Uitspraak Nº NL21.20248. Rechtbank Den Haag, 2022-08-15

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:8303
Docket NumberNL21.20248
Date15 Agosto 2022
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

zaaknummer: NL21.20248


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer]

(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.M. van Duren).

Procesverloop

In het besluit van 13 oktober 2020 (primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor afgifte van een mvv1 nareis voor verblijf bij haar vader afgewezen.

In het besluit van 3 december 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft het beroep op 23 juni 2022 op zitting behandeld te Breda. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verschenen is [naam2] (referent). Als tolk is verschenen I. Welde Selase. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres stelt zijn geboren op [geboortedatum] en de Eritrese nationaliteit te hebben. Zij beoogt verblijf in Nederland bij referent, haar gestelde vader. Op 25 maart 2014 heeft referent namens eiseres voor de eerste maal verzocht om de afgifte van een mvv nareis met als doel verblijf bij referent. Omdat eiseres op dat moment niet beschikbaar was voor nader onderzoek bij een Nederlandse ambassade in een aan Eritrea grenzend land, heeft verweerder de aanvraag bij besluit van 13 mei 2014 afgewezen.

2. Op 21 oktober 2019 heeft referent de huidige mvv-aanvraag ingediend. Daarbij zijn geen officiële documenten overgelegd. Wel is namens eiseres een schoolrapport en een groei- en vaccinatiekaart overgelegd, alsmede een UNHCR-registratie en een kerkelijke doopakte van de ‘[naam3]’. Bij het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag afgewezen omdat de identiteit van eiseres en de familierechtelijke relatie met referent niet zijn aangetoond.

3. Bij het bestreden besluit is het daartegen gerichte bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. In aanvulling op het primaire besluit heeft verweerder overwogen dat het schoolrapport en de groei- en vaccinatiekaart van eiseres niet kunnen worden aangemerkt als substantieel indicatieve identiteitsdocumenten. Dat geldt ook voor de UNHCR-registratie en de in bezwaar overgelegde ARRA2-registratie. Nu eiseres in bewijsnood verkeert, werpt verweerder niet aan haar tegen dat zij geen officiële documenten ter staving van haar identiteit en de familierechtelijke relatie met referent kan overleggen. Eiseres komt daarom in beginsel in aanmerking voor nader onderzoek in de vorm van een identificerend gehoor en DNA-onderzoek. Dit onderzoek wordt echter niet uitgevoerd omdat sprake is van een achterblijvende ouder, te weten de moeder van eiseres, van wie de identiteit niet is vastgesteld en die niet beschikbaar is om aan het DNA-onderzoek deel te nemen. Tot slot verkeert eiseres volgens verweerder niet in schrijnende omstandigheden, zodat er geen reden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT