Uitspraak Nº ROE 20/1611, 20/1620, 20/1665, 20/1667 en 20/1668. Rechtbank Limburg, 2022-02-22

ECLIECLI:NL:RBLIM:2022:1342
Date22 Febrero 2022
Docket NumberROE 20/1611, 20/1620, 20/1665, 20/1667 en 20/1668

RECHTBANK limburg

Zittingsplaats Roermond

Bestuursrecht

zaaknummers: ROE 20/1611, 20/1620, 20/1665, 20/1667 en 20/1668

uitspraak van de meervoudige kamer van 22 februari 2022 in de zaken tussen

[eiser in de zaak 20/1611] , eiser in de zaak 20/1611

(gemachtigde: mr. C.J.H. Delissen),

[eiseres in de zaak 20/1620] , eiseres in de zaak 20/1620

(gemachtigde: mr. B.P.M. Dirkx),

[eiser in de zaak 20/1665] , eiser in de zaak 20/1665,

[eiser 1 in de zaak 20/1667] en [eiser 2 in de zaak 20/1667], eisers in de zaak 20/1667

(gemachtigde: mr. M.M.H. van Kuijk),

[eiser in de zaak 20/1668] , eiser in de zaak 20/1668

(gemachtigde: mr. C.J.H. Delissen),

allen te [plaats 1]

en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg, verweerder

(gemachtigden: mr. J.J.A.G. Werkhoven en ing. G.A.T.T. Soons).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [naam derde-partij], te [plaats 2]

(gemachtigde: mr. C.J.G.M. Termaat).

Procesverloop

Bij besluit van14 mei 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan [naam derde-partij] (vergunninghoudster) een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van haar inrichting aan de [adres] in [plaats 3] . Het gaat om een eerste fase omgevingsvergunning, voor het veranderen van een inrichting op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, onder 2° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroepen ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juni 2021.

Van de eisers waren aanwezig: [eiser in de zaak 20/1611] , bijgestaan door zijn gemachtigde, [eiser in de zaak 20/1665] , bijgestaan door [naam 1] , [eiser in de zaak 20/1668] , bijgestaan door zijn gemachtigde, [eiser 1 in de zaak 20/1667] en [eiser 2 in de zaak 20/1667] , bijgestaan door hun gemachtigde. De door eisers [eiser 1 in de zaak 20/1667] en [eiser 2 in de zaak 20/1667] meegenomen deskundige [naam deskundige 1] Omgevingsadvies heeft via skype-verbinding aan de zitting deelgenomen.

Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Via skype-verbinding heeft namens verweerder de deskundige [naam deskundige 2] aan de zitting deelgenomen.

Voor vergunninghoudster is [naam 2] verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Via skype-verbinding hebben namens vergunninghoudster de deskundigen [naam deskundige 3] (bureau SGS Nederland B.V.), [naam deskundige 4] (LS Plan & Advies) en [naam deskundige 5] (bureau Peutz B.V.) aan de zitting deelgenomen.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?

1. Vergunninghoudster beschikt over een revisievergunning van 18 december 2012 voor de exploitatie van een varkenshouderij en een mestbe- en verwerkingsinstallatie aan de [adres] in [plaats 3] . De varkenshouderij is nog niet gerealiseerd; de mestbe- en verwerkingsinstallatie wel. Op 9 oktober 2014 heeft verweerder een veranderingsvergunning verleend voor verwerking van 80.000 m³ mest per jaar, waarvan circa 22.000 m³ van het eigen bedrijf en circa 58.000 m³ mest van derden afkomstig is.

Op 13 december 2016 heeft vergunninghoudster bij verweerder een aanvraag voor een omgevingsvergunning eerste fase, activiteit milieu, ingediend voor het veranderen van (de werking van) de inrichting. Het gaat om de volgende veranderingen ten opzichte van de eerder vergunde varkenshouderij en mestbe- en verwerkingsinstallatie:

  • -

    het laten vervallen van de vergunde 7.000 gespeende biggen in de stallen genummerd 2 tot en met 5, zoals dat was opgenomen in de revisievergunning van 18 december 2012;

  • -

    het stoppen met de verwerking van vloeibare bijproducten in de brijvoerkeuken;

  • -

    een uitbreiding en opschaling van de mestbe- en verwerkingsinstallatie van 80.000 m³ per jaar naar 450.000 m³ per jaar;

  • -

    een uitbreiding van de opslaghoeveelheden chemicaliën en hulpstoffen.

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de gevraagde veranderingsvergunning eerste fase voor onbepaalde tijd aan vergunninghoudster verleend.

3. Eisers wonen in de omgeving van de inrichting en geven, kort gezegd, aan (geur)hinder van deze inrichting te ondervinden.

4. Hierna gaat de rechtbank, aan de hand van de beroepsgronden van eisers en standpunten van partijen, eerst in op de ontvankelijkheid van de beroepen en daarna op een aantal (andere) procedurele en formele aspecten. Daarna worden de inhoudelijke aspecten behandeld.

Ontvankelijkheid van de beroepen

5. Alle eisers, behalve [eiser 1 in de zaak 20/1667] en [eiser 2 in de zaak 20/1667] (in zaak 20/1667), hebben eerst een pro forma beroepschrift ingediend en daarna, buiten de beroepstermijn van zes weken en op uitnodiging van de rechtbank, de beroepsgronden ingediend en/of aangevuld. Verweerder en vergunninghoudster hebben zich op het standpunt gesteld dat de beroepen van de eisers die niet binnen de beroepstermijn gronden hebben ingediend, niet-ontvankelijk moeten worden verklaard omdat de Crisis- en herstelwet (Chw) van toepassing is en daaruit volgt dat na afloop van de beroepstermijn geen beroepsgronden meer mogen worden ingediend.

6. De rechtbank overweegt hierover als volgt, waarbij met de verwijzing naar ‘eisers’ is bedoeld alle eisers behalve [eiser 1 in de zaak 20/1667] en [eiser 2 in de zaak 20/1667] .

6.1. Op grond van artikel 1.1, eerste lid onder a, en bijlage 1, categorie 10.1 van de Chw is voor de inrichting van vergunninghoudster, voor zover er installaties voor de verwerking van dierlijke mest worden geëxploiteerd, afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Chw van toepassing. Dit is niet in geschil.

Op grond van artikel 1.6, tweede lid, van de Chw geldt dan dat in afwijking van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep niet-ontvankelijk is indien niet binnen de beroepstermijn is voldaan aan artikel 6:5, eerste lid, onderdeel d, van de Awb. Dat betekent dat bij het instellen van beroep, binnen de beroepstermijn, alle beroepsgronden moeten worden ingebracht. Beroepsgronden kunnen, zo volgt uit artikel 1.6a van de Chw, niet worden aangevoerd na afloop van de beroepstermijn.

In artikel 11 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Besluit Chw) is bepaald dat indien afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Chw op een besluit van toepassing is, dit bij het besluit en bij de bekendmaking of mededeling van het besluit wordt vermeld en dat daarbij wordt vermeld dat de beroepsgronden in het beroepschrift worden opgenomen, dat het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend en dat deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.

6.2. De rechtbank stelt vast dat in strijd met artikel 11 van het Besluit Chw in de rechtsmiddelenclausule van het bestreden besluit geen verwijzing staat naar de toepasselijkheid van de Chw en naar de gevolgen daarvan voor de rechtsbescherming. In de rechtsmiddelenclausule staat alleen een verwijzing naar de van toepassing zijnde Awb. Verderop in het bestreden besluit, onder hoofdstuk 2 ‘De aanvraag’ staat in paragraaf 2.7 wel dat en waarom de Chw voor installaties voor de verwerking van dierlijke mest van toepassing is, zonder uitleg wat dit voor gevolgen heeft voor de rechtsbescherming in afwijking van de systematiek van de Awb. Ook bij de publicatie van het bestreden besluit is geen informatie verstrekt over de Chw en de gevolgen daarvan voor de rechtsbescherming. Bij het zien van de pro forma-beroepen is voor de rechtbank, gelet op het voorgaande (ontbreken juiste vermelding in – rechtsmiddelenverwijzing in – het bestreden besluit en bij bekendmaking daarvan) niet direct duidelijk geweest dat afdeling 2 van de Chw van toepassing is dan wel of de toepasselijkheid daarvan aan eisers kan worden tegengeworpen en dat dit dus gevolgen zou hebben voor de rechtsbescherming. Volgens de systematiek van de Awb heeft de rechtbank in de gevallen van de pro forma-beroepen daarom een termijn gegeven voor het indienen van beroepsgronden.

6.3. Uit de van toepassing zijnde wetsartikelen volgt dat het op de weg van verweerder ligt om duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop rechtsmiddelen, in afwijking van de geldende bepalingen van de Awb, tegen een onder de reikwijdte van de Chw vallend besluit kunnen worden aangewend. Indien, zoals in dit geval, in de rechtsmiddelenverwijzing van het bestreden besluit niet is vermeld dat de Chw van toepassing is en dat daarom de beroepsgronden in het beroepschrift, althans binnen de beroepstermijn van zes weken, moeten worden ingediend, kan eisers in beginsel niet worden tegengeworpen dat zij de gronden van het beroep niet binnen de beroepstermijn hebben aangevoerd. De rechtbank verwijst hiertoe naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 29 januari 2014.1 Dit is, aldus deze Afdelingsuitspraak, slechts anders indien aannemelijk is dat eisers anderszins wisten of konden weten dat na afloop van de termijn voor het instellen van beroep geen gronden kunnen worden aangevoerd.

6.4. De vermelding (verderop) in het bestreden besluit dat de Chw van toepassing is, acht de rechtbank onvoldoende om ten aanzien van eisers aannemelijk te achten dat zij op grond van die enkele vermelding wisten of konden weten wat daarvan de consequenties voor de rechtsbescherming zouden zijn en dat zij na afloop van de termijn voor het instellen van beroep geen gronden meer konden aanvoeren. Verweerder heeft immers verzuimd om de gevolgen van de toepasselijkheid van de Chw voor deze procedure te vermelden. Dit terwijl de versnelling van de beroepsfase in 2020 van een procedure die is gestart in 2016 niet zonder meer logisch en duidelijk is en verweerder bovendien al tien jaar geacht mag worden thuis te zijn in de gevolgen van de toepasselijkheid van de Chw en de voorwaarden om die gevolgen in het leven te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT