Uitspraak Nº ROE 22/1349. Rechtbank Limburg, 2022-07-07
ECLI | ECLI:NL:RBLIM:2022:5346 |
Docket Number | ROE 22/1349 |
Date | 07 Julio 2022 |
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
Zaaknummer: ROE 22/1349
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 juli 2022 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[Naam 1], wonend te [plaatsnaam], verzoeker
(gemachtigde: P.G.S.M. Boonen),
en
(gemachtigde: mr. H.M.J.G. Neelis).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [bedrijfsnaam], vergunninghoudster
(gemachtigde: mr. J.L. Stoop)
De voorzieningenrechter heeft de zaak op 7 juli 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker en zijn gemachtigde, de gemachtigde van verweerder, [naam 2] als vertegenwoordiger van vergunninghoudster met de gemachtigde van vergunninghoudster.
Nadat partijen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunten nader toe te lichten, heeft de voorzieningenrechter het onderzoek ter zitting gesloten en onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. Daarbij heeft de voorzieningenrechter medegedeeld dat er geen hoger beroep openstaat tegen deze uitspraak.
De motivering voor de uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter hierna onder de beslissing.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
1. Vergunninghoudster heeft een aanvraag ingediend voor een tijdelijke omgevingsvergunning voor het huisvesten van vluchtelingen op het vakantiepark ‘Landgoed Leudal’ in afwijking van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan ‘Landgoed Leudal 2018’, vastgesteld op 18 december 2019, staat voor zover hier relevant recreatief verblijf toe op het vakantiepark en daar valt de huisvesting van vluchtelingen niet onder.
2. Verweerder heeft op 10 mei 2022 besloten de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen voor een termijn van zes maanden, welke termijn eindigt op 10 november 2022.
3. Verzoeker woont in de omgeving van het vakantiepark en heeft bezwaar gemaakt tegen de tijdelijke omgevingsvergunning. Daarnaast heeft verzoeker aan de voorzieningenrechter gevraagd om die omgevingsvergunning te schorsen, zodat daarvan geen (verder) gebruik kan worden gemaakt.
4. Verzoeker brengt in bezwaar en in het verzoek om voorlopige voorziening het volgende naar voren tegen de omgevingsvergunning.
De opvang van Oekraïense vluchtelingen is opnieuw een manier om het bestemmingsplan en het daarin opgenomen recreatieve gebruik opzij te schuiven. Er zijn alternatieven binnen de gemeente om de opvang te realiseren. Vergunninghoudster ontplooit steeds andere initiatieven die afwijken van het (eind)doel, namelijk een hoogwaardige recreatievoorziening.
De Oekraïense vluchtelingen gebruiken een buiten het vakantiepark gelegen terrein, direct bij de woning aan verzoeker, voor sport en spel.
De omgevingsdialoog is onjuist gevoerd. Verzoeker heeft de uitnodiging voor de informatiebijeenkomst niet ontvangen, deze bijeenkomst is niet door vergunninghoudster maar door de gemeente georganiseerd en de bijeenkomst was geen dialoog maar een eenzijdige informatieverstrekking die begon met de mededeling dat de gemeente van de rijksoverheid de opdracht heeft gekregen om Oekraïense vluchtelingen op te vangen, waarmee de opvang op deze locatie als een voldongen feit werd gepresenteerd.
De aanvraag was niet volledig, maar de gemeente heeft vergunninghoudster geholpen bij de aanvraag en daarmee vergunninghoudster anders behandeld dan anderen. Dat geldt ook voor de planschadeovereenkomst die vergunninghoudster niet met de gemeente heeft hoeven te sluiten.
Het besluit wijkt wat betreft de termijn (zes maanden) af van de vergunningaanvraag die uitgaat van drie jaar. Verzoeker vreest dat de duur van de omgevingsvergunning verder zal worden opgerekt.
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT