSP, UTB, Nationale Borgmaatschappij N.V. (hierna: NB) en (de niet in de onderhavige procedures betrokken) Century een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT