Uitspraak Nº LEE 20/117. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-02-17

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:719
Date17 Febrero 2020
Docket NumberLEE 20/117
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: LEE 20/117

uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 februari 2020 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekster] te [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. J.S. Visser),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland, verweerder

(gemachtigden: mr. S. Bergsma en mr. A. Nieuwdam).

Procesverloop

Bij besluit van 24 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de eerder aan verzoekster toegekende vervoersvoorziening met ingang van 1 januari 2020 beëindigd.

Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 februari 2020. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.

Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

2. Verzoekster, geboren [geboortedatum] 1957, ontvangt van verweerder een maatwerkvoorziening. Het betreft een vervoersvoorziening bestaande uit een financiële tegemoetkoming (€ 285,-, gebaseerd op 1.500 km à € 0,19 p/km) voor het gebruik van de eigen auto of een auto van derden.

3.1.

Bij het bestreden besluit is deze voorziening met ingang van 1 januari 2020 beëindigd omdat verzoekster over een eigen auto beschikt dan wel gebruik maakt van een auto van derden. Gelet op het nieuwe vervoersbeleid kan alleen een Wmo-vervoersvoorziening worden verstrekt aan personen zonder eigen vervoersmiddel, of zonder hulp van derden of zonder de algemene publieke vervoersvoorzieningen.

Verzoekster wordt tot 1 april 2020 een overgangstermijn geboden, waarbij de eerder toegekende financiële tegemoetkoming zal worden gecontinueerd.

3.2.

Bij brief van 7 januari 2020 heeft verzoekster bezwaar gemaakt tegen dit besluit.

4. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt.

4.1.

In het verweerschrift heeft verweerder de volgende onderbouwing van het bestreden besluit gegeven:

Tot 2020 hanteerde verweerder het beleid dat voor de maatwerkvoorziening vervoer de keuze bestond uit taxi of eigen auto dan wel vervoer door derden. Indien de keuze voor vervoer per eigen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT