Uitspraak Nº SGR 16/6042 en 16/6041. Rechtbank Den Haag, 2016-08-31

ECLIECLI:NL:RBDHA:2016:10461
Docket NumberSGR 16/6042 en 16/6041
Date31 Agosto 2016
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
Rechtbank DEN Haag

Bestuursrecht

zaaknummers: SGR 16/6042 en 16/6041

uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 augustus 2016 op het beroep en een verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. M.G. Nielen),

en

het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, verweerder

(gemachtigden: mr. N. Alhaft en R.M. Klerks).

Procesverloop

Bij besluit van 12 november 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser op straffe van een dwangsom van eenmalig € 15.000,- gelast om binnen zes weken na de datum van verzending van dit besluit alle bouwwerken op het perceel [adres] te (doen) verwijderen en verwijderd te houden.

Bij besluit van 15 juni 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij het primaire besluit herroepen en eiser een last onder bestuursdwang opgelegd, inhoudende dat hij binnen zes weken na verzending van dit besluit de bouwwerken op het perceel [adres] dient te (doen) verwijderen en verwijderd te houden.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2016. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, vergezeld van [persoon] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom op de voet van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.

2.1.

Eiser exploiteert de eenmanszaak Vishandel [bedrijfsnaam] . Hij heeft de vishandel op 1 december 2004 van de vorige eigenaar overgenomen. De vishandel is gevestigd aan het [adres] , kadastraal bekend als gemeente Alphen aan den Rijn, sectie C, nummer 10351 (hierna: het perceel). Op dit perceel rust ingevolge het bestemmingsplan “ [naam 1] ” de bestemming “verkeers- en verblijfsgebied”.

2.2.

Op 17 augustus 2015 constateerde een toezichthouder van verweerder dat zonder omgevingsvergunning een winkel, een portacabin, een serre en een bijgebouw op het perceel zijn geplaatst. Verweerder heeft op 25 augustus 2015 een vooraanschrijving tot handhaving aan eiser gestuurd. Eiser heeft zijn zienswijze naar voren gebracht. Vervolgens heeft verweerder de besluiten genomen, zoals vermeld in het procesverloop.

3. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat het gebruik van het perceel in strijd is met het bestemmingsplan. Omdat de winkel zonder de uitbreidingen (hierna: het oorspronkelijke gebouw) sinds 1977 op het perceel wordt geëxploiteerd en valt onder het gebruiksovergangsrecht van het op 24 september 1998 in werking getreden bestemmingsplan “ [naam 2] ” en het thans geldende bestemmingsplan “ [naam 1] ”, mag het gebruik van dit gebouw worden voortgezet. Voor de bouw van het oorspronkelijke gebouw is echter nooit een vergunning verleend. Omdat eiser het illegale bouwwerk in stand houdt, overtreedt hij het instandlatingsverbod van artikel 2.3a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Voor de later geplaatste uitbreidingen van de vishandel (het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT