Uitspraak Nº NL21.19967. Rechtbank Den Haag, 2022-04-04

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:3208
Docket NumberNL21.19967
Date04 Abril 2022
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL21.19967


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]

(gemachtigde: mr. M.H. Steenbergen),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Visschers).


Procesverloop
Bij besluit van 21 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

De rechtbank heeft het beroep op 9 maart 2022 op zitting behandeld te Breda. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Jalloh. Verder is verschenen [Naam 2], de voogd van eiser. Verweerder is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en de Gambiaanse nationaliteit te bezitten. Hij heeft op 2 november 2020 een asielaanvraag ingediend in Nederland.

2. Aan de asielaanvraag heeft eiser het volgende ten grondslag gelegd. Eisers vader behoorde tot de Senegalese rebellen van Casamance. Tijdens het smokkelen van wapens is hij in Gambia gearresteerd en gevangen gezet. Kort na zijn vrijlating in 2015 is eisers vader overleden. Eiser heeft na de begrafenis van zijn vader een interview gegeven over de slechte manier waarop zijn vader is behandeld in de gevangenis. Eiser vreest bij terugkeer voor de Gambiaanse autoriteiten, nu hij zich uitgesproken heeft tegen de autoriteiten en hij geassocieerd wordt met de rebellen.

3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder eisers asielaanvraag afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw.1 De nationaliteit en herkomst van eiser acht verweerder geloofwaardig. De door eiser gestelde identiteit wordt niet geloofwaardig geacht. Wel volgt verweerder dat eiser een minderjarige leeftijd heeft. De problemen in Gambia vanwege de vader die zich had aangesloten bij de rebellen van Casamance acht verweerder ook niet geloofwaardig. In het besluit is verder neergelegd dat aan eiser nog geen terugkeerbesluit wordt opgelegd, omdat vanwege de minderjarige leeftijd van eiser eerst onderzoek naar adequate opvang moet plaatsvinden.

4. Bij aanvullend besluit van 4 maart 2022 heeft verweerder het bestreden besluit gewijzigd in die zin, dat eiser uitstel van vertrek krijgt gedurende het nader onderzoek naar adequate opvang op grond van paragraaf A3/6.1 van de Vc,2 uiterlijk tot eiser de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt of zoveel eerder als er, omdat is komen vast te staan dat adequate opvang beschikbaar is, een terugkeerbesluit wordt uitgevaardigd. Op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb3 richt het beroep van eiser zich van rechtswege mede tegen dit aanvullend besluit.

5. Eiser voert in beroep het volgende aan. Het is onduidelijk waarom verweerder in het bestreden besluit overwegingen wijdt aan de identiteit van eiser, nu aangenomen wordt dat eiser minderjarig is. Het besluit is verder onzorgvuldig tot stand gekomen doordat verweerder niet heeft beoordeeld of de verklaring van Bureau Documenten over de geboorteakte van eiser zorgvuldig tot stand is gekomen en concludent is. Daarnaast heeft verweerder niet kenbaar rekening gehouden met de omstandigheid dat eiser ten tijde van de gebeurtenissen ongeveer tien jaar oud en dus zeer jong was. Eiser wijst erop dat de belangen van het kind de eerste overweging van verweerder dient te zijn. In het algemeen, en zeker van eiser als destijds tienjarig kind en gelet op het medisch advies van MediFirst, kan niet worden verwacht dat gebeurtenissen jaren later gedetailleerd kunnen worden gereproduceerd. Ter onderbouwing hiervan verwijst eiser naar het rapport Beyond Proof van de UNHCR.4 Verweerder heeft voorts onvoldoende gemotiveerd waarom wel geloofwaardig is geacht dat eisers vader wapens smokkelde, daarvoor is opgepakt en is overleden maar niet geloofwaardig is geacht dat eisers vader zich had aangesloten bij de rebellen en dat eiser problemen heeft ondervonden. Tot slot voert eiser aan het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid, omdat verweerder nog niet heeft onderzocht of er voor eiser adequate opvang is buiten Nederland en het bestreden besluit daarom nog niet geldt als terugkeerbesluit.

De rechtbank...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT