Uitspraak Nº LEE 22/1027 en LEE 22/2274. Rechtbank Noord-Nederland, 2022-09-13

ECLIECLI:NL:RBNNE:2022:3299
Docket NumberLEE 22/1027 en LEE 22/2274
Date13 Septiembre 2022
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 22/1027 en LEE 22/2274


uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 september 2022 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

  1. [eiser 1] ,

  2. [eiser 2] ,

  3. [eiser 3] ,

  4. [eiser 4] ,

  5. [eiser 5] ,

  6. [eiser 6]

  7. [eiser 7] ,

  8. [eiser 8] ,

  9. [eiser 9] ,

uit [plaats] , gezamenlijk aangeduid als eisers

(gemachtigde: [gemachtigde 1] ),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke (het college)

(gemachtigden: mr. E.F. van der Goot en mr. L. Blankestijn).

Als derde-partij neemt aan de zaken deel: Stichting Keunstwurk uit Leeuwarden (vergunninghoudster)

(gemachtigde: [gemachtigde 2] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorlopige voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van eisers tegen de omgevingsvergunning van Stichting Keunstwurk voor het realiseren van recreatieve voorzieningen aan [adres] in [plaats] van 2 februari 2022. Omdat de voorzieningenrechter na afloop van de zitting tot de conclusie is gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak beslist hij ook op het beroep van eisers. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

1.1.

Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Eisers hebben op het verweerschrift gereageerd. Vergunninghoudster heeft ook schriftelijk gereageerd.

1.2.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 augustus 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers sub 1, 4 en 6, de gemachtigde van eisers en de gemachtigden van het college. Namens vergunninghoudster waren aanwezig de gemachtigde en [naam] .

Totstandkoming van het besluit

2. Op 4 december 2018 heeft vergunninghoudster een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een Starbarn en bruggetje, het aanleggen en gebruiken van een nachttuin en het aanleggen van een parkeerterrein op de locatie. Het project heet ‘Nacht aan het Wad’. De omgevingsvergunning betreft het bouwen van een bouwwerk en het handelen in strijd met het bestemmingsplan.1

2.1.

Op 21 mei 2019 heeft Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân ontheffing verleend voor het realiseren van nieuwe verblijfsrecreatieve eenheden in het landelijk gebied.

2.2.

Het college heeft de ontwerp-omgevingsvergunning van 27 juni 2019 tot en met 7 augustus 2019 ter inzage gelegd. Eiser sub 1 heeft, mede namens de overige eisers, een zienswijze ingediend op het ontwerpbesluit.

2.3.

Op 29 april 2021 heeft de gemeenteraad van de gemeente Waadhoeke onder andere besloten pas een verklaring van geen bedenkingen voor de verlening van de omgevingsvergunning af te geven wanneer een verkeerstechnisch onderzoek is afgerond en er een raadsvoorstel ligt voor een gedragen verkeerstechnische oplossing met financiële consequenties.

2.4.

Op 23 december 2021 heeft de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen afgegeven. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend en van 10 februari 2022 tot en met 24 maart 2022 ter inzage gelegd.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. De voorzieningenrechter beoordeelt de verleende omgevingsvergunning. Dat gebeurt aan de hand van de argumenten die eisers hebben aangevoerd, de beroepsgronden.

4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het beroep gegrond is. Hierna wordt uitgelegd hoe tot dit oordeel wordt gekomen en welke gevolgen het heeft.

5. De voor de beoordeling van beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.

6. De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

6.1.

Eisers wonen allen in [buurtschap] , een buurtschap vlak bij de kust van de Waddenzee. In [buurtschap] bevindt zich tevens een restaurant en een camperparkeerplaats. Ten zuiden van deze camperparkeerplaats willen diverse initiatiefnemers het project ‘Nacht aan het Wad’ uitvoeren. Dit project omvat de bouw van een gebouw ten behoeve van vijf trekkershutten, een sterrenobservatorium en expositieruimte (de Starbarn), de aanleg van een bruggetje en een ‘nachttuin’ en het gebruik van een parkeerterrein. Deze voorzieningen zijn bestemd om bezoekers de omgeving in de duisternis te laten ervaren.

6.2.

Het gebruik is in strijd met het geldende bestemmingsplan. Stichting Keunstwerk heeft als penvoerder van de initiatiefnemers de omgevingsvergunning aangevraagd. Eisers vrezen ernstige verstoring van hun nachtrust door de komst van het project.

Leeswijzer

7. De voorzieningenrechter bespreekt achtereenvolgens de volgende onderwerpen:

  • -

    het wettelijk kader van de bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan;

  • -

    de voorlichting over de beroepstermijn;

  • -

    de schijn van vooringenomenheid;

  • -

    draagvlak voor en participatie bij het project;

  • -

    de reactie van het college op de zienswijze;

  • -

    alternatievenonderzoek;

  • -

    de gevolgen van de herindeling van de gemeente Waadhoeke;

  • -

    het onderzoek naar de natuurwaarden;

  • -

    het verbinden van voorschriften aan de omgevingsvergunning;

  • -

    mogelijke geluidhinder;

  • -

    mogelijke lichthinder en het aantal bezoekers;

  • -

    de verkeerssituatie ter plaatse.

Afwijkingsbevoegdheid

8. Het college komt bij de beslissing om al dan niet toepassing te geven aan de hem toegekende bevoegdheid om in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen, beleidsruimte toe en het moet de betrokken belangen afwegen. De bestuursrechter oordeelt niet zelf of verlening van de omgevingsvergunning in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De bestuursrechter beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het besluit onevenredig zijn in verhouding tot de met de verlening van de omgevingsvergunning te dienen doelen.2 Voordat de voorzieningenrechter ingaat op de inhoudelijke afweging omtrent het gebruik van deze bevoegdheid, gaat hij eerst in op enkele procedurele punten die eisers hebben ingebracht.

Onjuiste voorlichting over de beroepstermijn

9. Eisers stellen zich op het standpunt dat zij onjuist zijn voorgelicht over de beroepstermijn. Eisers hebben tijdig beroep ingesteld. Omdat tegen die achtergrond niet goed is in te zien hoe eisers zijn benadeeld, wordt verder niet ingegaan op de vraag of zij nu wel of niet juist zijn ingelicht over de beroepstermijn.

Is er sprake van de schijn van vooringenomenheid?

10. Eisers stellen zich op het standpunt dat sprake is van belangenverstrengeling zoals bedoeld in artikel 2:4 van de Awb, omdat de burgemeester het bestreden besluit heeft ondertekend, terwijl zij voorzitter was van Stichting Keunstwurk. Eisers menen dat hieruit volgt dat sprake is van vooringenomenheid bij de besluitvorming, van misbruik van bevoegdheid en van een ondeugdelijke belangenafweging.

10.1.

Het college stelt dat de burgemeester inderdaad een persoonlijk belang had bij het bestreden besluit en dat het beter was geweest als het besluit was ondertekend door de loco-burgemeester. Er is, aldus het college, echter geen sprake geweest van vooringenomenheid. Zo heeft de burgemeester zich tijdig teruggetrokken en dus ook niet deelgenomen aan de stemmingen die in het kader van de besluitvorming hebben plaatsgevonden.

10.2.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de handtekening van de burgemeester onder het besluit de gerechtvaardigde schijn wekt dat aan de besluitvorming een gebrek kleeft. Het college heeft de besluitvorming verdedigd door verschillende stellingen in te nemen, maar het heeft die stellingen op geen enkele manier nader onderbouwd. Gelet op het gewicht van de zorgplicht van het college om te waken voor beïnvloeding van de besluitvorming, had dit echter wel van hem mogen worden verwacht.

10.3.

Deze beroepsgrond treft dan ook doel.

10.3.1.

Er is onvoldoende gesteld om aan te nemen dat de verklaring van geen bedenkingen gebrekkig is omdat de burgemeester voorzitter is van de gemeenteraad. De burgemeester is immers geen lid van de raad en heeft geen stemrecht in de raad.3

Draagvlak en participatie

11. Eisers stellen dat er geen draagvlak is onder de omwonenden en dat er ook geen sprake was van participatie. Er is slechts een uitgewerkt plan aan omwonenden gepresenteerd.

11.1.

Het college heeft voorop...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT