Uitspraak Nº NL19.18360. Rechtbank Den Haag, 2019-09-26

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:10421
Date26 Septiembre 2019
Docket NumberNL19.18360
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

Zaaknummer: NL19.18360

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [naam], eiser

(gemachtigde mr. N.M. Weteling)

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde mr. J. van Raak)

Procesverloop

Bij besluit van 6 augustus 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen omdat Spanje voor de behandeling van de aanvraag verantwoordelijk wordt gehouden. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het beroep is, tezamen met de zaak met nummer NL19.18361, besproken op de zitting van 29 augustus 2019. Eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen J.E. Hynd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Oegandese nationaliteit. Op 15 maart 2019 heeft hij in Nederland een asielaanvraag ingediend.

2. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Daarin is bepaald dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen wanneer op grond van de Dublinverordening1 is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. In dit geval heeft Nederland bij Spanje op grond van artikel 12, vierde lid, van de Dublinverordening een verzoek om overname gedaan omdat Spanje een Schengenvisum voor eiser heeft afgegeven. De Spaanse autoriteiten hebben dit verzoek aanvaard.

3. Eiser heeft tijdens zijn aanmeldgehoor van 23 maart 20192 verteld dat hij het slachtoffer is geworden van mensenhandel, opsluiting en verkrachting. Eiser heeft sindsdien steeds de wens geuit om aangifte van mensenhandel te doen. Dit heeft buiten de schuld van eiser om slechts geleid tot een intakegesprek met de politie op 15 juli 2019. Onder verwijzing naar het arrest Rantsev van het Europees Hof van de Rechten van de Mens3, voert eiser aan dat verweerder een positieve verplichting heeft om mensenhandel aan te pakken en slachtoffers te beschermen. Dit volgt ook uit de Europese Richtlijn 2011/36 EU.4

Voorts heeft eiser gesteld dat ten aanzien van Spanje niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Deze beroepsgrond heeft eiser ter zitting ingetrokken.

Verder stelt eiser dat verweerder gebruik had moeten maken van zijn discretionaire bevoegdheid om eisers aanvraag alsnog aan zich te trekken. Ten eerste omdat eiser bijzonder kwetsbaar is, niet alleen omdat hij vluchteling is, maar ook omdat hij slachtoffer is van mensenhandel en daarvan nog altijd aangifte wil doen. Een mogelijke overdracht getuigt om die reden van onevenredige hardheid.

Verder heeft eiser aangevoerd dat overdracht aan Spanje onomkeerbare verslechtering van zijn gezondheidstoestand die een overdracht tot gevolg zou kunnen hebben. Deze beroepsgrond heeft eiser ter zitting...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT