Uitspraak Nº RPT 15/1909. Rechtbank Rotterdam, 2016-03-09

ECLIECLI:NL:RBROT:2016:1744
Docket NumberRPT 15/1909
Date09 Marzo 2016
Rechtbank Rotterdam

Team Bestuursrecht 3

zaaknummer: ROT 15/1909

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 maart 2016 in de zaak tussen [eiseres] , te [plaats] , eiseres,

gemachtigde: [gemachtigde] ,

en

de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder,

gemachtigde: mr. ing. H.D. Strookman

Procesverloop

Bij besluit van 29 augustus 2014 (het primaire besluit) heeft verweerder eiseres twee boetes opgelegd van € 2.500,-, en daarmee een totaalboetebedrag van € 5.000,-, wegens overtredingen van bij of krachtens de Wet dieren gestelde voorschriften.

Bij besluit van 27 februari 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 december 2015. Eiseres is verschenen bij gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om verweerder de gelegenheid te bieden het verslag van de hoorzitting van 22 januari 2015 in te brengen.

Verweerder heeft bij brief van 18 december 2015 voornoemd verslag ingebracht.

De rechtbank heeft op 22 december 2015 het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Volgens een op 2 december 2013 opgemaakt en ondertekend boeterapport hebben twee bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) werkzame toezichthouders in het kader van een systeemaudit op 25 november 2013 omstreeks 10.00 uur bij eiseres een tweetal feiten geconstateerd:

Ten aanzien van het eerste feit

2.1.

In de koelcel hingen karkassen van schapen en runderen die de week ervoor op het bedrijf van eiseres waren geslacht. Bij nadere inspectie van de ongeveer 30 karkassen werd geconstateerd dat zeven schapenkarkassen en twee runderen, verdeeld in kwarten, in diverse mate met uitwerpselen waren bezoedeld. Al deze karkassen waren gemerkt met een goedkeuringsstempel. De karkassen hingen in de koelcel klaar voor de verkoop. De bezoedeling van de karkassen leidt tot de verspreiding van gevaarlijke bacteriën op het vlees, wat een gevaar oplevert voor de volksgezondheid. De karkassen waren zichtbaar verontreinigd met uitwerpselen. Zichtbare verontreinigingen werden niet onmiddellijk verwijderd door bijsnijden of een andere behandeling met een gelijkwaardig effect. In het boeterapport is deze gedraging gekwalificeerd als overtreding van het bepaalde in bijlage III, sectie I, hoofdstuk IV, onder 10 van Verordening 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Verordening 853/2004/EG), gelezen in samenhang met artikel 3, eerste lid, van deze Verordening.

2.2

Op 24 juli 2014 heeft verweerder eiseres in kennis gesteld van het voornemen een bestuurlijke boete op te leggen van € 2.500,- wegens de op 25 november 2013 geconstateerde bezoedeling van karkassen met uitwerpselen. Hier geeft verweerder strijd aan met artikel 5, eerste en tweede lid, van Verordening 852/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (Verordening 852/2004/EG). Dit is een overtreding van artikel 6.2, eerste lid, van de Wet Dieren, gelezen in samenhang met artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder c, van de Regeling dierlijke producten.

Ten aanzien van het tweede feit

2.3.

De toezichthouders hebben tijdens de inspectie op 25 november 2013 voorts geconstateerd dat in de koelcel op meerdere plekken condens hing boven de karkassen. Het condenswater was helder en kleurloos en hing aan het kunststof schrootjesplafond. Gezien de locatie van de condensdruppels is de kans groot dat dit condenswater op de karkassen terecht komt. De karkassen worden daardoor met bacteriën bezoedeld. Deze verontreiniging levert een gevaar op voor de volksgezondheid. De ophoping van vuil, de vorming van condens of ongewenste schimmel op oppervlakten is door eiseres niet voorkomen, aldus het boeterapport.

2.4.

Bij voornemen van 24 juli 2014 heeft verweerder eiseres in kennis gesteld ook een bestuurlijke boete op te willen leggen van € 2.500,- wegens de op 25 november 2013 geconstateerde condensvorming in de koelcel. Verweerder vindt dit een overtreding van artikel 4, tweede lid, van Verordening 852/2004/EG, gelezen in samenhang met Bijlage II, hoofdstuk I.2b van de Verordening 852/2004/EG. Dit is een overtreding van artikel 6.2, eerste lid, van de Wet Dieren, gelezen in samenhang met artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder c, van de Regeling dierlijke producten.

2.5.

Voor beide feiten heeft verweerder bij het primaire besluit boetes opgelegd met een boetebedrag van in totaal € 5.000,-. Verweerder heeft verwezen naar de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in het voornemen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit en is in de gelegenheid gesteld dit bezwaar mondeling toe te lichten op 22 januari 2015. Vervolgens heeft verweerder het bestreden besluit genomen.

3. Ten tijde van belang gold het hieronder weergegeven juridisch kader.

3.1.

Op grond van artikel 6.2, eerste lid, van de Wet dieren is het verboden in strijd te handelen met bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling aangewezen voorschriften van EU-verordeningen betreffende onderwerpen waarop deze wet van toepassing is.

3.2.

Ten aanzien van het eerste feit

Op grond van artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder d, van de Regeling dierlijke producten zijn voorschriften van EU-verordeningen als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, van de wet - voor zover thans van belang - de artikel 3 van Verordening 853/2004/EG.

Op grond van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT