Uitspraak Nº NL21.2546. Rechtbank Den Haag, 2021-03-17
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2021:2665 |
Date | 17 Marzo 2021 |
Docket Number | NL21.2546 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.2546
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [naam eiser], eiser
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. K.P.E. van Tulden),
en
(gemachtigde: mr. Ch.R. Vink).
Bij besluit van 18 februari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL21.2547, plaatsgevonden op 10 maart 2021. Eiser en zijn gemachtigde zijn met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
1. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Daarin is bepaald dat een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd niet in behandeling wordt genomen indien op grond van Verordening (EU) nr. 604/2013 (Dublinverordening) is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. In dit geval heeft Nederland bij Italië een verzoek om terugname gedaan. Italië heeft hierop niet tijdig gereageerd, waarmee de verantwoordelijkheid van Italië vaststaat.
2. Eiser verzoekt al hetgeen in de zienswijze is aangevoerd als herhaald en ingelast te beschouwen.
Verweerder is in het bestreden besluit echter gemotiveerd ingegaan op hetgeen eiser in de zienswijze heeft aangevoerd. Voor zover hij in beroep niet heeft geconcretiseerd op welke punten de motivering van het bestreden besluit ontoereikend is, kan de enkele herhaling van de zienswijze in beroep niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit. Voor dit oordeel vindt de rechtbank steun in vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling), onder meer in de uitspraak van 4 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2169), rechtsoverweging 4. Het verzoek kan eiser dan ook niet baten.
3. Eiser voert in beroep aan dat – samengevat weergegeven – verweerder ten aanzien van Italië niet langer uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser zal bij...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT