Uitspraak Nº ROT 15/2860. Rechtbank Rotterdam, 2016-06-13

ECLIECLI:NL:RBROT:2016:4413
Date13 Junio 2016
Docket NumberROT 15/2860
Rechtbank Rotterdam

Team Bestuursrecht 3

zaaknummer: ROT 15/2860

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juni 2016 in de zaak tussen [eiseres 1] , te [vestigingsplaats] , eiseres 1,

[eiseres 2] ., te [vestigingsplaats] , eiseres 2,

tezamen eiseressen,

gemachtigde: mr. M.G. Nielen,

en

de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder,

gemachtigde: mr. W.L.C. Rijk.

Procesverloop

Bij separate besluiten van 7 november 2014 (de primaire besluiten) heeft verweerder aan eiseressen elk, twee boetes van € 2.500,- opgelegd wegens overtreding van bij of krachtens de Wet dieren gestelde voorschriften.

Bij besluit van 31 maart 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van eiseressen ongegrond verklaard.

Eiseressen hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseressen hebben aanvullende gronden ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 maart 2016. Eiseressen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, bijgestaan door [vereffenaar] , vereffenaar van eiseressen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door S. Danneel.

Overwegingen

1. Bij bericht van 10 december 2015 hebben eiseressen de rechtbank in kennis gesteld van het overlijden van [naam bestuurder] , directeur van [naam B.V.] , één van de twee bestuurders van eiseressen. Het vermogen van eiseressen wordt vereffend, waarbij [vereffenaar] en [vereffenaar] zijn aangewezen als vereffenaars van eiseressen.

De rechtbank stelt vast dat eiseressen voor deze procedure na ontbinding zijn blijven voortbestaan. Zij zijn dan ook ontvankelijk in hun beroep. De vereffenaars kunnen eiseressen vertegenwoordigen.

2. Verweerder heeft aan eiseressen elk twee boetes opgelegd van € 2.500,- en daarmee aan eiseres 1 in totaal een boetebedrag van € 5.000,- en aan eiseres 2 in totaal een boetebedrag van € 5.000,-. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseressen hebben gehandeld in strijd met het voorschrift dat voeders voor gezelschapsdieren met daarin van herkauwers afkomstige eiwitten zijn geëxporteerd naar derde landen (landen buiten de EU). Gelet op de samenstelling van het mengstel en de verpakking moet worden geconcludeerd dat het betreffende mengsel vervoederd kan worden aan landbouwhuisdieren. Dit is een overtreding van artikel 7, in samenhang met Bijlage IV, hoofdstuk III, onderdeel E, onder 1, van Verordening 999/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (hierna: Verordening 999/2001/EG). Eiseres heeft daarmee artikel 6.2, eerste lid, van de Wet dieren, gelezen in samenhang met artikel 3.3, eerste lid, onder c, van de Regeling dierlijke producten, overtreden. Verweerder stelt zicht op het standpunt dat eiseressen dezelfde bestuurders hebben en eiseressen van elkaars bedrijfsactiviteiten op de hoogte zijn. Tussen eiseres 1 en 2 sprake is van een zodanige verwevenheid dat eiseres 1 als medepleger en eiseres 2 als pleger geheel verantwoordelijk zijn voor de verweten gedraging, aldus verweerder.

3. Verweerder heeft de boetes gebaseerd op de boeterapporten van twee bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit werkzame toezichthouders. De boeterapporten zijn opgemaakt op 10 april 2014, na inspectie bij beide eiseressen op 27 februari 2014, en op 26 juni 2014, na inspectie op 28 mei 2014.

De toezichthouders hebben in de boeterapporten geconcludeerd, op basis van onderzoek bij de Kamer van Koophandel en bij eiseressen in de administratie, dat eiseressen door dezelfde bestuurders worden geleid en van elkaars bedrijfsactiviteiten op de hoogte zijn. In de boeterapporten wordt geconcludeerd dat eiseressen de verboden gedragingen samen hebben verricht.

De toezichthouders concluderen in de boeterapporten verder dat eiseres 1 op 3 februari 2014 een mengsel van dierlijke bijproducten, met daarin van herkauwers afkomstige verwerkte dierlijke eiwitten, heeft gemengd ter vervaardiging van een voeder voor gezelschapsdieren (onder de naam: [productnaam] ). Deze partij was al op 24 oktober 2013 verkocht aan eiseres 2 met contract of sale nr. 2013S099. Eiseres 2 had deze partij op 30 oktober 2013 verkocht aan [naam koper 1] in Singapore, met contractnr. 2013S09EXP.

Voorts concluderen de toezichthouders dat eiseres 1 op 7 april 2014 een mengsel van dierlijke bijproducten heeft gemengd tot een diervoeder met daarin van herkauwers afkomstige verwerkte dierlijke eiwitten. Deze partij was al op 10 maart 2014 verkocht aan eiseres 2 met contract of sale nr: 2014S015. Eiseres 2 heeft deze partij op 10 maart 2014 doorverkocht aan [naam koper 2] in Vietnam, onder nr. 2014S015EXP. De toezichthouders stellen dat eiseres 2 diervoeders heeft geëxporteerd onder noemer “voeder voor gezelschapsdieren” met daarin verwerkt eiwit van herkauwers. Dit diervoeder kan aangewend worden voor vervoedering aan landbouwhuisdieren. Het geëxporteerde diervoeder is dus geen voeder voor gezelschapsdieren en bevat herkauwerseiwit, aldus de boeterapporten.

4. Op grond van bijlage IV, hoofdstuk III, onder E, punt 1, bij Verordening 999/2001/EG is de uitvoer naar derde landen van van herkauwers afkomstige verwerkte dierlijke eiwitten en van producten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT