Uitspraak Nº NL20.9619. Rechtbank Den Haag, 2020-05-11
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2020:4909 |
Docket Number | NL20.9619 |
Date | 11 Mayo 2020 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.9619
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [eiser] , eiser
V-nummer: [#]
(gemachtigde: mr. J. van Bennekom),
en
Verweerder heeft op 3 december 2019 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft.
1. Eiser stelt van Algerijnse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] .
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, van 14 april 2020 (in de zaak NL20.7787) volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek de maatregel van bewaring rechtmatig is.
4. Eiser voert aan dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering in de zin van artikel 15, vierde lid, van de Richtlijn 2008/115/EG (de Terugkeerrichtlijn) is. In dit verband wijst eiser erop dat vanwege het coronavirus niet naar Algerije wordt gevlogen en dat de Algerijnse ambassade gesloten is.
De rechtbank overweegt als volgt. Deze door eiser aangevoerde gronden zijn reeds betrokken bij de uitspraak van 14 april 2020. Voorts verwijst de rechtbank naar de recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 29 april 2020 (E...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT