Uitspraak Nº NL20.9823. Rechtbank Den Haag, 2020-05-25

ECLIECLI:NL:RBDHA:2020:4599
Docket NumberNL20.9823
Date25 Mayo 2020
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: NL20.9823


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser

V-nummer: [#]

(gemachtigde: mr. W.M. Blaauw),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. H. Remerie).

Procesverloop

Op 14 maart 2020 is eiser op grond van artikel 6 in samenhang met artikel 14 van de

Verordening (EU) nr. 2016/399 van 9 maart 2016 (hierna: de Schengengrenscode) de

toegang tot Nederland geweigerd. Aan eiser is op dezelfde datum de vrijheidsontnemende

maatregel op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000

(hierna: de Vw) opgelegd.

Deze maatregel duurt nog voort.

Eiser heeft tegen het voortduren van de vrijheidsontnemende maatregel beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.

Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd. Eiser heeft hierop gereageerd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 mei 2020. De gemachtigden van partijen hebben telefonisch deelgenomen aan de zitting. Het onderzoek is dezelfde dag gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt de nationaliteit van [landen] te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] .

2. De rechtbank stelt voorop dat zij deze vrijheidsontnemende maatregel al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van 23 april 2020 (in de zaak NL20.8834) volgt dat de vrijheidsontnemende maatregel tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek de vrijheidsontnemende maatregel rechtmatig is.

3. Eiser voert primair aan dat verweerder de voortgangsrapportage niet tijdig heeft overgelegd. Hij heeft hierdoor in ieder geval een dag minder voorbereidingstijd gehad.

3.1

De rechtbank overweegt als volgt.

3.2

Verweerder is gehouden om de rechtbank in het kader van de beoordeling van tweede en volgende beroepen als bedoeld in artikel 96 van de Vw recente inlichtingen te verstrekken met betrekking tot de (voortgang van de voorbereiding van de) verwijdering van de vreemdeling. Deze inlichtingen zijn noodzakelijk voor de rechtbank om te beoordelen of de voortduring van de bewaringsmaatregel sinds het sluiten van het onderzoek in het voorgaande beroep niet in strijd is met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT