Uitspraak Nº NL22.5931. Rechtbank Den Haag, 2022-08-09

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:8007
Docket NumberNL22.5931
Date09 Agosto 2022
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam

Bestuursrecht

zaaknummer: NL22.5931


uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser,

V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M.A. Krikke),

en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigden: mr. M.R. Botman en mr. J.P. Heinrich).


Procesverloop

Eiser heeft op 6 april 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

Bij besluit van 8 juni 2022 heeft verweerder de asielaanvraag ingewilligd.

Eiser heeft bij brief van 9 juni 2022 aangegeven dat hij het niet eens is met het besluit van 8 juni 2022. Hij handhaaft zijn beroep.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De rechtbank heeft het beroep op 14 juli 2022 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Namens verweerder is daarnaast [persoon A] verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Op het beroep van eiser is van toepassing de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND zoals deze luidt sinds 11 juli 2021 (Tijdelijke wet).

Op grond van artikel 1 van de Tijdelijke wet zijn op besluiten op asielaanvragen de artikelen 4:17 tot en met 4:19, afdeling 8.2.4a en artikel 8:72, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing. Artikel 6:2, aanhef en onderdeel b, van de Awb wordt daarin niet meer genoemd. Dat betekent dat het vanaf 11 juli 2021 weer mogelijk is om beroep in te stellen tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag, maar dat de vreemdeling daarmee niet kan bereiken dat dwangsommen in de zin van de Awb worden verbeurd of opgelegd.

Het beroep tegen het niet tijdig beslissen

2. Nu verweerder reeds een besluit op de asielaanvraag van eiser heeft genomen, heeft eiser geen belang meer bij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Het beroep is in zoverre niet-ontvankelijk.

Het beroep tegen het besluit van 8 juni 2022

3. De rechtbank constateert dat het alsnog genomen besluit niet geheel aan het beroep van eiser tegemoet komt. Het beroep heeft daarom op grond van artikel 6:20, derde lid, van de Awb mede betrekking op het alsnog genomen besluit.

4. Eiser voert aan dat verweerder in het besluit ten onrechte geen bestuurlijke dwangsom heeft vastgesteld. Voor zover de Tijdelijke wet het verbeuren van bestuurlijke dwangsommen uitsluit, is dit in strijd met het Unierechtelijk gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsbeginsel en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest). Daarbij wijst eiser op de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 22 april 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:3776.

Gelijkwaardigheidsbeginsel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT