Uitspraak Nº SGR 21/6626. Rechtbank Den Haag, 2022-04-06

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:3832
Docket NumberSGR 21/6626
Date06 Abril 2022
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: SGR 21/6626

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 april 2022 in de zaak tussen [eiser] , te [woonplaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van Teylingen, verweerder

(gemachtigden: S. Hardeveld Kleuver en R. Menks).

Procesverloop

Eiser heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiser en verweerder hebben aanvullende stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 januari 2022.

Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

1. Eiser is eigenaar van het perceel gelegen aan de [adres] [huisnummer] in [plaats] , een voormalig defensiecomplex met daarop een vijftal gebouwen en een bunker. Op 22 april 2021 heeft eiser een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de Wabo) aangevraagd voor het uitbreiden van het op het perceel aanwezige gebouw 13. Eiser wil het nieuwe gebouw verhuren aan [B.V.] B.V. ( [B.V.] ) ten behoeve van een tulpenbroeierij (het bouwplan).

2. Bij brief van 15 juni 2021 heeft verweerder de beslistermijn met zes weken verlengd.

3. Bij brief van 2 juli 2021 heeft verweerder eiser gemeld dat de aanvraag nog niet compleet is en hem verzocht binnen 42 dagen de ontbrekende gegevens en bescheiden aan te leveren die samenhangen met een uit te brengen advies van de Agrarische Adviescommissie. Bij emailbericht van 14 juli 2021 heeft verweerder de ontvangst van het door eiser ingevulde agrarisch formulier bevestigd.

4. Bij brief van 27 juli 2021 heeft verweerder opnieuw ontbrekende gegevens en bescheiden opgevraagd. Het gaat daarbij om gegevens en bescheidens betreffende stikstof- en bodemonderzoek. Bij emailbericht van 28 juli 2021 heeft eiser hierop gereageerd.

5. Bij besluit van 23 augustus 2021 heeft verweerder de aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat niet alle bij brief van 2 juli 2021 verzochte aanvullende gegevens zijn ingediend. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

6. Op 24 augustus 2021 heeft ing. C.L.M. Clemens (de agrarisch adviseur) van adviesbureau Clevin aan verweerder een advies uitgebracht over het bouwplan. In dit advies wordt onder meer geconcludeerd dat er geen bedrijfsplan is en dat het nieuwe gebouw, zoals dat is aangevraagd, niet geschikt is voor een tulpenbroeierij.

7. Eiser heeft op 18 oktober 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van de volgens hem van rechtswege ontstane omgevingsvergunning. Aangezien verweerder niet binnen de beslistermijn van de reguliere procedure heeft beslist, is volgens eiser van rechtswege een omgevingsvergunning verleend die moet worden bekendgemaakt. Verweerder heeft niet gereageerd op de ingebrekestelling van eiser.

8. Volgens verweerder is geen omgevingsvergunning van rechtswege ontstaan. Verweerder twijfelt of de aanvraag wel past binnen het bestemmingsplan. Eiser heeft onvoldoende gegevens ingediend om dat te kunnen beoordelen en verweerder gaat er daarom vanuit dat de aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan. Om deze strijdigheid op te heffen is een uitgebreide procedure nodig. Bij de uitgebreide procedure kan geen vergunning van rechtswege ontstaan. Hoe dan ook is verweerder van mening niet in gebreke te zijn en ook binnen de beslistermijn die geldt voor de reguliere procedure op de aanvraag te hebben beslist, omdat de termijn is opgeschort en de op 2 juli 2021 gevraagde gegevens niet zijn ontvangen.

9. De relevante bepalingen uit de Wabo en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn opgenomen in de bijlage die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.

Ingebrekestelling

10. Verweerder stelt niet in gebreke te zijn, omdat eiser verweerder pas in gebreke heeft gesteld nadat het besluit van 23 augustus 2021 was genomen.

11. De rechtbank stelt vast dat eiser verweerder op 1 september 2021 in gebreke heeft gesteld. Deze ingebrekestelling ziet niet op het niet tijdig nemen van een besluit, maar op het uitblijven van het bekend maken van een volgens eiser van rechtswege verleende omgevingsvergunning. De omstandigheid dat verweerder op 23 augustus 2021 een besluit op de aanvraag heeft genomen, laat onverlet dat verweerder mogelijk in gebreke was een eerder van rechtswege verleende omgevingsvergunning bekend te maken. De rechtbank zal in het hierna volgende beoordelen of er van rechtswege een vergunning is verleend en zo ja, of verweerder in gebreke was deze bekend te maken.

Reguliere of uitgebreide procedure

12. De vraag of van rechtswege een omgevingsvergunning is verleend, is, gelet op de in de bijlage weergegeven regelgeving, afhankelijk van de vraag of de reguliere dan wel de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is. Uit artikel 3.10, eerste lid, van de Wabo, volgt verder dat dat afhankelijk is van de activiteit die is aangevraagd. De Wabo bepaalt daarmee exclusief welke procedure op een aanvraag van toepassing is. Verweerder heeft hierin geen keuze, maar dient de voorbereidingsprocedure toe te passen die uit de Wabo voortvloeit.1

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT