Uitspraak Nº NL21.19172. Rechtbank Den Haag, 2022-03-18

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:2579
Date18 Marzo 2022
Docket NumberNL21.19172
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT


Bestuursrecht

zaaknummer: NL21.19172


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiseres

V-nummer: [Nummer]

(gemachtigde: mr. Z.M. Alaca),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. G.T. Cambier).

Procesverloop

In het besluit van 21 juli 2021 (primaire besluit) heeft verweerder het verzoek van eiseres om naturalisatie afgewezen.

In het besluit van 29 november 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft het beroep op 18 februari 2022 op zitting behandeld in Breda. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

Overwegingen

1. Eiseres is geboren op [Geboortedatum] en bezit de Soedanese nationaliteit.

2. Eiseres is op 2 november 2012 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, geldig tot 2 november 2017.

3. Op 17 januari 2018 heeft eiseres een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft deze aanvraag ingewilligd bij besluit van 4 juli 2018 en aan eiseres de verzochte verblijfsvergunning verleend, met ingang van 17 januari 2018.

4. Eiseres heeft op 19 januari 2021 een verzoek om naturalisatie tot Nederlander ingediend. Bij het primaire besluit heeft verweerder dit verzoek afgewezen, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor naturalisatie. Op grond van artikel 8, eerste lid, onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN), dient iemand die Nederlander wil worden, ten minste sedert vijf jaren onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek in het Koninkrijk der Nederlanden toelating en hoofdverblijf hebben. Gebleken is dat eiseres onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek om naturalisatie geen vijf jaar aaneengesloten toelating heeft gehad binnen het Koninkrijk. Eiseres heeft immers van 2 november 2017 tot 17 januari 2018 geen rechtmatig verblijf gehad.

5. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard en het primaire besluit gehandhaafd. In aanvulling op het primaire besluit heeft verweerder overwogen dat de door eiseres in bezwaar aangevoerde omstandigheden over het te laat indienen van de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, niet dermate bijzondere omstandigheden zijn dat afwijking van de voorwaarden voor naturalisatie met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT