Uitspraak Nº SGR 19/7215. Rechtbank Den Haag, 2022-06-23

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:6663
Docket NumberSGR 19/7215
Date23 Junio 2022
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 19/7215

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2022 in de zaak tussen [eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. L. Roumen),

en

het college van burgemeester en wethouders van Voorschoten, verweerder

(gemachtigde: mr. N.A. Dijkstra).

Als derde-partij nemen aan het geding deel: [derde-partij], te [woonplaats] , vergunninghouders

(gemachtigde: mr. I.C. van der Wiel).

Procesverloop

In het besluit van 29 maart 2019 (primair besluit) heeft verweerder aan vergunninghouders een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een bijbehorend bouwwerk als garage, overkapt terras en berging achter de woning op het perceel [perceel] [nummer 1] , te [plaats] (het perceel).

In het besluit van 10 oktober 2019 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Vergunninghouders hebben op het beroep gereageerd, en verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De procedure is geruime tijd aangehouden in verband met een mogelijke schikking. Bij brief van 27 september 2021 heeft eiseres de rechtbank verzocht de behandeling voort te zetten.

De rechtbank heeft het beroep op 12 mei 2022 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en haar zoon, [A] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Namens derde-partij is [derde-partij] verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde.

Overwegingen

1. De voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving is vermeld in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.

2.1.

Vergunninghouders hebben in 2014 zonder omgevingsvergunning een schuur als bijbehorend bouwwerk gebouwd die functioneert als een garage, overkapt terras en een berging (hierna aangeduid als de schuur). Naar aanleiding van een op 8 oktober 2018 ontvangen verzoek om handhaving van eiseres heeft verweerder na onderzoek geconcludeerd dat de schuur in strijd met de voorschriften van het bestemmingsplan is gebouwd. Op 8 februari 2019 hebben vergunninghouders een omgevingsvergunning aangevraagd voor de schuur. De aanvraag heeft betrekking op de activiteiten (1) het bouwen van een bouwwerk en (2) het handelen in strijd met de regels van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

2.2.

De ter plaatse geldende bestemmingsplannen zijn “De Gouden Leeuw e.o.” en “Veurseweg 214 e.o.” Op het perceel rust de bestemming “Wonen” met de dubbelbestemmingen “Waarde – Archeologie – 5” en “Waarde – Beschermd stads- en dorpsgezicht”. Waar de rechtbank hierna van het bestemmingsplan spreekt, doelt de rechtbank op het bestemmingsplan “De Gouden Leeuw e.o.”

2.3.

Op 17 december 2018 heeft de Commissie Welstand en Cultureel Erfgoed (WCE) een positief welstandsadvies uitgebracht over de al gebouwde schuur. Op 30 september 2019 heeft WCE dit advies bevestigd en een positief advies uitgebracht in het kader van de dubbelbestemming “Waarde – Beschermd stads- en dorpsgezicht”.

3. Onder verwijzing naar het advies van de commissie bezwaarschriften Gemeente Voorschoten (de bezwaarschriftencommissie) en onder aanvulling van de motivering heeft verweerder met het bestreden besluit het primaire besluit gehandhaafd. De omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan kan volgens verweerder worden verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo en artikel 4, eerste lid, van Bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor), de zogenoemde kruimelgevallenregeling. Voor de beoordeling van kruimelgevallen heeft verweerder de Beleidsregels Kruimelgevallen Voorschoten 2015 (de Beleidsregels) vastgesteld. Volgens verweerder is de schuur buiten de bebouwde kom gelegen. Daarom zijn de Beleidsregels eigenlijk niet van toepassing, maar vanwege aard en ligging van de schuur kunnen de Beleidsregels volgens verweerder redelijkerwijs toch worden toegepast. Hoewel de schuur niet voldoet aan de voorwaarden van de Beleidsregels, ziet verweerder aanleiding om daar in dit geval van af te wijken. De op grond van de Beleidsregels op het perceel toegestane gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken van 90,7 m² wordt met 15,3 m² overschreden. Verweerder vindt het niet redelijk om bij deze overschrijding geen omgevingsvergunning te verlenen.

4. Tussen eiseres en vergunninghouders liep naast het bestuursrechtelijke geschil ook een civielrechtelijke procedure. Hierop ziet het vonnis van deze rechtbank, team Handel, van 22 april 2020. Vergunninghouders zijn tegen dit vonnis in hoger beroep gegaan. Deze procedure betrof (onder meer) de vraag waar de erfgrens ligt en of de geplaatste schuur voor een klein deel op het terrein van eiseres is geplaatst. Het ging daarbij om een deel van het overhangende dak en een gedeelte van de poer. De rechtbank leidt uit het verhandelde ter zitting af dat partijen aanvankelijk een schikking waren overeengekomen, maar dat het geschil uiteindelijk toch niet is opgelost. Partijen hebben echter aan het gerechtshof Den Haag medegedeeld niet verder te willen procederen. Hierna heeft het gerechtshof de procedure doorgehaald wegens onvoldoende belang.

5. Tussen partijen is niet in geschil dat de schuur vanwege de omvang daarvan in strijd is met de voorschriften van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT