Uitspraak Nº HD 200.168.344_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2015-12-22

ECLIECLI:NL:GHSHE:2015:5335
Date22 Diciembre 2015
Docket NumberHD 200.168.344_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer HD 200.168.344/01

arrest van 22 december 2015

in de zaak van

[appellante] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als [appellante] ,

advocaat: mr. M.M.P.M. Lousberg te Amsterdam,

tegen

Obvion N.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als Obvion,

advocaat: mr. B. Lynen te Kerkrade,

op het bij exploot van dagvaarding van 10 december 2014 ingeleide hoger beroep van het door de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats

’s-Hertogenbosch, gewezen vonnis in kort geding van 14 november 2014 tussen [appellante] als eiseres en Obvion als gedaagde.

1 Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/01/284588/KG ZA 14-632)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep;

  • -

    de memorie van grieven met producties 11 t/m 19;

  • -

    de memorie van antwoord met producties 21 t/m 25;

  • -

    het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;

  • -

    de door mr. Lousberg bij brief van 23 oktober 2015 op voorhand toegezonden producties 20 t/m 24, die bij het pleidooi bij akte in het geding zijn gebracht.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1.

In dit hoger beroep kan voorshands worden uitgegaan van de volgende feiten.

  1. [appellante] is op 1 november 2013 in dienst getreden van Reldair B.V. (hierna: Reldair). De heer [directeur Reldair] is (enig) aandeelhouder en statutair directeur van Reldair. [appellante] en [directeur Reldair] hebben een affectieve relatie met elkaar. Zij wonen niet samen.

  2. In mei 2014 heeft [appellante] een woning in [woonplaats] gekocht voor een koopprijs van

€ 410.000,- kosten koper (prod. 20 Obvion).

Op 9 mei 2014 heeft Obvion een elektronisch aanvraagformulier (prod. 1 Obvion) ontvangen van de voor [appellante] optredende tussenpersoon [tussenpersoon] van HypotheekNet/ [bedrijf tussenpersoon] (hierna: de tussenpersoon). Daarmee wordt een aanvraag gedaan voor een hypothecaire geldlening van € 421.553,- ter zake de door [appellante] gekochte woning.

Op 12 mei 2014 heeft Obvion een offerte aan [appellante] uitgebracht voor de verzochte hypothecaire geldlening van € 421.553,- (prod. 2 Obvion). In de offerte staat vermeld dat [appellante] Obvion in het bezit moet stellen van een aantal bescheiden, waaronder een werkgeversverklaring, een recente salarisstrook en een kopie van de arbeidsovereenkomst. Verder staat op bladzijde 11 van de offerte onder meer vermeld:

‘Deze offerte wordt gedaan onder voorhoud dat alle door ons opgevraagde en overige relevante informatie aangaande het onderpand en de aanvrager(s) geheel tot ons genoegen is. Hieronder is mede begrepen alle informatie uit openbare bron of informatie met betrekking tot het onderpand en de aanvrager(s) die ons op welke wijze dan ook bereikt.

Daaronder wordt tevens begrepen (...) de opgevraagde/op te vragen informatie uit het systeem van de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SFH) (...). Indien blijkt dat de aanvrager(s), in welke vorm dan ook, fraude pleegt (plegen) of tracht(en) te plegen, al dan niet in samenwerking met meerdere personen, worden de gegevens van de aanvrager/fraudeur(s) (...) in het SFH-systeem (...) geregistreerd als een zogenaamde persoonsregistratie, mede ten behoeve van derden.

(...)

Deze offerte wordt tevens gedaan onder het voorbehoud dat aanvrager(s) alle informatie die van belang kan zijn voor de beoordeling van de aanvraag voor onderhavige hypothecaire lening aan ons bekend heeft (hebben) gemaakt.’

Op 22 mei 2014 heeft [appellante] de offerte voor akkoord ondertekend.

Daarnaast heeft [appellante] stukken naar de tussenpersoon gestuurd waarom Obvion had verzocht. Bij e-mail van 2 juni 2014 (prod. 21 mva) heeft de tussenpersoon deze stukken doorgestuurd naar Obvion. Aldus ontving Obvion onder meer de eerste bladzijde van de tussen [appellante] en Reldair gesloten arbeidsovereenkomst, een werkgeversverklaring van Reldair en de salarisstrook van [appellante] over mei 2014 (prod. 3 t/m 5 Obvion).

Bij e-mail van 12 juni 2014 (prod. 6 Obvion) heeft Obvion de tussenpersoon verzocht om aanvullende stukken, te weten:

- de volledige bankafschriften van [appellante] vanaf 1 november 2013 t/m 12 juni 2014;

- haar salarisstroken over de afgelopen zes maanden.

Daarop heeft [appellante] haar salarisstroken over de maanden november 2013 t/m april 2014 (prod. 8 Obvion) aan de tussenpersoon verstrekt.

Daarnaast heeft [directeur Reldair] op 16 juni 2014 een e-mail met bijlagen naar de tussenpersoon gestuurd, die cc naar [appellante] is verzonden (prod. 7 Obvion). In de e-mail staat:

‘In de bijlage tref je aan alle bankafschriften. Deze zijn door elena [hof: [appellante] ] gescand.

Mei is nog niet te downloaden, vandaar een pdf download van bij en afschrijvingen.

In de brievenbus tref [je] de geprinte versie originelen aan. (...)

Gelukkig heeft onze controller altijd de declaraties en salaris correct behandeld. Elena heeft alle pagina’s geparagrafeerd.’

De volgende bijlagen zijn bij de e-mail van [directeur Reldair] gevoegd (prod. 8 Obvion):

- acht bankafschriften van een bankrekening van [appellante] bij ABN Amro waarop bij- en afschrijvingen staan vermeld over de periode van 17 oktober 2013 t/m 16 mei 2014;

- een overzicht van ABN Amro van bij- en afschrijvingen op deze bankrekening over de periode van 17 mei 2014 t/m 10 juni 2014.

Op de bankafschriften en het overzicht zijn de saldi van de bankrekening telkens onleesbaar gemaakt.

[directeur Reldair] heeft exact dezelfde stukken in de brievenbus van de tussenpersoon gestopt.

Bij e-mail van 16 juni 2014 (prod. 8 Obvion) heeft de tussenpersoon de van [appellante] ontvangen salarisstroken (zie h) en de van [directeur Reldair] ontvangen bankafschriften en het van hem ontvangen overzicht (zie i) doorgestuurd naar Obvion.

Obvion heeft de ontvangen bankafschriften ter verificatie naar ABN Amro gestuurd. Bij e-mail van 20 juni 2014 (prod. 9 Obvion) heeft ABN Amro Obvion bericht dat het afschrift van april/mei 2014 niet conform de administratie van de bank is.

Op de bankafschriften en het overzicht die door [directeur Reldair] aan de tussenpersoon zijn verstrekt staan salarisbetalingen vermeld die niet overeenkomen met het salaris dat volgens de administratie van ABN Amro daadwerkelijk is bijgeschreven op de bankrekening van [appellante] .

De bedragen die daadwerkelijk op de bankrekening van [appellante] zijn bijgeschreven ter zake salaris komen niet overeen met haar salarisstroken.

Op de salarisstroken over januari t/m april 2014 staat een bruto salaris van € 4.000,- vermeld. Dit wijkt af van de aan Obvion verstrekte arbeidsovereenkomst waaruit volgt dat het salaris van [appellante] t/m 31 december 2013 € 4.000,- bruto per maand bedraagt en per 1 januari 2014 wordt verhoogd naar € 6.200,- bruto per maand. Op de salarisstrook over de maand mei 2014 staat wel een salaris van € 6.200,- bruto vermeld.

Bij brief van 23 juni 2014 (abusievelijk gedateerd op 23 juli 2014) heeft Obvion [appellante] uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek (prod. 10 Obvion). In de brief staat vermeld:

‘Wij hebben aanvullende stukken opgevraagd met betrekking tot uw inkomen. Deze stukken hebben wij ontvangen en laten verifiëren door ABN. Wij hebben bericht ontvangen dat de door u aangeleverde stukken niet overeenkomen met de werkelijkheid.’

Vervolgens heeft [directeur Reldair] op 26 juni 2014 telefonisch contact opgenomen met Obvion. Hij heeft aangegeven dat hij een grove fout heeft gemaakt. Hij heeft medegedeeld dat hij de bankafschriften zonder medeweten van [appellante] heeft aangepast met de bedoeling om ‘interne awareness’ te creëren bij zijn boekhouder, omdat de betalingen niet altijd goed zouden gaan. Daarnaast heeft [directeur Reldair] medegedeeld dat hij de aangepaste bankafschriften per abuis per e-mail naar de tussenpersoon heeft gestuurd in plaats van naar de boekhouder.

Bij brief van 30 juni 2014 (prod. 11 Obvion) heeft Obvion onder meer aan [appellante] geschreven:

‘Naar aanleiding van de door uw tussenpersoon aangeleverde inkomensgegevens zijn er twijfels ontstaan over de inkomensgegevens bij Reldair bv. Op basis van deze twijfels zijn er aanvullende gegevens opgevraagd. Uit de aangeleverde bankafschriften blijkt dat deze valselijk zijn opgesteld. De verklaring van dhr. [directeur Reldair] is dat hij de bankafschriften heeft vervalst omdat hij hiermee interne awareness wilde creëren bij Reldair bv.

Wij hebben u reeds eerder uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek. Hier heeft u geen gehoor aan gegeven.

Op basis hiervan is bij Obvion het vermoeden gerezen dat u bij de aanvraag onjuiste gegeven[s] heeft verstrekt en/of valsheid in geschrifte heeft gepleegd en daarmee gepoogd heeft Obvion op te lichten.

Gelet op de ons thans ter beschikking staande feiten en omstandigheden zijn wij voornemens aangifte te doen bij de justitiële autoriteiten en uw gegevens te registreren in de database Stichting Fraudebestrijding Hypotheken.

Mocht u van mening zijn dat de bovenstaande door ons geschetste feiten niet volledig en of niet juist zijn, verzoeken wij u om ons dit binnen 5 werkdagen na dagtekening schriftelijk te melden, en te onderbouwen met bewijsstukken. (...) Indien wij van u binnen de gestelde termijn geen reactie ontvangen, dan zullen wij overgaan tot het doen van aangifte en het melden bij de SFH.’

Bij brief van 11 juli 2014 (prod. 2 inl. dagv) heeft de advocaat van [appellante] aan Obvion onder andere bericht, onder verwijzing naar de brief van 30 juni 2014, dat [appellante] betwist dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan het vervalsen van rekeningoverzichten.

Bij brief van 21 juli 2014 (prod. 3 inl. dagv) heeft Obvion aan de advocaat van [appellante] onder meer geschreven:

‘Na verificatie van meerdere bankafschriften op naam van uw cliënte bij ABN AMRO hebben wij de melding gekregen: “Het bijgevoegde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT