Uitspraak Nº ROT 21/815. Rechtbank Rotterdam, 2022-06-02

ECLIECLI:NL:RBROT:2022:4234
Date02 Junio 2022
Docket NumberROT 21/815
Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht

zaaknummer: ROT 21/815

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 juni 2022 in de zaak tussen [naam eiseres], te [woonplaats eiseres], eiseres,

gemachtigde: mr. H. Yousef,

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

gemachtigde: [naam 1].

Procesverloop

Bij besluit van 7 september 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder het verzoek om naturalisatie van eiseres op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) afgewezen.

Bij besluit van 6 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft een aanvullend beroepschrift ingediend.

Verweerder heeft een aanvullend verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2022. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk, [naam 2]. Verweerder is niet verschenen.

Overwegingen

1. Eiseres bezit de Syrische nationaliteit en heeft op 19 juli 2019 een verzoek om naturalisatie ingediend. Uit de Justitiële Documentatie volgt dat zij op 28 maart 2017 een transactievoorstel heeft aanvaard in de vorm van een taakstraf van 24 uur wegens het handelen in strijd met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht. Eiseres heeft deze taakstraf op 5 september 2017 voltooid.

2. Verweerder heeft de afwijzing van het verzoek om naturalisatie van eiseres in bezwaar gehandhaafd en daaraan ten grondslag gelegd dat er een ernstig vermoeden bestaat dat zij een gevaar vormt voor de openbare orde. De rehabilitatietermijn van vijf jaar na een onherroepelijke oplegging of tenuitvoerlegging van een sanctie wegens het plegen van een misdrijf was ten tijde van het bestreden besluit nog niet verstreken. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan eiseres niet als gevaar voor de openbare orde moet worden aangemerkt, is volgens verweerder geen sprake.

3. Eiseres heeft – kort weergegeven – betoogd dat er sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan zij niet kan worden aangemerkt als een actueel gevaar voor de openbare orde.

4.1.

Op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de RWN wordt een verzoek om naturalisatie afgewezen, indien op grond van het gedrag van de verzoeker ernstige vermoedens bestaan dat hij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT