Uitspraak Nº UTR 19/5150. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-06-30

ECLIECLI:NL:RBMNE:2020:2431
Date30 Junio 2020
Docket NumberUTR 19/5150
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 19/5150

uitspraak van de meervoudige kamer van 30 juni 2020 in de zaak tussen

[eisers] , te [woonplaats] , eisers

(gemachtigde: mr. P.A. de Lange),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten (verder: het college), verweerder

(gemachtigde: mr. M. Rus-van der Velde).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:

Windpark Goyerbrug b.v. (verder: vergunninghouder), te Houten

(gemachtigde: mr. K. Dankers).

Inleiding

1. Vergunninghouder heeft het voornemen om aan de zuidkant van het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van de Goyerbrug in de gemeente Houten een windpark van vier windturbines in een lijnopstelling te realiseren. De lengte van de opstelling is circa 1.600 meter. De vier turbines zijn gelijk aan elkaar en hebben een ashoogte van minimaal 145 meter en maximaal 166 meter, en een rotordiameter van maximaal 150 meter. Het vermogen van het windpark bedraagt minimaal 14,4 MW en maximaal 22,4 MW. De definitieve keuze voor het type windturbine heeft vergunninghouder nog niet gemaakt.

2. Vergunninghouder heeft voor dit plan een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. Het college heeft het besluit op deze aanvraag voorbereid volgens de uitgebreide voorbereidingsprocedure1. Dit betekent dat er een ontwerpbesluit ter inzage heeft gelegen. Eisers hebben hierover tijdig een zienswijze naar voren gebracht. Ook heeft de gemeenteraad van Houten een verklaring van geen bedenkingen gegeven aan het college en het Ministerie van Defensie heeft een verklaring van geen bezwaar afgegeven.

3. Op 21 oktober 2019 heeft het college aan vergunninghouder een omgevingsvergunning (de omgevingsvergunning) verleend voor de activiteiten bouwen en planologisch strijdig gebruik en een beperkte milieutoets. Eisers hebben tegen de omgevingsvergunning beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend.

4. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (verder: StAB) heeft op verzoek van de rechtbank op 9 april 2020 een deskundigenbericht uitgebracht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hierop schriftelijk te reageren. Het college heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Eisers en vergunninghouder hebben niet gereageerd.

5. De zaak is – tegelijk, maar niet gevoegd, met de zaak met het zaaknummer UTR 19/5144 – behandeld op de zitting van 19 mei 2020. Eiseres was hierbij aanwezig, bijgestaan door de gemachtigde van eisers. Namens het college waren aanwezig: de gemachtigde,

mr. [A] , mr. [B] en [C] . Vergunninghouder werd op de zitting vertegenwoordigd door drs. ing. [D] , bijgestaan door de gemachtigde en de deskundigen ing. [E] , ing. [F] , [G] MSc,

ir. [H] , ir. [I] , ing. [J] , ir. [K] ,

mr. ing. [L] en drs. [M] . De StAB heeft zich laten vertegenwoordigen door drs. ing. [N] , ir. [O] , drs. [P] , en

[Q] . Vanwege de maatregelen rondom het Coronavirus was van alle partijen één gemachtigde in de zittingszaal aanwezig. Alle andere genoemde personen waren via een Skype-verbinding met de zittingszaal verbonden.

Overwegingen

Het geschil

6. Deze zaak gaat over de vraag of de omgevingsvergunning die het college aan vergunninghouder heeft verleend in stand kan blijven.

7. De afstand tussen de eerste turbine uit de lijnopstelling tot aan de woning van eisers bedraagt 283 meter. Het standpunt van eisers is, kort samengevat, dat het windpark Goyerbrug niet binnen de huidige wettelijke kaders gerealiseerd kan worden en aan hen onevenredig en onaanvaardbaar veel schade zal berokkenen. Volgens eisers heeft het college voordat het de omgevingsvergunning heeft verleend geen zorgvuldig onderzoek gedaan naar alle relevante feiten en betrokken belangen en is de omgevingsvergunning in strijd met een goede ruimtelijke ordening en onvoldoende gemotiveerd.

8. Het college stelt zich op het standpunt dat het windpark in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en dat de belangen van eisers op zorgvuldige wijze bij de besluitvorming zijn betrokken. De omgevingsvergunning is terecht aan vergunninghouder verleend.

Beoordelingskader en leeswijzer

9. De rechtbank zal in deze uitspraak de omgevingsvergunning aan de hand van de beroepsgronden die door eisers zijn ingediend beoordelen. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat het college bij zijn besluitvorming over de aanvraag van vergunninghouder beleidsruimte heeft. Als het college van mening is dat het windpark in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, kan het ervoor kiezen om zijn bevoegdheid tot afwijking van het bestemmingsplan al dan niet te gebruiken. De rechtbank toetst of het college bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot het verlenen van de omgevingsvergunning heeft kunnen komen.

10. De rechtbank zal de beroepsgronden van eisers in deze uitspraak in de volgende volgorde behandelen:

  1. de formele punten die door eisers naar voren zijn gebracht;

  2. landschappelijke inpassing;

  3. MER-beoordeling;

  4. geluid;

  5. natuur;

  6. slagschaduw;

  7. externe veiligheid;

  8. gezondheid.

De uitspraak eindigt met een conclusie.

a. Formele punten

11. Eisers voeren aan dat niet is voldaan aan het Verdrag van Aarhus, omdat de locatie al vast ligt. Eisers hebben hier onvoldoende inspraak in gehad. Dit is in de zienswijze ook al aangevoerd, maar eisers vinden de reactie van het college onvoldoende gemotiveerd. De uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) waar het college naar verwijst, zijn volgens eisers onjuist. Eisers willen daarom dat de rechtbank prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te Luxemburg (verder: HvJ) stelt, om duidelijkheid te krijgen of nog sprake is van voldoende inspraak als de keuze voor de ligging van het windpark al gegeven is.

12. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling2 dat op het moment dat iemand een zienswijze kan indienen, er nog geen beslissing is genomen op het ontwerpbesluit, met inbegrip van de exacte plaats waar de aangevraagde turbines moeten komen. Inspraak is volgens de Afdeling vroeg genoeg als alle opties nog open liggen en doeltreffende inspraak kan plaatsvinden. Eisers hebben hun zienswijze ingediend en in de Nota Zienswijzen zijn door het college – voorafgaande aan besluitvorming - alle zienswijzen afgewogen. De rechtbank stelt vast dat voldaan is aan de wettelijke vereisten van terinzagelegging en kennisgeving daarvan. Daarmee hebben eisers naar het oordeel van de rechtbank een reële mogelijkheid van inspraak gehad.

De beroepsgrond slaagt niet.

13. In artikel 267, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (verder: VWEU) is bepaald dat de rechtbank een prejudiciële vraag kan stellen als dat nodig is voor een uitspraak. De rechtbank ziet in wat eisers hebben aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de vaste rechtspraak van de Afdeling. Er is daarom ook geen aanleiding tot het stellen van de door eisers voorgestelde prejudiciële vraag.

14. Eisers voeren aan dat in de zaak C-290/15 (D’Oultremont) door het HvJ bevestigend is beantwoord dat een wettelijke regeling met normen voor windparken moet worden opgevat als een ‘plan’ of ‘programma’ zoals bedoeld in artikel 2 onder a en artikel 3, tweede lid, onder a van de SMB-Richtlijn. Een plan of programma mag op grond van artikel 6 van de Richtlijn pas worden vastgesteld na een MER en na publieksparticipatie. Dit is niet gebeurd bij een aantal door het college gehanteerde regels die als ‘plan’ of ‘programma’ moeten worden beschouwd, zodat dit besluit niet vastgesteld had mogen worden. Het college stelt wel dat hij bij de beoordeling van de aanvraag aansluiting heeft gezocht bij de bepalingen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer (verder: het Activiteitenbesluit) en de Activiteitenregeling milieubeheer (verder: Activiteitenregeling), maar bij de totstandkoming daarvan heeft ook geen MER-toetsing plaatsgevonden. Het college verwijst naar de uitspraken van de Afdeling, waarin de Afdeling heeft overwogen dat de normen voor het inwerking hebben van een windturbine uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling geen plan of programma zijn, zodat er geen plicht bestaat om een plan-MER te maken op grond van de richtlijn. Deze uitspraken van de Afdeling hierover zijn volgens eisers onjuist, omdat er bij de beoordeling van de aanvraag al wordt aangesloten bij het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. De Afdeling miskent dat er volgens het Hof geen directe relatie hoeft te zijn met een concreet project, aldus eisers. Als de rechtbank de lijn van eisers niet volgt en wenst vast te houden aan de vaste rechtspraak van de Afdeling, verzoeken eisers om op dit punt prejudiciële vragen te stellen.

15. Het college heeft bij de beoordeling aangesloten bij de bepalingen die in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn opgenomen voor het in werking hebben van een windturbine. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling3 dat de bepalingen voor het inwerking hebben van een windturbine geen plan of programma als bedoeld in artikel 2 van de SMB-richtlijn vormen, zodat om deze reden al geen plicht om een plan-MER te maken kan voortvloeien. Deze vaste rechtspraak van de Afdeling is volgens eisers onjuist, maar de rechtbank ziet in wat eisers hebben aangevoerd geen aanleiding om hun standpunt te volgen. Het door eisers genoemde arrest D’Oultremont is in de rechtspraak van de Afdeling over de aard van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling uitdrukkelijk betrokken. De beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank ziet ook geen aanleiding tot het stellen van de door eisers voorgestelde prejudiciële vragen.

16. Eisers voeren aan dat het bevoegd gezag bij het nemen van haar besluiten partijdigheid en schijn van partijdigheid moet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT