Uitspraak Nº SGR 17/688. Rechtbank Den Haag, 2017-12-11

ECLIECLI:NL:RBDHA:2017:15658
Date11 Diciembre 2017
Docket NumberSGR 17/688
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 17/688

uitspraak van de meervoudige kamer van 11 december 2017 in de zaak tussen Unibail Rodamco Nederland Winkels B.V. (UR) te Haarlemmermeer,

Kinepolis Group N.V. te Brussel, België, en Utopia Nederland B.V. te Utrecht en/of één of meerdere aan haar gelieerde vennootschappen, eiseressen

(gemachtigde: mr. M.C.T.M. Sonderegger),

en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder

(gemachtigde: mr. M.C. Remeijer-Schmitz).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:

Argos Projectmanagement N.V., te Herzele, België, en

Euroscoop Den Haag B.V., te Tilburg,

(gemachtigde: mr. V.J. Leijh).

Procesverloop

Bij besluit van 19 december 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan de derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een bioscoopcomplex met parkeergarage met horecavoorzieningen alsmede het plaatsen van reclame-uitingen op het perceel omsloten door de Guldenlaan-Guldenpad-Monarchielaan en de Prinses Catharina Amaliastraat te Den Haag.

Eiseressen hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2017.

Namens UR is verschenen [persoon 1]. Eiseressen hebben zich voorts laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Daarnaast was voor eiseressen [persoon 2] van deskundigenbureau LAgroup aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Namens verweerder waren voorts aanwezig [persoon 3], en [persoon 4] van Stec Groep. Namens de derde-partij is de gemachtigde verschenen, en [persoon 5] van adviesonderneming BRO.

Overwegingen
1.1.

De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Op 11 december 2015 heeft de derde-partij een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een bioscoopcomplex met parkeergarage met horecavoorzieningen alsmede het plaatsen van reclame-uitingen op het perceel omsloten door de Guldenlaan-Guldenpad-Monarchielaan en de Prinses Catharina Amaliastraat (het bouwplan). De aanvraag bestaat uit de volgende activiteiten: bouwen en handelen in strijd met regels van ruimtelijke ordening. Verweerder heeft de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals voorgeschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gevolgd. Verweerder heeft een ontwerpbeschikking verleend voor het bouwplan. Deze is met ingang van 14 juni 2016 voor de duur van zes weken ter inzage gelegd.

1.2.

Het bestreden besluit voorziet in de mogelijkheid om ter plaatse een megabioscoop en leisurecenter met in totaal 11 filmzalen met gezamenlijk 2.550 stoelen en 900 m² aan horeca te realiseren.

2.1.

De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of Utopia Nederland B.V. kan worden ontvangen in haar beroep. In geschil is of door haar zienswijzen zijn ingediend tegen de ontwerpbeschikking.

2.2.

Ingevolge artikel 6:13 van de Awb kan, voor zover hier van belang, geen beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 naar voren heeft gebracht.

2.3.

De rechtbank stelt vast dat bij brief van 22 juli 2016 namens UR en Kinepolis Group N.V. en/of één of meerdere aan haar gelieerde vennootschappen zienswijzen zijn ingediend tegen de ontwerpbeschikking. Naar het oordeel van de rechtbank is de zinssnede ‘en/of één of meerdere aan haar gelieerde vennootschappen’ te onbepaald om daaruit af te kunnen leiden dat de zienswijzen ook door Utopia Nederland B.V. zijn ingediend. Weliswaar staat onder het kopje ‘feiten en omstandigheden’ onder punt 1.2. vermeld dat Utopia Nederland B.V. een aan Kinepolis gelieerde vennootschap is en Utopolis Zoetermeer exploiteert, maar dat is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Daarbij komt dat Utopia Nederland B.V. ook niet in de conclusie van de zienswijzen wordt genoemd. In die conclusie wordt alleen door UR en Kinepolis verzocht de vergunningaanvraag af te wijzen.

2.4.

Het voorgaande leidt de rechtbank tot het oordeel dat Utopia Nederland B.V. op grond van het bepaalde in artikel 6:13 van de Awb thans geen beroep bij de rechter kan instellen. De rechtbank zal het beroep derhalve in zoverre niet-ontvankelijk verklaren.

3.1.

De rechtbank dient vervolgens ambtshalve de vraag te beantwoorden of de overige eiseressen belanghebbende zijn bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Om te bepalen of iemand belanghebbende is, zijn in onder andere de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) criteria ontwikkeld. Zo moet iemand een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit. Van een persoonlijk belang zal sprake zijn in de situatie waarin een besluit tot omzetverlies bij een concurrent kan leiden, de exploitant van de concurrerende onderneming wordt dan als belanghebbende aangemerkt. Daarbij geldt dat de concurrent in hetzelfde marktsegment en in hetzelfde verzorgingsgebied actief moet zijn (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 28 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:183). Voor vastgoedeigenaren die in hetzelfde marktsegment en in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT