Uitspraak Nº SGR 21/6180. Rechtbank Den Haag, 2022-06-07

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:5573
Docket NumberSGR 21/6180
Date07 Junio 2022
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 21/6180


uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juni 2022 in de zaak tussen
[eiseres 1] , te [woonplaats] , eiseres,

[eiser 1] , omwonende 1,

[eiser 2] , omwonende 2,

Familie [eiser 3], omwonenden 3,

[eiser 4] , omwonende 4,

[eiser 5] , omwonende 5,

[eiser 6] , omwonende 6,

[eiser 7] , omwonende 7,

[eiser 8] , omwonende 8,

[eiser 9] , omwonende 9,

[eiseres 2] , omwonende 10,

[eiser 10] , omwonende 11,

[eiser 11] , omwonende 12,

[eiser 12] , omwonende 13,

[eiseres 3] , omwonende 14,

[eiser 13] , omwonende 15,

[eiser 14] , omwonende 16,

[eiser 15] , omwonende 17,

[eiser 16] , omwonende 18,

[eiser 17] , omwonenden 19,

[eiseres 4] , omwonende 20,

[eiseres 1] , omwonende 21,

Hierna gezamenlijk aan te duiden als eisers,

en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder

(gemachtigde: G. Tjon Man Tsoi).

Als derde-partij neemt aan het geding deel Aaltje Noordewier Ontwikkeling B.V., te Amsterdam, vergunninghoudster

(gemachtigde: mr. F. onrust).

Procesverloop

Bij besluit van 13 augustus 2021, gepubliceerd op 19 augustus 20211, (het bestreden besluit) heeft verweerder aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een gebouw met 78 woningen en een garage ter plaatse van het te slopen kantoor- en kerkgebouw aan de Aaltje Noordewierstraat 199 en Louis Davidsstraat 2 te Den Haag.

Op 20 september 2021 heeft eiseres, mede namens de 21 omwonenden, beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.

Bij brief van 12 januari 2022 heeft vergunninghoudster haar zienswijze naar voren gebracht.

Op 24 maart 2022 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.

Onderhavige beroepszaak is samen met de beroepszaken met zaaknummers SGR 21/6172 en SGR 21/6209 ter zitting behandeld op 25 april 2022. Eiseres is verschenen. Daarnaast zijn namens eisers [A] en [B] verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [C] . Vergunninghoudster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en [D] .

Overwegingen

Wat ging er aan deze procedure vooraf?

1.1

Op 14 maart 2019 heeft [bv] B.V. namens vergunninghoudster een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van een gebouw met 78 huurwoningen en een garage ter plaatse van het te slopen kantoor- en kerkgebouw aan de Aaltje Noordewierstraat 199 en Louis Davidsstraat 2 te Den Haag (hierna ook: de Ontmoetingskerk). Het betreft het perceel kadastraal bekend als gemeente [gemeenteplaats] , sectie [X] , nummer [kadastraal nummer] . [bv] B.V. is de eigenaresse van dit perceel. De aanvraag heeft betrekking op de activiteiten ‘het bouwen van een bouwwerk’ en ‘het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan’ als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

1.2

Verweerder heeft de uitgebreide voorbereidingsprocedure gevolgd, als bedoeld in paragraaf 3.3 van de Wabo. Op 20 april 2021 heeft verweerder het ontwerpbesluit van
16 april 2021 in het Gemeenteblad gepubliceerd.2 Dit ontwerpbesluit heeft vanaf 20 april 2019 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Eiseres heeft hiertegen tijdig een zienswijze ingediend.

Het bestreden besluit

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Verweerder heeft hierbij toepassing gegeven aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 2.12., eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, van de Wabo. Verweerder heeft hieraan ten grondslag gelegd dat het bouwplan voldoet aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening en aan de welstandscriteria. Ook heeft verweerder in het bestreden besluit verwezen naar de beantwoording van de ingediende zienswijzen.

Procedurele punten

Ontvankelijkheid/belanghebbendheid

3.1

Ambtshalve ziet de rechtbank zich allereerst geplaatst voor de vraag of eisers zijn aan te merken als belanghebbende(n).

3.2

In artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat – voor zo ver hier van belang – dat een belanghebbende geen beroep kan instellen als hij eerder geen zienswijze heeft ingediend. Volgens vaste rechtspraak zal deze bepaling in alle gevallen waarin in omgevingsrechtelijke zaken de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure is toegepast niet worden tegengeworpen aan belanghebbenden.3

3.3

De rechtbank stelt vast dat negen omwonenden namens wie eiseres beroep heeft ingesteld geen zienswijze tegen het ontwerpbesluit omgevingsvergunning hebben ingediend. Althans, deze personen staan niet in de lijst die bij de zienswijze van eiseres is gevoegd. Het betreft omwonenden 3, omwonende 4, omwonende 5, omwonende 9, omwonende 13, omwonende 17, omwonende 18, omwonende 19 en omwonende 20. Uit bovengenoemde rechtspraak volgt dat het antwoord op de vraag of deze negen omwonenden in hun beroep kunnen worden ontvangen, afhankelijk is van de vraag of zij als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt.

3.4

Om als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb te kunnen worden aangemerkt moet een natuurlijk persoon een voldoende objectief bepaalbaar belang bij het besluit hebben. Uit vaste rechtspraak4 volgt dat wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit toestaat, in beginsel belanghebbende is bij dat besluit, mits die gevolgen van enige betekenis zijn. Om te bepalen of er gevolgen van enige betekenis voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van iemand zijn, zijn de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling en milieugevolgen (o.a. geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat, van belang. Ook de aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen wegen mee..

3.5

Op basis van de gedingstukken stelt de rechtbank vast dat, op omwonende 20 en 21 na, alle eisers in de Pieter de Voisstraat of de Aaltje Noordewierstraat woonachtig zijn.

De Pieter de Voisstraat ligt direct achter de planlocatie en het gedeelte van de Aaltje Noordewierstraat waar de desbetreffende eisers wonen, ligt direct tegenover de planlocatie. De hier woonachtige eisers zijn alleen al gelet hierop aan te merken als belanghebbenden. Omwonenden 20 en 21 zijn woonachtig in de Stephanus Cousijnsstraat op circa 100 meter van de planlocatie en zullen hoogstwaarschijnlijk direct zicht op het toekomstige gebouw hebben. Vanwege de planologische uitstraling van het te realiseren gebouw, met name de hoogte, acht de rechtbank het aannemelijk dat ook omwonenden 20 en 21 gevolgen van enige betekenis zullen ondervinden van de verleende vergunning. Ook zij zijn daarom aan te merken als belanghebbenden. Alle eisers zijn daarom ontvankelijk in hun beroep. De omstandigheid dat zij niet allen een zienswijze tegen het ontwerpbesluit omgevingsvergunning hebben ingediend, zal hen niet worden tegengeworpen.

De toepasselijkheid van de Crisis- en herstelwet

4. Op het bestreden besluit is de Crisis- en herstelwet (Chw) van toepassing, zoals ook is vermeld in de brieven van 14 oktober 2021 en 8 maart 2022. Het bouwplan voorziet immers in de bouw van meer dan elf woningen in een aaneengesloten gebied en de omgevingsvergunning is met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo verleend (categorie 3.1 van bijlage I bij de Chw). Dit heeft tot gevolg dat na afloop van de beroepstermijn de gronden voor het beroep niet meer aangevuld mogen worden, zoals de rechtbank per brief aan eiseres heeft bericht. Desondanks is in de uitnodigingsbrief van de rechtbank van 24 maart 2022 opgenomen dat tot tien dagen voor de zitting nieuwe stukken ingediend mogen worden. Eiseres heeft ter zitting in de vorm van pleitaantekeningen een aanvullend stuk ingediend. Vanwege de door de rechtbank veroorzaakte verwarring over de mogelijkheid om nadere stukken in te dienen, zal de rechtbank het ter zitting ingediende stuk in de beoordeling meenemen. De rechtbank ziet deze mogelijkheid omdat het stuk ter zitting door verweerder en vergunninghoudster is bekeken en becommentarieerd.

Omvang van het geding

5. De eisende partij van de beroepszaak met zaaknummer SGR 21/6172 heeft mede namens eisers op 10 november 2021 een informatieve brief van verweerder van
8 oktober 2021 bij de rechtbank ingediend. In deze brief worden omwonenden geïnformeerd over de omstandigheid dat het ontwerpbestemmingsplan Waldeck 2021 met ingang van
14 oktober 2021 ter inzage wordt gelegd. Verder wordt toegelicht dat het bouwplan waar deze procedure over gaat (nog) niet in het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT