Uitspraak Nº .. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-12-24

ECLIECLI:NL:RBMNE:2020:5655
Date24 Diciembre 2020
Docket Number.
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Beslissingen van 24 december 2020 van de rechtbank op de onderzoekswensen inzake Eris, gedaan op de regiezitting van 17 en 18 december 2020

in de zaak van de verdachten

[verdachte 1] ,

geboren op [1984] te [geboorteplaats] ,

thans gedetineerd te PI [PI] , locatie [locatie] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. O.E. de Jong,

[verdachte 2] ,

geboren op [1974] te Aruba (Nederlandse Antillen),

thans gedetineerd te PI [PI] , [locatie] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. O. Bolluyt,

[verdachte 3] ,

geboren op [1985] te [geboorteplaats] ,

zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,

bijgestaan door mr. Y. Bouchikhi,

[verdachte 4] ,

geboren op [1948] te Surabaja (Nederlands-Indië),

thans gedetineerd te PI [PI] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. C.W. Flokstra,

[verdachte 5] ,

geboren op [1974] te Distrikt [distrikt] (Suriname),

thans gedetineerd te PI [PI] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. P.J. Hoogendam,

[verdachte 6] ,

geboren op [1970] te [geboorteplaats] (Suriname),

thans gedetineerd te PI [PI] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. J.Y. Taekema,

[verdachte 7] ,

geboren op [1980] te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. S. Schuurman,

[verdachte 8] ,

geboren op [1992] te Curaçao (Nederlandse Antillen),

thans gedetineerd te PI [PI] te [locatie] ,

bijgestaan door mr. M.M. Vié (waarnemend voor mr. S.J.M. Laurier),

[verdachte 9] ,

geboren op [1983] te Curaçao (Nederlandse Antillen),

thans gedetineerd te PI [PI] , [locatie] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mrs. J.H. Weermeijer en S.V. Jansen,

[verdachte 10] ,

geboren op [1985] te [geboorteplaats] ,

thans gedetineerd te PI [PI] , locatie [locatie] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mrs. J.B. van Faassen en N.C.J. Meijering,

[verdachte 11] ,

geboren op [1987] te [geboorteplaats] ,

thans gedetineerd te Justitieel Complex [locatie] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mrs. D.J. Troost en S.T. van Berge Henegouwen,

[verdachte 12] ,

geboren op [1966] te Curaçao (Nederlandse Antillen),

thans gedetineerd te PI [PI] Rijn, [locatie] te [PI] Rijn,

bijgestaan door mr. M.A.C. van Vuuren,

[verdachte 13] ,

geboren op [1981] te [geboorteplaats] ,

thans gedetineerd te PI [PI] – [locatie] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. B.J. de Pree,

[verdachte 14] ,

geboren op [1983] te [geboorteplaats] ,

thans gedetineerd te PI [locatie] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. I.N. Weski,

[verdachte 15] ,

geboren op [1962] te [geboorteplaats] (Suriname),

postadres te [adres] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. R.A. van der Horst,

[verdachte 16] ,

geboren op [1987] te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. P. van Dongen,

[verdachte 17] ,

geboren op [1977] te [geboorteplaats] ,

wonende te [adres] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. J.L.C.M. Kuijpers,

[verdachte 18] ,

geboren op [1987] te ’ [geboorteplaats] ,

thans gedetineerd te PI [PI] , [locatie] te [woonplaats] ,

bijgestaan door mr. I.A. Groenendijk.

Inleiding

Op 17 en 18 december 2020 heeft er een regiezitting plaatsgehad in het onderzoek Eris. Voorafgaand aan deze zitting hebben het Openbaar Ministerie en de raadslieden hun onderzoekswensen, indien aan de orde, schriftelijk kenbaar gemaakt en hebben zij schriftelijk op elkaars standpunten kunnen reageren. Ter zitting van 17 en 18 december 2020 heeft het gesprek zich beperkt tot datgene waarover na de schriftelijke uitwisseling van standpunten nog discussie bestond en nadere verzoeken die nog niet eerder schriftelijk aan de orde waren gekomen. Tevens is namens sommige verdachten een verzoek over de voorlopige hechtenis gedaan.

De rechtbank zal hieronder ingaan op deze verzoeken en haar beslissing daarop geven. Daarbij behandelt de rechtbank eerst de verzoeken tot het horen van getuigen (onder A.), gevolgd door verzoeken niet zijnde getuigen (onder B.) en tot slot de verzoeken met betrekking tot de voorlopige hechtenis (onder C.).

A. Verzoeken tot het horen van getuigen

De onder dit kopje gegeven beslissingen die zien op verzoeken tot het horen van getuigen zijn onderverdeeld in algemene beslissingen die in beginsel in iedere zaak gelden (onder 1.) en beslissingen die per zaaksdossier worden genomen dan wel zien op de betrouwbaarheid van de verklaring van de kroongetuige (onder 2.). Daarbij is per getuige aangegeven in welke zaak deze dient te worden gehoord.

1 Algemene beslissingen in alle zaken

Aansluiten bij verhoren in de zaken van de medeverdachten

Het Openbaar Ministerie heeft ervoor gekozen om alle verhoren die bij de rechter-commissaris worden afgenomen te voegen in de zaken van alle verdachten. Dus ook als dat verhoor niet in de zaak van de betreffende verdachte heeft plaatsgehad. Deze keuze heeft tot gevolg dat deze verklaringen dus ook voor het bewijs kunnen worden gebruikt in zaken waarin de desbetreffende getuige niet is gehoord. Daarom is door een groot aantal raadslieden het verzoek gedaan om dan ook bij alle verhoren bij de rechter-commissaris te mogen aansluiten.

Uitgangspunt is dat een verzoek tot aansluiting slechts wordt toegewezen indien gesteld en gebleken is dat er sprake is van een verdedigingsbelang. Het algemeen geformuleerde verzoek van de raadslieden om in alle zaken bij alle getuigen te mogen aansluiten strekt in dat verband te ver, omdat in veel gevallen er geen reëel verdedigingsbelang denkbaar is, ook niet indien het Openbaar Ministerie gemakshalve het desbetreffende verhoor in de betreffende zaak toevoegt. Dit verzoek wordt dan ook afgewezen. De rechtbank ziet dit mogelijke verdedigingsbelang echter wel als er op verzoek van een medeverdachte getuigen worden gehoord in de zaken die ook bij verdachte zelf op de tenlastelegging staan.

Het Openbaar Ministerie heeft voorgesteld dat de verdediging een verzoek kan doen om een getuige nogmaals te horen indien deze getuige iets heeft verklaard dat ook van belang kan zijn voor een verdachte in wiens zaak de betreffende getuige niet is gehoord. Gelet op het grote aantal getuigen dat moet worden gehoord, de belasting die een getuigenverhoor vaak met zich brengt voor een getuige, de beperkte beschikbaarheid van zittingszalen en de relatief beperkte tijd tot de start van de inhoudelijke behandeling, acht de rechtbank dit voorstel niet praktisch uitvoerbaar. De rechtbank zal daarom om proceseconomische redenen bepalen dat alle raadslieden mogen aansluiten bij de verhoren van getuigen die worden gehoord in een deelonderzoek dat op de tenlastelegging van hun cliënt staat. Het verzoek tot het half open verwijzen naar de rechter-commissaris wordt in dat verband dan ook afgewezen.

Dit betekent dat de raadslieden van verdachten die een bepaald deelonderzoek op de tenlastelegging hebben staan, voor het verhoor van alle getuigen in dat deelonderzoek dienen te worden uitgenodigd. Ook de raadslieden die niet zelf om het horen van een bepaalde getuige hebben verzocht, mogen daarbij zo nodig vragen stellen aan de betreffende getuigen.

Aansluiten verdediging kroongetuige bij alle verhoren in zaken genoemd in de deal

De raadsman van de kroongetuige heeft verzocht te mogen aansluiten bij alle getuigenverhoren in de zaken die worden genoemd in de deal die de kroongetuige met de Staat heeft gesloten, ook als de kroongetuige daarin zelf geen verdachte is. De rechtbank ziet het verdedigingsbelang met betrekking tot de beoordeling van de betrouwbaarheid van de verklaringen van de kroongetuige en beslist daarom dat de verdediging van de kroongetuige mag aansluiten bij de verhoren die bij de rechter-commissaris worden gehouden in de deelonderzoeken Charlie17, 034Gezicht, TGO Breuk, TGO Langenhorst, TGO Lis, deelname aan een criminele organisatie en Barbera (deze laatste vanwege de mogelijke verwevenheid met het onderzoek TGO Lis).

Niet-betwiste getuigen

Het Openbaar Ministerie en de verdediging zijn het wat betreft een groot deel van de getuigenverzoeken eens over de relevantie van het horen van deze personen. Ten aanzien van alle getuigen over wie overeenstemming bestaat tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie en van wie ook de rechtbank het verdedigingsbelang ziet, zal daarom hieronder worden volstaan met een opsomming van de getuigen die per zaak zijn toegewezen. De rechtbank zal hierna onder 2. enkel nader gemotiveerd beslissen op de verzoeken waarvan de standpunten van verdediging en het Openbaar Ministerie niet met elkaar overeenkomen en op de verzoeken waarin de rechtbank afwijkt van een gezamenlijk standpunt van verdediging en Openbaar Ministerie.

Verwijzing naar de rechter-commissaris

De rechtbank stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank teneinde de hierna genoemde toegewezen getuigen te horen.

Aan de hieronder toe te wijzen getuigen mogen slechts vragen worden gesteld die betrekking hebben op de deelonderzoeken waarin de betreffende getuigen zijn toegewezen.

2. Beslissingen per zaaksdossier of ziende op de betrouwbaarheid van de kroongetuige

Algemene opmerkingen

Het Openbaar Ministerie heeft verzocht om de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] en [getuige 5] te horen ten aanzien van de criminele organisatie en “verscheidene zaaksdossiers”. De rechtbank zal het horen van deze getuigen toewijzen ten aanzien van de criminele organisatie (zie hierna onder 2.n) en in de zaaksdossiers waarbij zij enige mogelijke relevantie ziet. Voor zover het Openbaar Ministerie heeft bedoeld te verzoeken om deze getuigen ook in andere zaaksdossiers toe te wijzen, wijst de rechtbank dat verzoek af.

a. Betrouwbaarheid kroongetuige

Betreft de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT