Uitspraak Nº NL21.16856. Rechtbank Den Haag, 2022-03-31

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:3151
Docket NumberNL21.16856
Date31 Marzo 2022
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL21.16856

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres v-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. F.J.M. Schonkeren), en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovacs).

Procesverloop

Bij besluit van 25 oktober 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet- ontvankelijk verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De rechtbank heeft het beroep, samen met de zaak NL21.16857, op 24 februari 2022 op zitting behandeld. Eiseres en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

Inleiding

1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] en heeft de Iraakse nationaliteit.

2. Eiseres verbleef van 15 september 2015 tot 27 november 2020 in Kroatië. Niet in geschil is dat Kroatië op 25 april 2017 aan eiseres internationale bescherming heeft verleend. Eiseres stelt Kroatië te hebben verlaten omdat zij daar, kort gezegd, door haar ex- man werd mishandeld en belaagd. Op 22 september 2021 heeft zij een asielaanvraag ingediend in Nederland.

3. Verweerder heeft de asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard1 omdat eiseres internationale bescherming geniet in Kroatië. Dit blijkt uit de Eurodac gegevens en uit de verklaringen van eiseres. Op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan ervan

1. Op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw)

worden uitgegaan dat Kroatië zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat de Kroatische autoriteiten aan haar geen adequate bescherming hebben kunnen of willen bieden tegen de door haar gestelde mishandeling en belaging. Ook heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer naar Kroatië in een situatie terecht komt die in strijd is met artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

4. Verweerder heeft op 22 november 2021 een bericht van de Kroatische autoriteiten van gelijke datum aan het dossier toegevoegd. In dat bericht bevestigen deze autoriteiten, op vraag van verweerder van 12 november 2021, dat eiseres in Kroatië zal worden geaccepteerd.

Beroepsgronden

5. Eiseres voert...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT