Uitspraak Nº ROE 20/2721. Rechtbank Limburg, 2022-07-01

ECLIECLI:NL:RBLIM:2022:5007
Docket NumberROE 20/2721
Date01 Julio 2022

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Bestuursrecht

zaaknummer: ROE 20/2721


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juli 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. R.A.M. Verkoijen),

en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg (verweerder)

(gemachtigden: J.W.M. Horbach en J. Jansen).

Als derde-partijen nemen aan de zaak deel: [derde-partij 1] uit [vestigingsplaats] en [derde-partij 2] en [derde-partij 3] uit [woonplaats] (gemachtigde: mr. P.M.E.P.J. Joosten) (derde-partijen).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag van eiser om de op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) verleende vergunning voor de veehouderij aan de [adres 1] / [adres 2] in [vestigingsplaats] in te trekken.

Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 23 januari 2020 afgewezen. Met het bestreden besluit van 8 september 2020 op het bezwaar van eiser is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.

Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een (aanvullend) verweerschrift. [derde-partij 2] en [derde-partij 3] hebben ook schriftelijk gereageerd.

De rechtbank heeft het beroep op 10 juni 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, de gemachtigden van verweerder, [derde-partij 3] en de gemachtigde van [derde-partij 2] en [derde-partij 3] .

Totstandkoming van het besluit

1. Op 2 november 2017 is aan [derde-partij 1] een Wnb vergunning (hierna: natuurvergunning) verleend voor het in werking hebben van een veehouderij aan de [adres 1] in [vestigingsplaats] . Deze natuurvergunning is onherroepelijk. In de besluiten van 30 juli 2019 heeft verweerder op verzoek van derde-partijen de tenaamstelling van de natuurvergunning gedeeltelijk gewijzigd en op naam gesteld van de derde-partijen, waarbij de veehouderij aan de [adres 1] is gesplitst in twee aparte inrichtingen ( [adres 1] en [adres 2] ) met een aparte natuurvergunning. Het tegen deze besluiten gemaakte bezwaar van eiser heeft verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Het tegen deze beslissing ingestelde beroep is bij uitspraak van heden ongegrond verklaard (ROE 20/319).

2. Bij brief van 7 september 2019 heeft eiser verzocht de natuurvergunning van 2 november 2017 op grond van artikel 5.4 van de Wnb in te trekken, aangezien er volgens hem meer dan drie jaren geen dieren meer worden gehouden en de PAS niet meer als basis mag worden gebruikt voor het verlenen van natuurvergunningen. Verweerder heeft dit verzoek bij besluit van 23...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT