Uitspraak Nº NL19.20511. Rechtbank Den Haag, 2019-09-26

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:10396
Date26 Septiembre 2019
Docket NumberNL19.20511
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG


Bestuursrecht

zaaknummer: NL19.20511


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 september 2019 in de zaak tussen
[eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. J. Hemelaar),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R. Jonkman).

Procesverloop

Bij besluit van 29 augustus 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 september 2019. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen O. Al Othman. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt geboren te zijn op [geboortedatum] 1974 en in het bezit te zijn van de Syrische nationaliteit. Hij verblijft als vreemdeling in Nederland en heeft op 25 maart 2019 een asielaanvraag ingediend.

2. Verweerder heeft met het bestreden besluit eisers asielaanvraag niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (de Vw 2000), omdat op grond van Verordening (EU) nr. 604/2013 (de Dublinverordening) Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. In dit geval heeft Nederland bij Frankrijk een verzoek om terugname gedaan op grond van artikel 12, tweede lid, van de Dublinverordening. Frankrijk heeft dit verzoek aanvaard.

3. Eiser betoogt dat verweerder zijn asielaanvraag in behandeling had moeten nemen op grond van artikel 16 van de Dublinverordening. Verweerder stelt zich volgens eiser ten onrechte op het standpunt dat hij niet afhankelijk is van zijn ouders die hier in Nederland verblijven. Hoewel hij en zijn ouders noodgedwongen in verschillende landen terecht zijn gekomen, hebben zij een hechte band. In Syrië woonde hij dicht bij zijn ouders en zag hij ze dagelijks. Vanwege zijn medische klachten is hij kwetsbaar en heeft hij de steun en waarborgen van zijn familie nodig. Hij heeft depressieve en suïcidale klachten, wat blijkt uit het overgelegde huisartsenjournaal en medicijnenrecept. Tot slot voelt eiser zich verantwoordelijk voor zijn ouders die oud beginnen te worden.

4. De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft gesteld dat er geen aanleiding bestaat om toepassing te geven aan artikel 16, eerste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT