Uitspraak Nº ROT 22/2749. Rechtbank Rotterdam, 2022-07-14

ECLIECLI:NL:RBROT:2022:5709
Date14 Julio 2022
Docket NumberROT 22/2749

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht

zaaknummer: ROT 22/2749


uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 juli 2022 in de zaak tussen

[Vennootschap 1] (de holding), verzoekster,

(gemachtigden: mr. M. van Tuijl en mr. A. Danopoulos),

en

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (verweerder)

(gemachtigde: mr. K. Janssens).

Inleiding

In deze uitspraak beslist de voorlopige voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van de holding tegen een besluit van verweerder van 6 mei 2022 (bestreden besluit) tot oplegging van een bestuurlijke boete van € 3.480.000 aan de holding wegens vier overtredingen van artikel 2, tiende lid, van het Warenwetbesluit bereiding en behandeling van levensmiddelen in verbinding met artikel 19, eerste en derde lid, van Verordening (EG) 178/2002.

Nadat de holding een verzoek heeft gedaan tot uitstel van betaling, heeft verweerder de holding aangeboden om het boetebedrag in maximaal 12 termijnen voldoen. Dat betekent een maandbedrag van (12 maal) € 290.000.

De holding heeft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 juli 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigden van de holding en de gemachtigde van verweerder. Voorts is namens de holding verschenen [Naam 2] , bestuurder van [Vennootschap 5] ( [Vennootschap 5] ) en zijn namens verweerder verschenen J. de Stoppelaar, A. Sijbrands, R. van Oost, F. Hoekstra, P. de Oliveira Calixto en D. Vandersmissen, allen werkzaam bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Wetgeving, voorgeschiedenis en besluitvorming

1. In de bijlage zijn een aantal relevante rechtsregels opgenomen.

2. De divisie Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD) van de NVWA heeft een strafrechtelijk opsporingsonderzoek uitgevoerd bij de holding en diverse (dochter)ondernemingen die onder het eigendom en/of beheer van de holding vallen.
Het gaat om de volgende ondernemingen: (1) de holding; (2) [vennootschap 2] ( [vennootschap 2] ) - hoofdvestiging; (3) [Vennootschap 3] - nevenvestiging; (4) [Vennootschap 4] ; (5) [Vennootschap 5] ; (6) [Vennootschap 6] ( [Vennootschap 6] ); (7) [Vennootschap 7] ; en (8) [Vennootschap 8] . De ondernemingen 1, 2 en 7 hebben hun zetel in IJzendijke, de overige ondernemingen hebben hun zetel in Sas van Gent. Alle ondernemingen hebben echter hetzelfde post- en bezoekadres aan de Westkade 20, te Sas van Gent. De holding is de bestuurder en enig aandeelhouder van de ondernemingen 2 tot en met 8, met uitzondering van onderneming 5. [Naam 1] is de enige bestuurder en aandeelhouder van de holding en daarmee tevens middellijk bestuurder en aandeelhouder van de overige ondernemingen, met uitzondering van onderneming 5. Bestuurder van [Vennootschap 5] is namelijk [Naam 2] , wel is de holding enig aandeelhouder. Hierna worden de holding en deze ondernemingen tezamen ook aangeduid als: de ondernemingen of de groep.

3. De IOD heeft vervolgens informatie verstrekt aan de divisie Inspectie van de NVWA. Deze informatie zag op diverse schadelijke partijen levensmiddelen en diervoeders die door de ondernemingen mogelijk in de handel waren gebracht. Daarop heeft de divisie Inspectie op 4 januari 2021 en 19 februari 2021 brieven verzonden naar de ondernemingen met het verzoek om, indien schadelijke producten in de handel werden gebracht, hiervan alsnog een zogenoemde GFL-melding (waarbij de afkorting GFL staat voor General Food Law, waarmee wordt gedoeld op Verordening 178/2002) te doen bij de NVWA, de afnemers te informeren en de partijen uit de handel te laten nemen. In de bijlage bij de brieven was een overzicht gegeven van schadelijke partijen die niet gemeld waren bij de NVWA en mogelijk in de handel waren gebracht. Vermeld is dat deze verplichtingen ook gelden voor andere (mogelijk) schadelijke partijen die de ondernemingen in de handel hebben gebracht.

4. Uit het rapport van bevindingen van 25 oktober 2021 (het rapport) van twee toezichthouders van de NVWA blijkt verder het volgende. Als verificatie op de informatieverstrekkingen heeft een toezichthouder van de NVWA inspecties uitgevoerd bij externe opslaghouders van de ondernemingen. Het betrof inspecties op 26 maart 2021 (opslag in Nieuwdorp), 6 mei 2021 (opslag in Moerkapelle) en 15 juni 2021 (opslag in Middenmeer). Naar aanleiding van de brieven van 4 januari 2021 en 19 februari 2021 hebben de ondernemingen respectievelijk 83 GFL-meldingen ingediend en diverse afnemers geïnformeerd en 82 GFL-meldingen ingediend en diverse afnemers geïnformeerd. In het rapport is ten aanzien van een aantal van deze meldingen nagegaan of die te laat zijn gedaan en of de ondernemingen te laat maatregelen hebben getroffen. Voor zover thans nog van belang gaat het nog slechts om de volgende twee partijen: een partij karwijzaad met lotnummer LT0005637 (de partij karwijzaad) en een partij basmatirijst met lotnummer LTI002973 (de partij basmatirijst).

5. Uit het rapport blijkt ten aanzien van de partij karwijzaad het volgende. De volgens Verordening (EG) nr. 396/2005 toegestane maximale residulimiet (hierna MRL) is: voor anthraquinon een MRL van 0,02 mg/kg, voor bromophos-ethyl een MRL van 0,05 mg/kg en voor vinchlozolin een MRL van 0,05 mg/kg. Volgens het bij de melding gevoegd analyserapport bedroegen de gemeten MRL’s echter: anthraquinon 0,109 mg/kg, bromophos-ethyl 0,058 mg/kg, vinchlozolin 0,086 mg/kg. Op basis van het analyseresultaat voor anthraquinon van 0,109 mg/kg was de conclusie van de afdeling Expertise van de NVWA dat de partij karwijzaad schadelijk was. In de GFL-melding van 5 februari 2021 met nummer 11295384 is onder de rubriek Risicoanalyse door een medewerkster van de ondernemingen bij de vraag “Welke conclusie trekt u n.a.v. de geconstateerde afwijking?” ingevuld: schadelijk. Aangezien het analyserapport 679698 gedateerd was op 28 oktober 2016, wisten de ondernemingen toen al dat de MRL voor een aantal pesticides overschreden was. De ondernemingen hebben op dat moment geen melding gedaan bij de NVWA zoals voorgeschreven in artikel 19, derde lid, van Verordening (EG) nr. 178/2002, maar hebben de melding pas ingediend op 5 februari 2021, na hier nadrukkelijk op te zijn gewezen door de NVWA. De NVWA heeft van Stichting Skal (Skal) op 4 mei 2021 de leveranciersklachtenregistratie van de ondernemingen ontvangen. Dit was een overzicht dat de ondernemingen bewaarden met betrekking tot klachten over leveranciers naar aanleiding van afwijkende partijen die zij hadden verkocht aan de ondernemingen. In de leveranciersklachtenregistratie was de bedoelde partij geregistreerd op datum 13 mei 2019 en werd vermeld dat deze partij relevant was voor de NVWA. De ondernemingen hebben – zoals vermeld – pas een melding gedaan naar aanleiding van de brief van de NVWA van
4 januari 2021. De conclusie is dat artikel 19, derde lid, van Verordening (EG) nr. 178/2002, is overtreden.

6. Uit het rapport blijkt ten aanzien van de partij basmatirijst het volgende. Het maximumgehalte voor ochratoxine A in rijst wordt vermeld in Verordening (EG) nr. 1881/2006, in de Bijlage, afdeling 2, onder 2.2.1 en 2.2.2. Rijst maakt deel uit van de productgroep granen. In categorie 2.2.1, onbewerkte granen is het maximumgehalte 5,0 microgram per kilogram. In categorie 2.2.2, alle van onverwerkte granen afgeleide producten, met inbegrip van verwerkte graanproducten en granen die bestemd zijn voor rechtstreekse menselijke consumptie, is het maximumgehalte 3,0 microgram per kilogram. In de bijlage van de GFL-melding van 24 januari 2021 is een analyserapport 852653 van de ondernemingen van 6 juli 2018 opgenomen. Daarin is vermeld dat in de basmatirijst een gehalte van 11,2 microgram ochratoxine A per kilogram (μg/kg) was vastgesteld. In de GFL-melding is in de rubriek “omschrijf uw conclusie” het volgende vermeld:

“Partij LTI002972 en LTI002973 werden eerder in een samengesteld laadmonster, dat genomen werd volgens de Gafta No. 124 Richtlijnen door een onafhankelijke partij, conform bevonden. Uit het samengestelde monster van de losfase bleek een waarde van 11,2 μg/kg Ochratoxine A (rapport 852653). Op een later moment werden de partijen opnieuw afzonderlijk bemonsterd volgens de Gafta No. 124 Richtlijnen en geanalyseerd. Alle resultaten werden conform bevonden aan de wettelijke norm. In partij LTI002973 werden weliswaar wel sporen gevonden van OTA (2,7 μg/kg). Op basis van het aanvullende onderzoek en de individuele conforme analyseresultaten was men in de veronderstelling dat er voldoende onderzoek was uitgevoerd naar de food safety compliance van deze partijen en zijn deze vrijgegeven voor verkoop. Na herbestudering van dit dossier komen wij bij nader inzien tot de conclusie op basis van het resultaat uit het mengmonster en het feit dat er wel sporen werden vastgesteld in partij LTI002973 van OTA, dat er zekerheidshalve toch melding moet worden gedaan voor deze partij.”

Ochratoxine A is niet homogeen verdeeld in een partij, vaak gaat het om puntbesmettingen. Hierdoor is de kans om ochratoxine A aan te treffen klein, maar als eenmaal het analyseresultaat boven het maximumgehalte is, blijft een partij afwijkend en daardoor een onveilig levensmiddel zoals bedoeld in artikel 14 van de Verordening (EG) 178/2002. Indien de analyse-uitslag bij een heranalyse conform is, verandert dit hier niets

aan. Op basis van het analyseresultaat voor ochratoxine A van 11,2 microgram per kilogram was de conclusie van de afdeling Expertise van de NVWA dat de partij basmatirijst schadelijk was. Aangezien het analyserapport 852653 gedateerd was op 6 juli 2018, wisten de ondernemingen toen al dat het maximumgehalte voor ochratoxine A overschreden was. Er is echter eerst een melding gedaan op 24 januari 2021, nadat de ondernemingen hier nadrukkelijk op zijn gewezen door de NVWA. In de leveranciersklachtenregistratie die...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT